Net als de Wolkenkrabber sprak in onze jeugd de markante hoogbouw op de kop
van de Apollolaan, die velen kennen als het SBV-gebouw, ons
altijd aan. Niet omdat we zo geďnteresseerd in architectuur of
kunst waren. Nee, het waren symbolen van ons domein, onze buurt,
hier waren we thuis. Toen Jenny, mijn toenmalige vriendin en
huidige eega, daar in 1971 kwam te werken was ik best een beetje
jaloers op haar. Lees haar herinneringen elders op deze pagina.
Nu bijna 40 jaar later zijn we in de gelegenheid om het gebouw
eens nader te belichten. In dit artikel leest u over de geschiedenis
en ziet u oude foto's die bijna tot de verbeelding spreken. Ook
hebben we zelf een bezoek gebracht aan het Apollo House, zoals
het nu heet, en hebben daar foto's van het exterieur
gemaakt EN natuurlijk ook van het uitzicht over het voormalige
Plan Zuid; onze buurt!
Hoewel we, na afspraak, hartelijk werden ontvangen door de
huidige huurder, Allan & Overy, werd het ons niet toegestaan om interieurfoto's te maken.
Geheel in
overeenstemming met Berlages wensen ontstond op de kruising van
twee belangrijke assen een monumentaal bouwwerk, niet het
geplande kunstenaarshuis maar een kantoorgebouw. Dominant, niet
alleen vanwege het formaat maar ook vanwege het
materiaalgebruik: natuursteen, staal en glas. Na de oorlog werd
een nieuwe gevelbekleding aangebracht waardoor het reliëf is
verdwenen. Voorts werd de bank verhoogd met een extra
verdieping.
De Sociale Verzekeringsbank is de blikvanger op het einde van de
zichtas. Ook de vanaf hier zichtbare achtergevel van het gebouw
is monumentaal vormgegeven. De bekleding van lichte platen
natuursteen vormt een sprekend contrast met de donkere kleur van
de bakstenen straatwanden.
Bron tekst en
kaartje: De Atlas Gordel 20-40
Het R.V.B. gebouw kort na de
oorlog - ongeveer 1948 Prentbriefkaart uit de collectie van
Ad Tiggeler
Wat zou je er van
zeggen als we het Apollo House ook met een bezoek vereren, zei
Jos een paar weken geleden en hij stuurde me gelijk een
stapeltje informatie als voorbereiding. Ik moet bekennen dat ik
even opkeek bij die naam maar dat probleem was snel opgelost.
Het ging om de vroegere Rijksverzekeringsbank aan de Apollolaan.
De tweede wolkenkrabber van Amsterdam zoals men het gebouw wel
noemde.
Donderdag voor de Kerst was het
zover en sjokte ik ’s ochtends om negen uur van station Zuid
richting Scheldestraat door de rulle sneeuw. Het was koud,
de al jaren durende aanleg van de Noord Zuidlijn bij het
RAI-gebouw maakte me ook niet echt vrolijk en ik nam me voor
om in de Scheldestraat een warme kop koffie te drinken bij
een van de koffiebars.
De vroegere winkelstraat is tegenwoordig van een vier of
vijf meter boven de straat hangend tijdelijk riool bij de
entree aan het Scheldeplein voorzien. Over het algemeen
betekent tijdelijk in Amsterdam dat het betreffende gebouw
of installatie lang meegaat. Ik zeg het maar even voor het
geval men op het Scheldeplein denkt dat die merkwaardige
rioleringspoort- tot m’n verrassing had de gemeente hem met
plastic klimop opgeleukt- over een paar jaar weer verdwijnt.
Reken nergens op.
Ondanks het vroege tijdstip was de feestverlichting in de
straat aangestoken maar de aanleiding voor dat vertoon
ontging me. Alle horecagelegenheden verkeerden nog in diepe
rust en zowel de koffie als een warm broodje kon ik dus wel
vergeten.
De tempel van
Apollo in Rome
Wereldstad, mopperde
ik in m’n baard en ontweek een langsscheurende auto toen ik
tegenover de winkel van Minne Sluiter overstak. De eigenaar
stopt er eerdaags mee, las ik in het Parool. Zou geen slecht
idee zijn als er een koffiebar in komt die ’s ochtends om acht
uur z’n deuren opent, bedacht ik. Voor verkleumde bezoekers van
de RAI als die open is of andere bezoekers van de Rivierenbuurt.
Maar daar had ik op dat moment
niets aan en ik moest me troosten met de gedachte dat ik
vast wel iets warms aangeboden zou krijgen in de
Rijksverzekeringsbank zoals het Apollo House vroeger genoemd
werd.
Wist je dat het pas in 1938-39 gebouwd werd? Ik vraag het
maar even want ik dacht dat het ouder was maar niet dus. Op
20 november 1939 vond de feestelijke opening plaats en in de
weken daarna marcheerden de ambtenaren naar binnen die zich
met de uitvoering van de ongevallenwet bezig gingen houden.
Maar de sociale wetgeving veranderde na de oorlog, de
uitvoering kwam bij de SVB, het gebouw werd misschien te
klein voor al die ambtenaren en het werd verhuurd.
