De verdwenen kinderen

     

Hans Peter Siegfried Pick werd maar vijf dagen later dan ik, op 10 augustus 1933, geboren. Hij in Berlijn, ik in Amsterdam West. Martin Pick, zijn vader, kwam oorspronkelijk uit Polen en was op 10 juli 1932 in Berlijn getrouwd met Adelheid Alice Hirsch.

Als het echtpaar al hoopte op een gelukkige toekomst dan is die maar kort geweest. Op 30 januari 1933 kwam namelijk Adolf Hitler aan de macht als rijkskanselier van het Duitse Rijk. Krap twee maanden later, op 23 maart 1933 verwierf hij op grond van het aannemen van de zogenoemde Machtigingswet dictatoriale volmachten en werd de Rijksdag buiten spel gezet. Het betekende de invoering van een Nationaalsocialistische maatschappij zonder de mogelijkheid voor een controlerend parlement om in te grijpen.
Later in 1933 verschenen de eerste borden in de straten van Duitsland met opschriften als 'Joden niet welkom' en 'Koop niet bij Joden'. De levensomstandigheden van de Joodse bevolking werden daarna geleidelijk zwaarder en bereikten een voorlopig dieptepunt tijdens de Kristallnacht op 9/10 november 1938.

De familie Pick besloot al eerder dan laatstgenoemde datum Duitsland te verlaten en vertrok naar Nederland. Op 3 april 1937 betrokken ze in Amsterdam een benedenhuis op nummer 118 in de Deurlostraat.
De familie kreeg de toevoeging Vr. op hun archiefkaart in het bevolkingsregister. De afkorting voor vreemdeling neem ik aan en bij vader Martin kwam de vermelding koopman te staan.
Naar het vervolg van hun levensverhaal moet ik raden. Of Hans Peter naar een kleuterschool in de Rivierenbuurt ging weet ik niet. Maar in ieder geval moet hij in september 1939 naar een Lagere School zijn gegaan. Waarschijnlijk vlak bij hun huis, omdat er daar drie of vier aanwezig waren.
September 1943 was ons gezin, nadat m’n vader in Eerbeek door de SD was opgepakt, weer in Amsterdam komen wonen. Ook in de Rivierenbuurt. Ik ging naar school op hetzelfde plein in de Dintelstraat waar Hans Peter mogelijk de Dongeschool bezocht en had zelfs een vriendje in de Deurlostraat. Theoretisch kunnen we elkaar zijn tegengekomen. Tot 15 december 1943 overigens omdat die datum de Picks naar Westerbork werden gedeporteerd.
Of de famile daar bij elkaar is gebleven en hoe lang weet ik niet. Wel dat er op 9 oktober 1944 in een gaskamer in Auschwitz een einde kwam aan z’n korte leven.

Zouden z’n vriendjes op school hem gemist hebben na 15 december? Zou z’n meester of juf er aandacht aan hebben geschonken? Ik heb zo’n geval niet zelf meegemaakt maar herinner me wel de terughoudendheid om over die dingen te praten. Misschien gaf men maar het liefst gehoor aan de verklaring dat het gewoon om families ging die naar Duitsland moesten vertrekken om daar te werken.
Toen na de oorlog bleek dat al die kinderen die zo plotseling de school moesten verlaten, nooit meer zouden terugkomen omdat ze vermoord waren, werd ook die kennis op mijn school min of meer stilzwijgend afgedaan. Waarschijnlijk ging dat op andere scholen niet anders en daarmee was het Nationaal Socialistische bewind er volledig in geslaagd om al die kinderen, het waren er in Nederland bijna 18000 in de leeftijd tussen 0 en 18 jaar, in computertermen uitgedrukt volledig te wissen.
Dat wil zeggen, daar waren Heydrich en z’n smerige handlangers bijna volledig in geslaagd. Het is aan Guus Luijters en Aline Pennewaard te danken dat die kinderen weer terugkeren in onze herinnering.
Het kostte ze jarenlang werk om de gegevens te verzamelen van alle Joodse, Roma- en Sinti-kinderen die uit Nederland werden gedeporteerd tijdens de Tweede Wereldoorlog en vermoord. Ze hadden daarbij een gemeenschappelijk doel. Ze wilden deze kinderen weer een gezicht geven.
‘Het gaat om kindertjes, zoals je eigen kinderen. Of zoals je zelf bent geweest. Niks bijzonders aan. Ze hadden allemaal nog kunnen leven. Ze hadden hier moeten zitten, aan een taartje met hun kleinkinderen’, zegt Luijters ergens in een interview.
Het resultaat van hun werk is neergelegd in het boek In Memoriam. Een overzicht van alle gedeporteerde en vermoorde Joodse, Roma en Sinti kinderen, 1942-1945
In het boek krijgen de kinderen hun naam terug en waar mogelijk weer een gezicht. Van ieder kind wordt de geboortedatum en het adres genoemd met daaraan toegevoegd de sterfdatum en -plaats.
Zeventienduizendnegenhonderdvierenzestig (17964) kinderen (in de leeftijd van 0 tot 18 jaar) zijn per transport – het waren er 102 vanuit Westerbork - geordend. Je kunt er als je wilt het systeem van de Duitsers uithalen waarmee ze de transporten samenstelden. De ene keer gebeurde dat gewoon in alfabetische volgorde van de namenlijsten, de andere keer werd er geselecteerd naar de stad waar de kinderen vandaan kwamen.
De auteurs van in Memoriam zijn er bovendien in geslaagd om van 3000 kinderen foto’s te achterhalen. Zoals onderstaand exemplaar van Hans Peter Pick. Deze foto’s zijn afgebeeld in het boek.

