Voor wie Zuidelijke
Wandelweg, de vorige roman van Paul Gellings over
onvermoede, raadselachtige kanten van Amsterdam-Zuid al een
feest der herkenning was, ligt hier dan nu een spannend vervolg.
Voor wie wil kennismaken en al lezend meewandelen met deze
auteur zal er van de eerste tot de laatste bladzijde van De
zomer van Icarus een wereld opengaan.
Een tekenaar krijgt de
kans een zomer door te brengen in Amsterdamse Rivierenbuurt,
waar hij geboren en getogen is. Zijn terugkeer confronteert
hem met een jeugdvriend: Leonard Grünewald. Die was toch
jaren geleden overleden? Merkwaardig dus dat hij steeds op
levenstekens van Leonard stuit.
Achtereenvolgens leiden een enthousiaste boekhandelaar, een
vroegere buurvrouw van Leonard, een escortdame en een
stokoude eigenaar van een koosjere broodjeswinkel de
tekenaar door een labyrint van raadsels en
persoonsverwisselingen, zoals dat alleen in Amsterdam-Zuid
kan bestaan.
De zomer van Icarus is een dubbelroman over mensen
die om elkaar heen cirkelen en soms heel even aan elkaar
raken, in een door het verleden getekend deel van Amsterdam.
De heldere en beeldende stijl van Paul Gellings maakt het
geheel tot een zinderend boek, dat je meesleept en niet
loslaat.
Paul
Gellings (1953) is schrijver, dichter en vertaler. Over
Zuidelijke Wandelweg schreef de pers o.a.:
‘Dat is vaker gebeurd, in de autobiografische Nederlandse
literatuur, maar zelden zo goed als Gellings het hier doet’
(de Volkskrant)
‘Gellings is vooral een
dichter, het gaat hem om de sfeer, om de precieze
formuleringen’(Het Parool)
‘De schrijver weet de sfeer van Zuid goed op te roepen. Het is
op veel plaatsen alsof je er zelf middenin staat’ (De
Telegraaf)
Op zaterdag, 20 november j.l.
hield Paul Gellings een literaire wandeling door Zuid. Hij las daarbij op locatie voor uit zijn nieuwste roman
De zomer van Icarus maar ook uit eerdere werken.
De start was om 14:00 uur bij boekhandel van Rossum in de
Beethovenstraat 32 te Amsterdam.
De wandeling werd georganiseerd i.s.m. met uitgeverij Passage
en stichting Geheugen van Plan Zuid.
FOTO'S Mick Hoff
Buurtbewoonster Hil Oosterveld ontving eerste exemplaar De
zomer van Icarus
Op 18 oktober 2010 werd bij
boekhandel Van Rossum in de Beethovenstraat het eerste
'Amsterdamse' exemplaar van 'De zomer van Icarus' aangeboden aan
Hil Oosterveld. Zij is lezeres van het eerste uur van Paul
Gellings' gedichten en romans. Oosterveld is model geweest voor
het personage van 'de buurvrouw' in 'De zomer van Icarus', dat
zich afspeelt in Amsterdam-Zuid.
Tijdens deze
presentatie, waar ongeveer 40 belangstellenden aanwezig waren,
zorgden auteur Marian Boyer en uitgever Anton Scheepstra van
uitgeverij Passage voor een inleiding. Daarna las Paul Gellings
een passage voor uit zijn laatste werk.
uitgever Anton Scheepstra en
schrijver Paul
Gellings
Ted de Hoog -
boekbespreking - eerder gepubliceerd in NIW - 151210
In 2003 verscheen Paul Gellings roman Zuidelijke Wandelweg,
gesitueerd in de Amsterdamse Rivierenbuurt en gebaseerd op
Gellings jeugdjaren, maar, zoals het hoort, duchtig bewerkt en
opnieuw verbeeld - een echte autobiografie noem je natuurlijk
geen 'roman'. Bij Amsterdammers roept de Rivierenbuurt
allerlei associaties op: het beroemde Plan Zuid van Berlage
uit de jaren twintig, dat in het huidige stratenplan nog goed
te herkennen is, maar ook J. F. Staals wolkenkrabber aan het
Victorieplein, die figureert in Hermans Tranen der Acacia's,
en het Merwedeplein. waar de familie Frank woonde voordat zij
naar het Achterhuis moest vluchten. Gellings verweefde zijn
door eigen memoires geïnspireerde verhaal ingenieus met de
locaties van de buurt, en hij introduceerde enkele figuren die
nu in het vervolg, De Zomer van Icarus, opnieuw opduiken, maar
nu gedetailleerder, misschien nog wel deerniswekkender.