En zoals je in de
documentatie van Jos kunt lezen wordt het tegenwoordig bevolkt
door nijvere personeelsleden van Allen en Overy LLP, een
internationaal opererende advocaten maatschap.
Ik was ondertussen linksaf geslagen en zag het gebouw in de
verte al liggen. Het brede trottoir van de Churchilllaan was
voor een groot deel in gebruik als fietsenstalling. Van bewoners
naar ik aannam. Zouden het hier nog steeds huurwoningen in de
duurdere categorie zijn of waren de etagewoningen de afgelopen
jaren verkocht voor drie of vier ton per woonlaag?
Waarschijnlijk het laatste.
Bij de brug over de
Boerenwetering kon ik de verleiding niet weerstaan om het beeld
dat de voorpagina van
Icarus siert,
nog een keertje te fotograferen. Bedekt met een laagje sneeuw
zag het er eenzaam uit. En omdat ik toch aan het fotograferen
was nam ik gelijk de ijzeren wimpel maar mee die tegenover de
Apollohal staat. Als blijvende herinnering aan de intocht van de
Canadezen in 1945.
Vreemd genoeg vond ik dit monument in mijn jonge jaren maar
niets. Pas toen ik me later in kunst en alle daarbij horende
uitingen ging verdiepen leerde ik het te waarderen.
Maar de Rijksverzekeringsbank wachtte. Een gebouw met een
indrukwekkende entree waarmee, zoals de toenmalige minister van
Sociale Zaken het verwoordde, ‘openbare getuigenis wordt
afgelegd van het onverbreekbaar verband tussen onze sociale
verzekering en haar uitvoerders, de Rijksverzekeringsbank’.
Binnen werd ik begroet door Jos en z’n echtgenote, die een
kleine veertig jaar geleden in dit gebouw had gewerkt op een van
de afdelingen.
We werden verwacht maar er was nog wel even tijd voor een kopje
koffie dat me door de aardige receptioniste werd aangeboden.
Lekkere koffie die me weer helemaal bij de les bracht.
In het gesprek dat we daarna voerden met een medewerker bleek
dat we net op tijd waren met ons bezoek. Hij hield zich namelijk
bezig met de coördinatie van een ingrijpende verbouwing die op 1
januari 2011 gepland stond om te beginnen.
Eigenlijk had hij het druk maar een uurtje voor een rondgang
door het gebouw kon er wel af. Wel met het verzoek om binnen
geen foto’s te maken want al het met de verbouwing verband
houdende fotowerk was op voorwaarde van exclusiviteit uitbesteed
aan een firma. Toegang tot het dak om foto’s te maken van de
omgeving was in verband met het gevaar ook niet toegestaan.
Dat viel dus even tegen maar het uitzicht vanuit het
bedrijfsrestaurant op de bovenste etage maakte veel goed.
Het huis van Apollo
zal er na de verbouwing van buitenaf gezien nog hetzelfde
uitzien. Binnen zal het echter moeten voldoen aan de eisen die
je aan een modern kantoor mag stellen.
Wat wij nu zagen leek echter toch al niet meer op het kantoor
zoals het er veertig vijftig jaar geleden moet hebben uitgezien.
Jammer dat ook de sappige verhalen van bijvoorbeeld een portier
die er al vijftig jaar werkte, ontbraken. Geen
sfeerbeschrijvingen over directeuren en hun secretaresses, over
al die ijverige ambtenaren die een carričre opbouwden tussen
kaartenkasten waarin het lief en leed van arbeidzaam Nederland
was vastgelegd.
Wat straks overblijft zal in principe overeenkomen met de tempel
van Apollo in Rome. Het omhulsel blijft staan maar de
geschiedenis is vergaan. Zo gaat dat.
Het Apollo House aan de Apollolaan 15, of
de Rijks Verzekerings Bank (RVB) / Sociale Verzekerings Bank (SVB) zoals velen het
ook kennen, is in 1937-1939 gebouwd door architect
Dirk Roosenburg als
hoofdkantoor van de RVB. De kosten voor het gebouw bedroegen destijds
één miljoen gulden.
Het bestaat uit een 10 meter hoog ringgebouw
en een 40 meter hoog gebouw langs een diameter van de ring. Het
heeft een staalskelet dat bekleed is met witte keramiekplaten.
(Aanvankelijk was het gebouw bekleed met
dure geglazuurde tegels, die echter op een gegeven moment los
begonnen te laten.)
Het gebouw was het eerste gebouw in Nederland met een
glazenwassergondel.
Het is ook bekend onder de bijnamen
'Oceaanstomer', 'Schip van Staat'
en 'de Toren van de Arbeid' verwijzen naar de
Rijks Verzekerings Bank / Sociale Verzekerings Bank. Het staalskelet is gebouwd door het
staalconstructiebedrijf
De Vries Robbé & Co
te Gorinchem. Het totale gewicht van de constructie bedroeg
2.000 ton en bestond uit ongeveer 55.000 onderdelen. Er waren
zo'n 200 vrachtwagenritten nodig om alle onderdelen vanaf
Gorinchem aan te leveren.
