Ook van deze auteur zijn/is:
295 - Anno Toen (5)
Je zult van mij geen kwaad woord horen over de Jasonstraat en zijn bewoners. Het neusje van de zalm. Hoewel……… nou ja, uitzonderingen bevestigen nu eenmaal de regel. Die boom stond er toen nog niet. Had trouwens toch de bezetting niet overleefd……. De linkerdeur was voor de drie bovenverdiepingen. Boven het ondiepe portiekje zit een soort stenen goot. Tegen het inregenen, denk ik. Tja, je kunt niet alles eisen voor een klein huurtje. Het was voor ons jongens de noodingang als we erg laat thuiskwamen. Staand op het zadel van je fiets kon je je optrekken en op die gooit klimmen. He6 raam zetten wij altijd tevoren los (just in case) zodat het geluidloos te openen was. Via de trap en de deur van de woning (door mijn ouders deugdelijk gesloten) werd altijd door een van hun gehoord. Dit moet wel onder ons blijven in deze onveilige tijd. Dus mondje dicht. Ook achter was het eenvoudig om vanaf de veranda in de tuin te komen en terug, maar ja ,hoe kom je ‘s nachts achter? Als je wèl gesnapt werd, wat dan? Nou, dat kwam meestal neer op een uitgaansverbod van enkele dagen. Licht arrest voor oud gedienden. Wij hadden veel vriendjes in de Jasonstraat en kenden er eigenlijk iedereen. O, daar schiet me iets te binnen in dat verband. Bram ging in 1950 emigreren naar Canada en bracht zijn “goeie schoenen” naar de schoenmaker voor een paar nieuwe hakken, Hij wilde alleen goed spul meenemen. Maar hij vergat de schoenen af te halen. Onze buurtschoenmaker (ook van het type “kunt U morgen terugkomen?*) Dan legde mijn moeder een krant uitgerspreid op tafel en zat het viertal te doppen, eten en babbelen. Toen was geluk nog heel goedkoop! Ben Okker - juni 2014 - E-mail: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
|