Leonard, gebaseerd op een jeugdvriend van Gellings, is de zoon
uit het gezin Grünewald, waarvan de vader tijdens de oorlog
moest onderduiken en nooit meer van zijn ervaringen herstelde;
hij zit de hele dag in de achterkamer te puzzelen, zegt geen
woord en rent op een dag, gek geworden, de straat op, waarna
hij moet worden opgenomen. De moeder heeft 'een verleden',
maar we worden niet nauwkeurig op de hoogte gebracht.
We lezen hoe zij in een winkel wordt uitgescholden en
weggestuurd - was ze een moffenmeid. collaboreerde ze?
Leonards zusje is een mongooltje met een afgeplakt oog, zo
weerloos dat haar vader in 1956 bang is dat 'ze' haar komen
halen en zijn kinderen ijlings laat dopen. Over Leonards tante
Ilse horen we dat ze in Neuengamme heeft gezeten.
Leonard zelf is een complex karakter, niet zonder luciditeit,
maar nogal weerloos, uitgelachen door mooie vrouwen op
terrassen en in De zomer van Icarus minstens tweemaal
afgetuigd, als ik het goed geteld heb, geschoffeerd en voor
duistere handeltjes ingezet door een nogal woeste, roodharige
vriendin, die vermoedelijk ook al Joods is. Haar voornaam,
Hannah, is misschien niet toevallig een palindroom waarmee je
'alle kanten' op kunt.
Haar achternaam is 'Morgenstern', maar dat wordt door haar
stiefmoeder betwist. Ook de kosjere broodjesverkoper Topels en
de vroegere buurvrouw van de Grünewalds, Maud Eijlander, zijn
Joods.
Het verhaal speelt zich af begin juli 2003, als de ik-figuur
naar Amsterdam komt om op verzoek van een
boekhandelaar-uitgever Blanken de Rivierenbuurt in tekeningen
vast te leggen. Hij krijgt een deel van een roman
die Leonard op verzoek van zijn psychiater Cardozo over zijn
eigen leven aan het schrijven was en die via Maud bij Blanken
terecht is gekomen. Leonard pleegde in januari I974 zelfmoord.
En zo'begint een speurtocht naar
zijn leven, aangestuurd door Leonards tekst, die stilistisch
onvermijdelijk de sporen van de 'ik' (en van Gellings) draagt
- een structureel 'probleem' waaraan voor schrijvers moeilijk
te ontsnappen valt. In de loop van het verhaal duiken via
Hannah en Topels ook deel twee en drie van het manuscript op,
waardoor de lezer voor diverse verrassingen
komt te staan.
Pleegde Leonard Grünewald nu zelfmoord of
niet?
De ik voelt zich schuldig. Toen zijn ouders voorstelden om
Leonard een tijdje mee te nemen naar het oosten des lands,
verzette de ik zich daartegen door te vertellen dat 'Lo' vieze
spelletjes deed met zijn mongolide zusje.
Ja, Leonard was zijn vriend, maar hij ergerde zich ook aan hem
en deed als kind mee als hij door klasgenoten gepest werd -
wie herkent deze dubbelhartigheid niet? Schuldgevoel, of
heimwee, of een combinatie ervan, jagen
de ik voort op zijn queeste naar Leonards lot. Uiteindelijk
spoort hij zijn power-muze Hannah op en bedrijft de liefde met
haar, dertig jaar na Leonard; Hannah blijkt te denken dat de
ik Leonard is en hij laat het maar zo.