Met het stalen
skelet krijgt het gebouw eind 1938 vorm
foto
uit
publicatie van De Vries Robbé & Co en met dank aan Stichting Behoud
Erfgoed De Vries Robbé
Met het stalen
skelet krijgt het gebouw eind 1938 vorm foto
uit
publicatie van De Vries Robbé & Co en met dank aan Stichting Behoud
Erfgoed De Vries Robbé
Met het stalen
skelet krijgt het gebouw eind 1938 vorm foto
uit
publicatie van De Vries Robbé & Co en met dank aan Stichting Behoud
Erfgoed De Vries Robbé
Het gebouw werd ontworpen en gebouwd als
werkverschaffingsproject tijdens de crisisjaren
en had een
uitgebreid archief. Om
te zorgen dat de medewerkers van de bank snel toegang hadden tot
dat archief, ontwierp Roosenburg het cirkelvormige ringgebouw
waar de vloer bestond uit rolletjes. Zo kon men snel bij de
juiste archiefkast komen en deze verrijden. Tijdens de tweede wereldoorlog hebben onderduikers
zich onder de vloer van de bibliotheek in de loze ruimtes kunnen
verbergen.
Het gebouw is nagenoeg voltooid -
1939 Prentbriefkaart uit de collectie van
Ad Tiggeler
De boeg steunt aan de voorkant (op de hoek van Apollolaan en
Stadionweg) op een paar zuilen die de monumentale, overdekte
toegang tot het gebouw markeren, waar de bezoeker beschutting
vindt. In deze ruimte bevinden zich twee hoge bronzen beelden.
Bijna dertig jaar
na ingebruikname onderging het pand een aantal belangrijke
uiterlijke wijzigingen. Zo werd op het dak een
bedrijfsrestaurant geplaatst en werd in 1968
de gevel bekleed met witte
Travertin marmer platen. In 1990 is de parkeergarage gebouwd.
Aangezien het hoofdgebouw op 9000 houten palen staat, moest de
garage wel onder het ringgebouw geplaatst worden. Het ringgebouw
is daarom eerst totaal afgebroken en later steen voor steen weer
opgebouwd.
zijn de 3.60m hoge Beschermer en Beschermster van de sociale wetgeving. De beeldhouwers
Hildo
Krop en Frits van Hall (maker van het Van
Heutzmonument) kregen in 1940 de opdracht om
ieder een
beeld te maken voor de toenmalige
Rijksverzekeringsbank. Pas 14 jaar later werd alleen het beeld,
"De beschermer van de Sociale Zorg en Gerechtigheid"
van Krop onthuld. Het beeld van van Hall is er nooit gekomen. De
oorlog brak uit en het gipsen model van het beeld van van Hall
werd in de kelder van de bank opgeslagen. Door vorst en een hoge
waterstand liep het onherstelbare schade op. Van Hall is in de
Tweede Wereldoorlog omgekomen en heeft het beeld nooit af kunnen
maken.
Han Wezelaar kreeg uiteindelijk de opdracht een beeld te
maken dat "De beschermster van de Sociale Zorg en Gerechtigheid"
voor moest stellen.
De beeldhouwer Hildo Krop interpreteert zijn beeld als volgt:
"Ik heb als onderwerp gekozen de wetgevende macht en de
verhouding tot werkgevers en werknemers, al is het laatste in
ver verwijderd verband. De figuur moet naakt zijn, omdat hij
onpersoonlijk is. Het is echter zodanig gemoduleerd, dat het
naakt niet opvalt en bekleed met een draperie, die het silhouet
bij de nis doet aansluiten. In de rechterhand houdt hij een
zwaard, niet als wapen, maar als teken duidend op de macht die
ze eventueel kan uitoefenen om de burgers hun plicht te laten
nakomen. In de linkerhand draagt zij een vrouwenfiguur, die met
een eenvoudig gebaar haar hart toont, doelend op het element van
menselijkheid, zonder hetwelk de sociale voorzorg niet denkbaar
is".
De Beschermster
en Beschermer van de Sociale Wetgeving en Gerechtigheid waken
nog steeds bij de ingang foto: J.Wiersema
Het beeld van
Krop heeft een klassiekere vormgeving
dan zijn beelden in de stijl van de Amsterdamse School. In de
loop van de jaren dertig werd Krops stijl strenger en strakker.
hij liet zich inspireren door vroege Griekse beeldhouwkunst en
de Italiaanse Romaanse kunst. De mannenfiguur
(rechts op de foto) heeft in zijn rechterhand een
vrouwenfiguurtje die de sociale wetgeving symboliseert.
De kunstenaar
Joep Nicolasmaakte voor de grote raadzaal negen
gebrandschilderde ramen, die niet alleen een schat voor
de Bank betekenen, maar ook een aanwinst van grote betekenis
voor het Nederlands kunstbezit. Het middelste raam geeft een
apotheose van de sociale verzekering, de acht overige ramen
geven een voorstelling van de verschillende soorten van arbeid,
zoals visserij, landbouw, industrie, mijnbouw met daaronder de
wapens van de steden waar de Raden van Arbeid zijn gevestigd.
