Iemand die langer nadenkt dan ik - dat zijn er velen - attendeerde me dat ik in afl. 9 vermeldde dat we in de keuken carbid hadden stukgeslagen op het aanrecht in de bezetting, maar niet verklaarde waarom we dat deden.
Dus: de laatste oorlogswinter was er een tekort aan alles. Geen gas, geen stroom, nauwelijks waterdruk en als we (op één hoog, dus vrij laag) nog wat water hadden dan was het een dun straaltje met de kleur van . . . juist, u dacht het al. Lijkt me ook verwarrend voor doktoren. Om enig licht in de huiskamer te krijgen werd van alles geprobeerd, ook een carbidlamp. Imitatie carbidlamp natuurlijk, door handige jongens geconstrueerd. Als je op carbid wat water druppelt ontstaat carbidgas en dat is zeer brandbaar, Ik kan me onze lamp niet goed meer voor de geest halen maar meen dat het neer kwam op een potje met enig carbid, daarboven een waterreservoirtje . Het ontstane carbidgas wed boven een gaatje (pitje?) aangestoken. Doordat het ene blikje los in het andere zat werd het af en toe met een plofje een eindje omhoog geblazen. De gasproductie was n.l. .zeer onregelmatig Mijn vader nam als hoofd van het gezin de leiding bij de eerste proef in de keuken. Hij kon veel maar voor dit werk had hij geen talent. Resultaat: een flinke explosie, brandje on de keuken en verschroeide wenkbrauwen. Laat ik volstaan met de mededeling dat de verlichting (ter grootte van een theelichtje) voortaan door mijn moeder werd verzorgd. Overigens was het pitje gevoelig voor iedere beweging, dus als we rond de tafel zaten en probeerden te leren of te lezen was het regelmatig:” zit nou stil” als het pitje geen flikkeren. Niezen of hoesten was ronduit asociaal. Nu ik toch mijn vader noemde: hij was echt een Heer uit Zuid, every inch a gentleman. In verschijning en gedrag, Wat dat betreft valt de appel…….. Bij ons thuis werd uitsluitend in de badkamer gezongen en wel uit volle borst. De akoestiek in onze badkamer was inspirerend. Mijn vader had een eigen repertoire: meest bekende nummers van operettes, die waren toen in. Maar ik kwam terug uit Indië en nam een eigen repertoir mee. In het Maleis en dat was maar goed ook. Een paar jaar later ging ook mijn broer naar de oost. Ik geloof maar één jaar, want hij behoorde tot diegenen die daar het licht hebben uitgedaan. Maar samen hadden we grote invloed op het badkamer-repertoir. Nu was er een soldatenlied op het wijsje van: we gaan naar Zandvoort, aan de zee:
Pigi di kampong,tidah boleh Pigi di kampong,tidah boleh
En wat daarna komt vermeld ik zelfs niet in het Maleis. Maar een feit is dat mijn door en door keurige vader dat uit volle borst stond te zingen bij het douchen. Hij heeft nooit geweten wat hij zong…………. Zelf kreeg (nou kreeg) ik mijn eerste huis op de Insulindeweg in de Indische buurt na een periode van inwonen. Zo ging het toen. Na vijf jaar kwamen mijn vrouw, zoontje en ik te wonen in de Jasonstraat, ook op nr 16 maar dan 3 hoog. Daar was een ruiltruck voor nodig. Zo ging dat Anno Toen. Ben Okker - juni 2014 - e-mail:
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
|