231 - De winkel van mijn vader, Harry Sacksioni, jaren 50 en 60


Mijn vader, Harry Sacksioni, begon in 1950 een sigarenwinkel in de Rijnstraat op nummer 63 in Amsterdam Zuid. We woonden met het gezin achter de winkel en hadden er  een grote tuin. Vanuit de winkel keek je de woning in want de tussendeur stond altijd open, het was heel gewoon bij ons om door te lopen voor een praatje bij m'n moeder aan de keukentafel.


de bus die m'n vader organiseerde naar de uitwedstrijden van Ajax.
Mijn vader was sinds eind dertiger jaren lid van AFC-Ajax, voetbalde er toen  tot eind jaren veertig, zelfs in het eerste elftal . Hij wilde in zijn winkel graag de voorverkoop gaan doen van Ajax-kaartjes en stapte naar meneer Volkers van Ajax, die ook in de Rijnstraat woonde, om te vragen of hij een goed woordje voor hem wilde doen. Dat deed hij en binnen korte tijd had de sigarenwinkel ook de voorverkoop van Ajax-voetbalkaartjes . Zo werd het een bekend adres voor voetballiefhebbers. In die jaren was er nog niet die afstand die nu overal is, de spelers kwamen bij ons over de vloer: Piet Keijzer, de trotse vaders van Jacques Swart en Don Feldmann . Ook een jonge Johan Cruyff kwam op een zondagmiddag bij ons de zonnige tuin waar we zaten inlopen en begroette m'n vader met het geven van een hand  en  'Dag ome Harry'. M'n vader ging autobussen organiseren om de supporters naar de uitwedstrijden van Ajax te brengen, dat gaf 's zondags altijd een gezellige drukte voor de deur, maar  bij terugkomst van een uitwedstrijd waarin Ajax verloren had bleef het erg rustig. Hij werd met veel enthousiasme geholpen door een heel jonge Floris Thoolen, die nu al jaren de 'Speaker' van  de Arena is.

De (distributie) radio stond bij ons thuis elke zondag aan met de verslaggeving van alle voetbalwedstrijden die er gespeeld werden en als alle uitslagen genoemd werden, schreef m'n vader die allemaal met een krijtje op speciale borden en zette die borden buiten voor de winkel, zodat iedereen kon zien wat de uitslagen waren.
Dat werd elke week ook altijd druk bezocht. De volgende maandagmorgen werden de wedstrijden van Ajax besproken in de winkel, door de kenners van toen, waaronder Sal van Gelder (de vader van Jack, die nu hetzelfde doet op televisie, maar voor een veel beter salaris), oud-Ajax-voetballers Piet Ouderland en Joop Stoffelen.  Er werd heel veel gelachen, vooral als iemand weer eens een , meestal schuine, mop vertelde, of een mooie anekdote wist. Andere oud-Ajaxspelers kwamen ook geregeld in de winkel: Gerrit Fischer en 'Rooie' Piet van Dijk, die voor de oorlog ook nog in het eerste speelde. Hij kon zo mooi vertellen over wat ze allemaal uitgehaald hadden tijdens uitwedstrijden, we hingen aan z'n lippen. Zijn zoon, Peter, kwam ook altijd bij ons thuis . Hij  had dezelfde humor als zijn vader en haalde ook altijd van alles uit in de buurt.

Mijn kamer grensde aan de straatkant, met een laag, smal schuifraam en op een zaterdagavond waren mijn ouders weg en ik was de winkel aan het dweilen. Er werd aan de brievenbus van de deur, waarboven een sigarettenautomaat hing, gerammeld, ik keek door het stuk raam dat onder de automaat zat en zag dat het Peter van Dijk was, met nog iemand. Ik zei dat de deur op slot was en dat ik die niet van binnenuit open kon maken. 'Kom even naar je kamer' zei Peter, en ik zag de lachlichtjes alweer in z'n ogen opkomen. Voor het raam gekomen zei Peter: 'schuif es open' en toen ik 't raam open had gezet, klom Peter naar binnen, gevolgd door de man die bij hem was en die een zwarte bolhoed op had en een zwarte paraplu bij zich droeg. Binnengekomen zei Peter: 'ik wil je even voorstellen, dit is Werner Schaaphok, voetballer van Ajax'. Een volgende keer kwam Peter binnen (gewoon door de deur) met Wim Suurbier. Weer een andere keer belde Peter op: 'ben je straks thuis, dan kom ik even langs met iemand'. Een uurtje later komt hij m'n kamer binnen lopen met Dave Berry, voor wie Peter een soort roadmanager was tijdens diens verblijf in Nederland...