Deze onderwerpen symboliseren niet alleen de gemeenschappelijke
arbeid van Bank en Raden, maar zijn tevens een uiting van de met
zonlicht doorschoten verhouding tussen beide instanties, die
elkaar onder dit gefiltreerde licht benaderen.
De gebrandschilderde ramen zijn niet meer aanwezig maar volgens
informatie nog wel in bezit van de SVB.
Het
na een inzameling van het personeel
werd de talentvolle Limburger
Charles
Eijck aangetrokken voor het maken van een
wandschildering. Het fresco verbeeldt de humane
gevoelens, waarvan de sociale verzekering een symptoom, of
liever nog, een wezenlijk bestanddeel is. De levendigheid
van de kleuren en treffende symboliek
spreekt iedere bezoeker vandaag nog aan. De wandschildering is verloren gegaan bij een
van de verbouwingen.
De
Rijksverzekeringsbank voerde samen met de Centrale Werkgevers
Risicobank de Ongevallenwet van 1901 uit vanaf 1908 kwamen daar
de bedrijfsverenigingen bij, aanvankelijk alleen in de land- en
tuinbouwsector, na 1930 ook in andere sectoren voor de opzet en
inrichting van de Rijksverzekeringsbank liet men zich inspireren
door een dergelijke instelling in Oostenrijk.
Het hoofdkantoor
van de Sociale Verzekeringsbank
is momenteel gevestigd in Amstelveen. In
het midden van de jaren vijftig zijn stukken die betrekking
hadden op de uitvoering van de ongevallenwetten overgedragen aan
het Gemeenschappelijk Administratiekantoor (/GAK)
thans UWV.Het archief
is overgebracht naar het Nationaal
Archief.
De teksten zijn passages
afkomstig uit een oud personeelsblad van de R.V.B. / S.V.B.
De tussengevoegde krantenartikelen
zijn ontleent aan de website Historische kranten van de
Koninklijke Bibliotheek.
1905
"De behoefte aan een eigen bankgebouw, ingericht naar de eischen
des tijds, doet zich in het belang van de dienst, en niet in het
minst in het belang van de ambtenaren, meer en meer gevoelen".
Deze eerste wens naar een nieuwe huisvesting is te lezen in
het Jaarverslag van de R.V.B. 1905.
1909 - 1919
In dit jaar werd het personeel eindelijk geconcentreerd in één
gebouw; een noodgebouw, met tijdelijke bestemming in de P. de
Hoochstraat. De constructie was berekend voor 10 jaren, en
uitsluitend voor werkzaamheden voor de Ongevallenwet.
gebouw
Lutmastraat
afbeelding uit
personeelsblad SVB
Het sociaal klimaat in Nederland verbeterde echter
langzaam aan. De roep naar sociale zekerheid voor
invaliden, zieken en ouden van dagen werd luider. Als
gevolg van het inwerkingtreden van de Invaliditeits- en Ouderdomswet betrok de Bank in 1919 een
tweede, eveneens voor 10 jaren gedacht, noodgebouw in de
Lutmastraat.
gebouw Keizersgracht afbeelding uit
personeelsblad SVB
1934
Bij een onderzoek aan het gebouw Pieter de
Hoochstraat constateerde men dat
45 van de 300 betonblokken waren gescheurd, het dak verzakt, en
de riolering in het ongerede geraakt was, kortom, de veiligheid
was in gevaar, en de aansprakelijkheid voor ongevallen werd
afgewezen.
gebouw Pieter de Hoochstraat afbeelding uit
personeelsblad SVB
1935
In het Ministeriële schrijven van 15 mei 1935 geeft de regering
bij monde van Slotemaker de Bruine toestemming tot het optrekken
van een nieuw gebouw, op het terrein aan de Apollolaan. Ir. D.
Roosenburg wordt als architect aangewezen. Bij de nieuwbouw
zouden de fundamenten zo hecht in de grond geslagen moeten
worden, dat men er, indien nodig, nog twee etage bovenop zou
kunnen bouwen. Men meende de bouw van deze hoogste etages te
mogen uitstellen omdat het niet zeker was of de Ongevallenwetten
bij de Bankadministratie zouden blijven.
11 oktober 1935 -
Het Vaderland
Op 19 december 1935
werd door notaris A. Bonga de koopakte van de grond gepasseerd.
De omwonenden begrijpen begin 1936 dat het ernst wordt. Prof.
ir. Buisman uit Delft verricht voor het Centraal Bureau voor
Bodemonderzoek "interessante" proeven, zoals een dagblad de
metingen der draagkracht van de grond noemt. Ook wordt de
weerstand van paalpunten op bepaalde dieptes gemeten met een
stalen kegeltje. Dergelijke proeven waren er tot dusverre in
Amsterdam nooit genomen. Alles wijst er op da het een bouwwerk
zal worden waar niets aan het lot zal worden overgelaten.
19 december 1935
- Het Vaderland
1937
Als de plaats en de
juiste ligging definitief bepaald zijn (het gebouw moet n.l. een
afsluiting van de Euterpestraat zijn, en in de as van het
Amstelkanaal vallen) worden 4176 palen in de grond geslagen.