De tentoonstelling in het Stadsarchief is in feite een tijdelijk eerbewijs aan de kinderen. Op een eindeloze glaswand zijn daarom al hun namen, 18.100, aangebracht.
Van 15 kinderen, waar meer feiten over bekend zijn, wordt een afzonderlijk stukje levensverhaal weergegeven.
Ook is er een speciale vitrine voor foto’s die tijdens de tentoonstelling binnenkomen.
In de filmzaal draait de film ‘herinneringen aan een vermoord kind’ van Willy Lindwer waarin ooggetuigen vertellen hoe hun vriendinnetjes of vrienden werden weggevoerd om nooit meer terug te keren.

We waren er gisteren, 15 februari. Bij binnenkomst in het Stadsarchief word je meteen geconfronteerd met het werk van Aline Pennewaard. Circa 3000 foto’s met van ieder kind de gegevens zijn in lange rijen op lange borden geplakt. Het deed me een kort moment denken aan het Genocide museum in Pnom Penh. Maar waar je daar bij iedere foto getroffen werd door de angst of onzekerheid van de geportretteerde gevangene zien we hier foto’s van kinderen die zich nog niet bewust zijn van het lot dat ze wacht. Het zijn familiefoto’s, foto’s van schoolklassen, foto’s die zijn genomen tijdens een uitstapje of bij een verjaardag.
We besloten om eerst de film te zien waarin het korte levensverhaal van een aantal kinderen wordt verteld. Je maakt er in kennis met mensen die de betreffende kinderen gekend hadden. Je luistert naar hun verhaal en vraagt je af hoe dit mogelijk is geweest. Was er dan niemand die …..? Oh jawel, die waren er ook maar met medewerking van de politie, tramconducteurs, de Nederlandse Spoorwegen, leden van de NSB en de Landwacht werd Joods Nederland toch vrijwel zonder tegenwerking gezin voor gezin weggevoerd naar Westerbork en vandaar naar oorden van verschrikking als Auschwitz, Sobibor, Theresienstadt, Bergen-Belsen.
De film duurt een minuut of veertig, is sober gemaakt, zonder opsmuk, ook zonder heldenverhalen. Beelden die gecombineerd met m’n eigen ervaringen in die tijd me met droefheid vervulden en een gevoel van machteloosheid.
Daarna bekeken we eerst wat er over de vijftien geselecteerde kinderen bijeen was gebracht. Foto’s natuurlijk, poëziealbums, een schoolrapport, wat gebruiksvoorwerpen, het huis waarin het kind had gewoond, z’n leefomgeving, en uiteindelijk het transport.
Pas daarna vonden we het tijd om naar de foto’s te gaan kijken. Een schijnbaar oneindige reeks. Veel portretfoto’s die je aankijken met een neutrale blik, kleine kinderen, grotere tot wel vijftien zestien jaar. Ik betrapte me er op een gegeven moment op dat ik naar de geboortedatums ging kijken. Zocht bijna naar leeftijdgenoten. Jongens meisjes die uit mijn buurt kwamen. En ik zag de familiefoto van mensen die recht tegenover ons woonden.
Ik was niet de enige die dit deed. Er waren veel bezoekers van mijn leeftijd waarvan er meerdere bewust naar iets, misschien bekenden uit hun jeugd, op zoek waren. Maar waarom ook niet. En ik concentreerde me op de schoolfoto’s, keek of ik een foto tegenkwam van mijn school of mijn klas waar een van die gedeporteerde kinderen nog op stond.
Hoewel ik geen camera had meegenomen, omdat ik me had afgevraagd of je fotograferen bij zo’n presentatie niet beter achterwege kunt laten, nam ik toch een paar foto’s met m’n telefoon. Foto’s van matige kwaliteit maar het ging me er vooral om een indruk te kunnen geven van de gebeurtenis.
En op een gegeven moment zag ik toen Hans Peter Pick. Bijna net zo oud als ik. Achtenzestig jaar later even weer tot leven gekomen.

15-2-2012
erJeetje