Toen de Postbank een Gemeentegiro-kantoor begon op de Ceintuurbaan, heeft m'n vader ze voorgesteld een bijkantoor in zijn winkel te beginnen, om meer mensen van dienst te kunnen zijn. In de Rivierenbuurt woonden altijd al veel kunstenaars: schrijvers, acteurs, musici, enz. en die kwamen nu hun geldzaken regelen bij ons, wie niet rookte, kwam wel voor de Giro of voor voetbalkaartjes. Jan Wolkers woonde in zijn atelierwoning aan de Zomerdijkstraat en reed regelmatig in zijn oude legerjeep door de Rijnstraat. Hij had ook Gemeentegiro, maar niet altijd geld. Dan vroeg hij m'n vader of hij toch geld kon opnemen, ondanks dat hij rood stond. Dat deed m'n vader  zonder aarzelen, wetend dat het met hem wel goed zat. Voor voetbalwedstrijden van Ajax verzorgde m'n vader ook altijd kaartjes voor Jan Wolkers. Vanaf die tijd kreeg m'n vader elk nieuw uitgekomen boek van Wolkers, met daarin op het lege voorblad geschreven b.v.: 'Voor Harry Sacksioni, in vriendschap, Jan Wolkers'. In 'Serpentina's Petticoat' (dec.1967) staat: 'in vriendschap (ondanks de ongedekte cheques)' en in 'Kort Amerikaans'(maart 1967) staat 'Voor H.S. in vriendschap voor de kaartjes Ajax-Dukla...helaas werd er niet zo met doelpunten gesmeten als op de omslag van dit boek met die gipsen tors, maar dat konden we ook vantevoren niet weten.' In 'Werkkleding'  ( dec. 1971) staat voorin: 'Voor H.S. in vriendschap en met goede herinneringen aan pagina 253'. Op die genoemde bladzijde staan aantekeningen van Wolkers afgedrukt en onderaan blz. 253 staat bij 1 juni: 'gesprek met Sacksioni. Ik zeg dat Ajax met 2-0 gaat winnen van de Grieken'. In een ander boek wordt zijn bezoek aan de winkel genoemd, hij beschrijft er in hoe het zonlicht, door het gekleurde etalagescherm heen schijnend, de winkel in een oranje gloed zet.
Jan Wolkers kwam ook altijd lege sigarenkistjes halen en op een keer, de winkel stond vol mensen, vraagt mijn vader hem: 'wat doet u toch met al die lege kistjes?' Waarop Wolkers met zijn welbekende  stemgeluid antwoordde: 'daar bewaar ik dode zeemeeuwen in'... Veel later, na zijn dood, was er een tentoonstelling in zijn voormalige atelierwoning. We gingen er heen en zagen dat de kistjes mooi besteed waren: hij maakte er prachtige kunstwerken mee.

Zo halverwege de vijftiger jaren stopte er bij ons aan de overkant bijna elke avond  de bus waarmee artiesten, zoals b.v. Mary Dresselhuis, die op het Merwedeplein woonde, het land in gereden werden, naar de plaatsen waar ze die avond moesten optreden. In die tijd begon Tom Manders als Dorus en in zijn show zat ook Sacha Denisant. Zij wachtte ook vaak op de bus en als het dan vervelend weer was, kwam ze bij ons in de winkel wachten en dat werd vanzelf gezellig bij ons in de keuken wat drinken en praten. Eli Asser woonde ook met zijn gezin in de Rijnstraat  en kwam vaak in de winkel. Hij schreef toen ook hoorspelen voor de radio en toen we, op aanraden van Eli Asser, er op een zaterdagavond naar luisterden, hoorden we één van de personages iets zeggen over 'het tuinfeest bij Sacksioni'. Ad van de Gein woonde weer iets verderop in de Rijnstraat en toen mijn broer een piano nodig had, heeft mijn vader die toen  van Ad van de Gein overgenomen.  M'n vader tenniste toen ook met hem, bij het kleine tenniscomplex van Hendriks, aan de Amstel. Adrie van Oorschot , de allround-theaterman uit de Kromme Mijdrechtstraat kwam ook vaak in de winkel en toen mijn ouders een verjaardags-wens van m'n broertje : 'een zilveren fiets' in vervulling wilden laten gaan, hebben ze het piekfijn opgeknapte, zilvergekleurde fietsje, dat weer van zijn kind was geweest,van Adrie van Oorschot overgenomen .