Alles gaat in een
vooraf bepaald tijdschema. Het bestuur rappelleert de
uitvoerder of architect als ergens vertraging dreigt te
ontstaan. Bijna alle materiaal moet Nederlands fabricaat
zijn: in uiterste noodzaak mag slechts een beroep op het
buitenland worden gedaan.
Aanvang heiwerk
hoogbouw - 26 april 1937
afbeelding uit personeelsblad SVB
11 maart 1937 - Het Vaderland
Het staalskelet schiet omhoog. Bij
de constructie is rekening gehouden met een zo groot mogelijke
lichtval in de zalen. Daarom moet het gebouw hoog en smal zijn.
Tevens beneemt het dan minder licht en lucht aan de omwonenden.
Het glasoppervlak zal circa 6000 vierkante meter bedragen. Om de
ramen schoon te houden is een installatie ontworpen die de
eerste en enige in ons land was, waarvan trots verteld werd dat
het geen Amerikaanse kopie was. Vooral de elektrische loopkat
bleek een vondst. De openslaande benedenramen werden eveneens
volgens een modern systeem gebouwd, genoemd naar de uitvinder
van Loghem.
1939
Op 20 november 1939
wordt het Gebouw feestelijk in gebruik genomen. Ir. Roosenburg
maakte zijn laatste grote blauwdruk (blad K. 165) waarop hij de
507 stoelen der genodigden op de 6de verdieping rangschikte. Na
de gebruikelijke redevoeringen werden de bezoekers door
geleiders, voorzien van een gestencilde handleiding door het
gebouw geloodst. Het openingsschema besloeg 23 pagina's, waarbij
niets aan de improvisatie werd overgelaten.
In 1940,vrij snel
na de Duitse intocht,werden rondom Amsterdam en Schiphol door de
Wehrmacht een aantal stellingen voor luchtafweergeschut en voor
zoeklichten gebouwd. Zo werd ook een soort kraaiennest op de kop
van het RVS gebouw aan de Apollolaan neergezet.
Het bouwwerk was vervaardigd van ruw,vers gezaagd,vurenhout en
er werd een zoeklicht in opgesteld. Wellicht ook nog een stuk
geschut,maar dat was van de straat af niet goed te zien.
Het zoeklicht was 's nachts vaak actief,samen met enkele andere
rondom Amsterdam opgestelde zoeklichten.
Eind 1940 en begin 1941 werd Amsterdam regelmatig door Engelse
bommenwerpers bezocht. De doelen waren de havens,waar
binnenvaartschepen werden omgebouwd om dienst te doen in de
voorgenomen komende aanval op Engeland, de Fokkerfabrieken en
Schiphol.
Een Engels vliegtuig dat door zoeklichtbundels werd gevangen had
weinig overlevingskansen. Al het beschikbare afweergeschut
rondom Amsterdam concentreerde zich op het ongelukkige toestel
dat meestal al snel brandend neerstortte. Maar vaak ook richten
de boordschutters hun machinegeweren en lichte kanonnen op de
zoeklichten die voor hen een eenvoudig doelwit waren en lukte
het hen die lichten uit te schakelen.
En zo is ook op een goede nacht het RVS zoeklicht door Engelse
boordschutters vernield.
Bovendien lukte het hen om het kraaiennest zodanig te raken dat
de bevestiging instabiel werd en het hele bouwwerk naar beneden
stortte.
Althans,dit was het verhaal dat op school de ronde deed en dat
zich natuurlijk als een lopend vuurtje verspreidde en ieder
schoolkind wilde het vernielde Duitse kraaiennest onmiddellijk
en wel met eigen ogen gaan bekijken.
En waarachtig : de kop van de Apollolaan was door Duitse
militairen afgezet. We konden er dus niet vlakbij komen. Maar
een berg planken ,puin en verbogen staal lag vlak voor het RVS
gebouw op straat en ook de top van het gebouw zelf had schade
opgelopen.
We zijn er nooit achter gekomen of ook de bemanning van het
zoeklicht krijsend mee naar beneden was gevallen. Dat hoopten we
natuurlijk wel.
De kranten zwegen als het graf over het voorval. Engelse bommen
en kogels troffen immers nimmer Duitse militaire doelen. Engelse
bommen vielen altoos LUKRAAK op steden en dorpen. De affiches op
aanplakzuilen waarschuwden dan ook: "Engelse vliegers kennen
geen genade voor vreedzame burgers." Over het lot van Duitse
militairen als gevolg van een Engels bombardement werd nimmer
gerept.
Het is me opgevallen dat ik, iedere keer als ik in de buurt van
het RVS gebouw kom, de lichte geur van vers gezaagd vurenhout
meen te ruiken. En een ijl gekrijs hoor.
Eppo Oomkens
Het kraaiennest 1944
(toegevoegd juni 2014) Ingezonden door Ewoud Bon
Ik was als 12-jarige getuige van
het luchtgevecht om het zoeklicht op de Rijksverzekeringsbank.