Gellings is sterk in het schetsen van de atmosfeer van de stad
- de avonden en de nachten, het licht dat aan het einde van de
dag als een 'brandende mantel' over de gebouwen ligt, het
rumoer van het verkeer, de bijna mythische présence van de
stad als achtergrond van alle individuele lotgevallen, en
vooral de ruige alledaagsheid,
weerloosheid en soms ook wreedheid van zijn karakters zijn
literair en psychologisch overtuigend. Gellings portretteert
mensen die tegen de klippen op proberen om toch iets van het
leven te maken, wat per definitie het ware drama oplevert. Als
Hannah Leonard heeft beloofd dat hij mee mag naar Israël - de
metafoor van Beloofde Land is hier bijna te nadrukkelijk -
gaat hij mét Hannah bij zijn moeder zijn paspoort ophalen,
waarna een verschrikkelijke scène ontbrandt tussen twee
vileine karakters - zonder twijfel een van Gellings
specialiteiten.
Pauline Wesselink
- schrijfster
Paul Gellings’ nieuwe roman
De zomer van Icarus is in oktober 2010 uitgekomen.
Gellings, leraar Frans in Zwolle, heeft altijd enorme heimwee
gehouden naar de Rivierenbuurt in Amsterdam, waar hij is
opgegroeid. Net als in zijn eerdere roman Zuidelijke
Wandelweg staan Amsterdam Zuid en zijn jeugdjaren centraal
in De zomer van Icarus. Op de coverfoto prijkt dan ook
het beeld van Hildo Krop op de brug over de Boerenwetering
(Muzenplein/Churchilllaan): het steigerend paard met meisje. De
foto is door Gellings’ vader gemaakt.
De hoofdpersoon uit De
zomer van Icarus, een tekenaar uit Zwolle (sic), gaat in
Amsterdam op zoek naar zijn jeugdvriend Leonard. De band tussen
die twee was dubbelzinnig; beiden werden in hun jeugd gepest.
Dat is geen verklaring voor een dubbelzinnige verhouding, ze
zijn beiden in hun jeugd gepest, maar uiteindelijk wordt Leonard
door de hoofdpersoon verraden. De titel van het boek verwijst
naar de mythe van Icarus, die in zijn hoogmoed te hoog vloog met
zijn zelfgemaakte vleugels waardoor hij neerstortte, maar ook
naar een manuscript dat Leonard heeft achtergelaten en dat de
tekenaar in handen krijgt: Het bloedend hart van Icarus, half
dagboek, half roman.
Gellings heeft onmiskenbaar
autobiografische elementen verwerkt in zijn dubbelroman, waarin
zowel keurige als randfiguren verschijnen en waarin geweld en
bizarre situaties een terugkerend gegeven zijn. Hij schuwt niet
om bepaalde (herkenbare) mensen kritisch te beschrijven. Figuren
die in Zuidelijke Wandelweg voorkomen, verschijnen ook
hierin. Het lijkt of de auteur er satanisch genoegen in schept,
af te rekenen met enkele mensen die belangrijk waren in zijn
verleden. Dat kan voor wie zich erin herkent, gênant zijn. Dit
geldt niet voor de buurvrouw van Leonard, Maud, die hem vaak
liefdevol opving omdat Leonards ouders niet in staat waren goed
voor hem te zorgen. Maud, een medewerkster van Artsen zonder
Grenzen, is voor de ik-figuur die op zoek is naar Leonard, een
vertrouweling. (Zij is geïnspireerd op Hil Oosterveld, een
bewoonster van de Stichtstraat, waar Gellings zelf als kind
woonde. Aan haar bood Gellings het eerste ‘Amsterdamse’
exemplaar van De zomer van Icarus aan tijdens de
presentatie bij Van Rossum.)
De stijl in deze roman is
krachtig en helder. Gellings, een begenadigd dichter, schrijft
poëtisch proza en maakt gebruik van symbolen, soms
raadselachtige verwijzingen en de wonderlijke wereld van het
geheugen, waardoor je je wel eens afvraagt: Wie is wie en wat is
echt gebeurd? Hij speelt een spel met fantasie en werkelijkheid.
Ook voor mensen die Amsterdam niet goed kennen, is De zomer
van Icarus een aanrader door de knap gecomponeerde en tot
aan het eind volgehouden spanningsboog.