Een jonge Jeroen Krabbé kwam  geld opnemen van de Giro, de familie Krabbé woonde toen aan de Amstelkade. Jan Blaaser kwam in de winkel, ging vissen met de winkelbediende die we toen hadden. Johnny Kraaikamp (later John genoemd) kwam voor voetbalkaartjes. M'n vader vroeg aan mij: ken je deze meneer van de televisie? Waarna Johnny Kraaikamp spontaan gek ging doen, zodat ik hem meteen herkende. Johan Kaart woonde in de buurt evenals Johan Boskamp met zijn zoon Hans, aan wie we een iets minder leuke herinnering hebben, maar dit terzijde. Heintje Davids woonde ' om de hoek', naast de 'Wolkenkrabber'. Willy en Willeke Alberti woonden in de Vechtstraat, evenals een paar leden van The Fouryo's. Joop van de Marel, toen een bekende zanger, kwam ook bij ons, Lex Goudsmit kwam geregeld, hij woonde toen nog in de Waverstraat. Anneke Grönloh woonde in de Uiterwaardenstraat en kwam ook vaak in de winkel, in de tijd dat ze haar eerste plaatjes maakte. Sonja Barend woonde in de Vechtstraat en kwam bij ons zenuwachtig Het Parool kopen, om de eerste recensie van haar televisieprogramma te lezen. Frits Barend woonde in de Waalstraat en kwam ook in de winkel. Maupie Staal ( 'een fluitje van drie cent') kwam ook altijd in de winkel en deed dan een verdwijntruc met eensigaar. Ton Lensink woonde met zijn tweede vrouw en hun twee kinderen op het Meerhuizenplein, onder het poortje dat aan het plein grensde. We moesten daar wel eens een bestelling brengen. Kunstwerk van Jan WolkersHij speelde toen in 1957 in de spannende tv-serie "Morgen gebeurt het', als kinderen keken we daar altijd naar en dan was het toen nog bijzonder, om hem eerst op tv en daarna , vaak in het wit gekleed, in de winkel te zien. Hij was lang, zwijgzaam en hield een zekere afstand. Ik meende in z'n ogen te zien, dat hij met hogere dingen bezig was, dus dat het niet een soort arrogantie was. Rob de Nijs parkeerde zijn eerst-verdiende sportwagen wel eens  voor de deur en kocht dan iets bij ons. Veel artiesten die niet in de buurt woonden, kwamen van de studio's in Hilversum, naar Amsterdam rijdend, eerst de Rijnstraat door en stopten dan wel bij de winkel om even wat te halen.

Het ging toen allemaal heel gemoedelijk en vanzelfsprekend en dat had er natuurlijk mee te maken, dat veel grote namen van later, toen nog bezig waren met 'er te komen' en zich daardoor bescheidener opstelden. Er was, zoals ik al zei, minder afstand, maar dat had ook zeker met de vijftiger- en zestiger jaren te maken waarin dit plaatsvond. Amsterdam-Zuid was toen niet alleen voor veel artiesten, maar ook voor bekende wetenschappers, schrijvers, filmers , journalisten, enz. , een aantrekkelijke buurt om te wonen. De winkel van m'n vader was daar toen een heel toegankelijke plek, mede door de verkoop van Ajax-kaartjes en omdat het een bijkantoortje was van de Gemeente-giro, maar vooral ook , omdat iedereen er welkom was, de deur naar het woonhuis altijd open stond en het dus eigenlijk een sociaal ontmoetingspunt was, waar iedereen graag kwam.