Het was in 1944 tijdens de Hongerwinter, ik weet niet precies
wanneer. Tegen middernacht werd ik gewekt door onheilspellend
gedreun van vliegtuigmotoren. Ik rende naar het raam,
we woonden in de Schubertstraat en van daaruit kon je de
bovenkant van de Rijksverzekeringsbank goed zien en zag een
grote bommenwerper heel laag met een boog van Zuid naar Noord
eromheen vliegen, terwijl de lichtbundel van het zoeklicht het
toestel volgde. Ik zag lange slierten lichtspoormunitie vanuit
de bommenwerper zijdelings richting zoeklicht . De volgende dag
werd op straat verteld dat kogels waren ingeslagen in huizen op
de Mozartkade. Een baby in de wieg werd bijna getroffen. Op
straat, vertelde ik het verhaal aan een vriend. Iemand die erbij
stond zei: De Rijksverzekeringbank schoot terug. Ik weet zeker
dat dat niet waar was, maar hield mijn mond.
Of het zoeklicht toen geraakt is weet ik niet. Het toestel (ik
vermoed at het een Engelse Lancaster was, want de Amerikanen
vlogen overdag met hun B-17's naar Duitsland) was kennelijk van
plan een noodlanding te maken. Het moet zeker naderhand zijn
neergestort en de bemannning heeft het zeker niet overleefd. Als
iemand iets weet over het lot van dit vliegtuig zou ik het
gaarne vernemen. Dat schieten op het zoeklicht door een ten dode
gedoemd bemanningslid vind ik een heroďsche daad.
Fotoreportage van 2010 Met foto's van
Jos en Jenny Wiersema en Ruud Jansen het exterieur en uitzicht
vanaf het gebouw.
Het Apollo House
- 12 december 2010 Foto: J.Wiersema
Foto's:
Het exterieur en uitzicht - 12 en 23 december 2010
Fotocompilatie:
Het exterieur en uitzicht - 12 en 23 december 2010
Hielkje Zijlstra laat in een lijvig proefschrift
zien hoe riskant het kan zijn om de bouwtechnische geschiedenis
van een gebouw te veronachtzamen.
Een deel wijdde zij aan het gebouw van de Rijksverzekeringsbank.
"Ik heb één deel gewijd aan de
Rijksverzekeringsbank in Amsterdam-Zuid, het tegenwoordige
Apollo House. Een elegant en omstreden ontwerp, met veel liefde
voor detail uitgevoerd. De architect was Dirk Roosenburg, de
grootvader van Rem Koolhaas. Dat gebouw herken je aan de slanke
kantoortoren en het lage cirkelvormige gebouw waar destijds de
archieven waren ondergebracht. De Rijksverzekeringsbank was de
eerste organisatie die zich bezig hield met de uitvoering van de
sociale wetgeving, en het cirkelvormige gebouw was gebouwd rond
de 'adressograph', een nieuw transportsysteem voor de miljoenen
kaarten waar de ambtenaren dagelijks mee moesten werken."
Daar kun je je een filmscčne bij voorstellen.
"Het gebouw is in 1986 gebruikt voor de oorlogsfilm 'In de
schaduw van de overwinning'. Die film draait om een deels
mislukte poging van het Nederlandse verzet om een voor de
Duitsers zeer interessant kaartenarchief te vernietigen.
Ondanks die op de adressograph toegesneden laagbouw was de
Rijksverzekeringsbank uitermate geschikt om later te worden
aangepast voor hergebruik. De kantoorverdiepingen waren ruim
bemeten, met hoge ramen die veel daglicht binnenlieten. Maar
door een reeks ondoordachte ingrepen zijn de lichtheid en het
open karakter van het gebouw verloren gegaan. Al in 1968 zijn de
fraaie keramische tegels van de gevel, die een parelmoeren glans
bezaten, vervangen door saai natuursteen. In de jaren negentig
werd het gebouw betrokken door een advocatenkantoor: er kwamen
donkere interieurs die niet in het gebouw pasten en nieuwe
trappenhuizen die haaks stonden op de bestaande structuur. De
plafonds werden met een halve meter verlaagd om ruimte te bieden
aan de individueel te bedienen klimaatregeling die in die tijd
als een must gold. Je kon de karakteristieke
hoge ramen niet meer open of dicht doen."
Wat zegt de architect onder wiens verantwoordelijkheid die
ingrepen zijn uitgevoerd?
"Hij heeft er spijt van, en vond het niet leuk dat ik het
onderwerp weer oprakelde. Hij zei dat architecten begin jaren
negentig nog niet wisten hoe ze met zo'n gebouw moesten omgaan.
De Rijksverzekeringsbank was en is geen monument, er was geen
druk om bepaalde architectonische kwaliteiten te ontzien. Men
moest vooral dat advocatenkantoor tevreden stellen."
Kan de schade hersteld worden?
"Te duur. De bloedvaten zijn als het ware uit het gebouw
getrokken. Alleen al het in de oude staat herstellen van de
gevel zou kapitalen kosten."
Momenteel is de
eigenaar van het object
het
Newomij concern, een
Nederlandse vastgoedonderneming. Het gebouw wordt grotendeels
gehuurd door
Allen & Overy LLP, een internationale
advocatenmaatschap die sinds 2000 onder deze naam een kantoor in
Amsterdam heeft.
Het Rijksmonument het Apollo House ondergaat vanaf januari 2011 een
volledige renovatie. Dit gebeurt op initiatief van
Allen & Overy dat 14.400 m2 kantoorruimte en 221 parkeerplaatsen
in het gebouw huurt. Het bouwplan heeft betrekking op het
complete interieur van het Apollo House, waarbij een hoge
duurzaamheidsambitie is geformuleerd. Zo voorziet het ontwerp
voor de renovatie onder andere in een WKO installatie,
klimaatplafonds en daglichtregelingen. In het ontwerp is
gestreefd naar het zoveel mogelijk benutten van de monumentale
kenmerken van het Apollo House. Op sommige plekken worden de
originele monumentale aspecten zelfs weer in ere hersteld.
april 2011, de
verbouwing is in volle gang
foto: Ruud Jansen
Jenny Wiersema-Edens
In 1971 kwam ik als 17-jarige bij de Sociale Verzekerings Bank
werken. Het was mijn eerste echte werkgever met toen 1100
werknemers.
Mijn eerste stap binnen dit - toen voor mij - immense gebouw heb
ik als heel indrukwekkend ervaren. De hal was prachtig en
stijlvol met een grote wandschildering. Ik kreeg een rondleiding
door de vele grote kantoortuinen, door de ring en langs de
archieven. Daar mocht je natuurlijk niet zomaar naar binnen. Ik
weet nog dat ik de kantoorruimten nogal grauw en eenvoudig vond
voor zo’n indrukwekkend gebouw.
Ook heb ik eens een blik mogen werpen in de directie- en
vergaderzaal, precies boven de ingang. Deze ruimte stond in
schril contrast met de rest van de inrichting, maar het paste
wel precies bij het uiterlijk van de bank: statig en voornaam.
Het uitzicht vanaf de bovenste etage was prachtig. Hier was het
restaurant gevestigd.
Ik kwam te werken op bureau opleidingen, volgens mij op de 4e of
5e etage, samen met nog 11 andere meiden onder leiding van
juffrouw Niemeijer. In die tijd werd een ongehuwde dame nog
juffrouw genoemd en een gehuwde dame mevrouw. Juffrouw Niemeijer
was een klein, pittig, streng maar zeer rechtvaardig dametje,
die ons met veel geduld het 10-vingersysteem op de typemachine
bijbracht. Grote zware machines die niet te tillen waren. We
werden allemaal voorzien van stufpotloden en scheermesjes om de
foutjes te herstellen.
Wij leerden tijdens het werken. Iedere maand werden door ons de
AOW betaalcheques ingevuld. Een heidense klus, maar je leerde
wel secuur werken. Ik pluk er nog de vruchten van. We gingen
allemaal de deur uit met een certificaat voor minimaal 160
aanslagen per minuut.
Na 1˝ jaar ben ik er vertrokken, omdat mijn ambities elders
lagen, maar ik heb toch altijd de sfeer van dit prachtige gebouw
wel een beetje gemist. Het is nog altijd leuk om er langs te
rijden en terug te denken aan mijn eerste stappen daarbinnen, nu
40 jaar geleden.
Jenny Wiersema - Edens
Wim Klaasen
Ik wil reageren op de rapportage over de Sociale Verzekerings
bank. Mijn vader kwam daar direct naar de oorlog werken, in een
nog al ambtenaarachtige omgeving werkte hij zich op van
schrijver naar HoofdcommiesA in een behoorlijk autoritaire
omgeving, mocht ik als scholier in 1964 solliciteren als
vakantiewerker.
Na een kort gesprek waarbij natuurlijk hielp dat mijn vader op
de SVB werkte werd ik aangenomen op de afd. Bibliotheek/Archief.
De afdelingsstructuur was er een van heel hoog dus in aanzien
tot heel laag (de scholier) deze werd weggestopt achter
stellingen en bureau`s en alleen via allerlei hoger geplaatste
kon ik de cheffin bereiken, deze zat nl. op een verhoging. Mijn
taak was archiveren, met een typemachine alle relevante zaken
uit de Staatscourant halen, en naar het archief gaan. Dat was
een belevenis zo onder de grond, met veel kranten en
tijdschriften, ik heb daar wat afgelezen en tijd doorgebracht,
allemaal onder het mom van "kan het niet vinden" bleef ik tijden
weg.
Mooie tijd in een mooi gebouw, met een grote hoofdingang en
grote trappen.
PS
Voor de Apollolaan was de SVB gevestigd naast de Oude Rai in een
prachtig zwart houten gebouw.
Karel N.L.
Grazell
Strijken aan de Stadionweg/Apollolaan
Hoewel ik lang niet alle strijkijzers van het land ken, durf ik
het toch te stellen:
‘ons’ gebouw van de Rijks Verzekerings Bank is het mooiste
strijkijzer van het land.
En dat. een heel klein beetje bijgewerkt, al vanaf vóór WO II.
Ik was net voordat de Bevrijding uitbarstte, 17 geworden (begin
april) en ik ging in begin juli van de HBS af (ik kreeg het
einddiploma cadeau). In die schooltijd kwam ik al eens in de
Oudemanhuispoort, waar de Universiteit vooral was. Rond begin
najaar zou ik daar echt gaan studeren.
En tot dan? Al in de jaren dertig had ik eronder geleden: ik
moest socialer worden, ik moest lid worden van allerlei
jeugdgroepen, zoals gymnastiek, padvinderij (welpen), voetbal.
Niks voor mij, toen niet en nu nog niet..
Mijn lidmaatschappen van die clubs duurden ook niet lang. En nu
had m’n vader weer iets nieuws bedacht. Ik moest maar tussen HBS
en Universiteit, na dat isolement van 5 jaar Bezetting, effe
snel de maatschappij een beetje leren kennen. Bij ons, aan de
overkant naast de fietsenwinkel, woonde op de Amstelveenseweg de
heer Aarts – een in mijn ogen wat deftige man. Hij was meer dan
minder belangrijk bij de RVB. Dus|
Of mijn zoon Karel een tijdje…
Natuurlijk, zeker, dat krijg ik in mijn positie wel voor elkaar.
Eerst moest ik naar een arts. Die keek in m’n keel, ik moest A
zeggen (dat bewees dat ik geen analfabeet was), hij luisterde
naar m’n hart en longen: die bleken genoeg te werken voor de
zittende taak, welke voor mij was bestemd, hij trok voor alle
zekerheid nog een pen over m’n voetzool (au! – dat bewees dat ik
gevoel in m’n voeten had en dus niet de hele tijd zou willen
rennen tussen de bureaus) en ik was OK.
Ik trad de eerste werkdag binnen door de indrukwekkende toegang
van de RVB. Een lift bracht me een paar verdiepingen omhoog. Een
enorme ruimte, vol bureaus, zo geordend als het
opstellingsschema van een voetbalelftal, maar met meer, meer,
méér…
Een chef wees me een van die bureaus, ik kreeg mappen, een
rekenmachine (draaien aan een slingertje, heel mechanisch), en
hij legde me uit. Mijn taak: het berekenen van de afkoopsommen
van Vrijwillige Ouderdoms Verzekeringen. In oude jaren – er was
nog geen staatspensioen, geen Drees – kon men vrijwillig een
soort pensioen bij elkaar sparen. En dat ging men nu opheffen.
Iedere verzekerde had een map bij de RVB en kreeg wat geld
terug.
Ik slingerde. Soms had ik het archief op de bovenste etage
nodig. Dat bestond uit rekkenrekkenrekken met VOV-mappen.
Ik had het al na een dag of twee door. Ik moest maar vaak op het
archief gaan zijn. Uren. Daar kwam m’n privé-lectuur in een apart
gecodeerde map en zittend in de vensterbank, kijkend over een
goed deel van Plan Zuid, zat ik uren te lezen. Ik paste nou
eenmaal niet in veel mensen bij elkaar.
Ik bleef vijf weken, vijfeneenhalve werkdag per week, bij de RVB.
En toen kende ik de maatschappij en mocht naar de Universiteit.
Ik kreeg in m’n loonzakje 39 gulden zoveel. Een prachtige
beloning gezien wat ik er had gedaan.
O ja, en elke werkdag tussen de middag werd er voor het hele
personeel warm gekookt. We hadden immers de hongerwinter achter
de rug en we moesten weer sterk voor het werk zijn.
Iemand ooit kritiek gehad op m’n opvattingen over het werk? Nee
hoor. Men streek de hand over het hart voor zo’n jonge jongen.
Logisch, we werkten in het mooiste strijkijzer van het land.
Herman
Koot
I remember an anti aircraft battery on top of this building, I
am now 75 and I think there are probably lots of people my age
and older who will remember this. Hope this is of use to you.
Elly
Levant-Weijmer-
Secretaresse Corporate Communicatie
Ook ik heb nog heel veel herinneringen aan de SVB aan de
apollolaan 15. Als 18 jarige kwam ik in september 1979 bij de
SVB binnen. Ik heb daar een hele leuke tijd gehad. Net wat Jenny
vertelt, ook ik heb het hele gebouw van binnen gezien en nog
steeds vind ik het een prachtig pand. Het pand straalt iets uit.
Hoe het er nu van binnen uit ziet zou ik niet weten. Ik ben daar
wel eens nieuwsgierig naar. Nog steeds werk ik bij de SVB, nu in
Amstelveen. Maar heb het nog vaak over het gebouw aan de
Apollolaan.
Ook ik hele mooie herinneringen aan dit
slagschip van zuid. Reden om in 2012 een reünie van oud (ex) SVB
Apollolaan collega's te organiseren. Als je belangstelling hebt
stuur dan je gegevens door naar mijn email adres
fzerbst@svb.nl
met vermelding van de laatste afdeling
waar je gewerkt hebt.
Frank J. Zerbst -
Voorzitter Personeelsvereniging OSV-SVB