Met uitzondering van de
foto onderaan deze pagina zijn alle foto's door Paul J. Gellings Sr gemaakt en dateren uit
de periode 1955 - 1963. De teksten zijn van Paul Gellings Jr. |
|
Stichtstraat Op een naambordje schuin tegenover mijn geboortehuis lees ik
Stichtstraat, Rivierenbuurt. Onzin: de Rivierenbuurt heeft de oorlog meegemaakt, dit deel
alleen de wederopbouw, is de wederopbouw.
Sfeervol was het buurtje rondom de Stichtstraat wel, bij
het dorpse af, met winkeltjes en al, langs de Baroniestraat: de Zuivelhof,
groentehandel Been, een garen- en bandwinkeltje. Die winkelpanden veranderen nu regelmatig
van bestemming. Of ze staan een jaar of langer leeg. |
Vergroot |
Zuidelijke Wandelweg De naam Zuidelijke Wandelweg werd de inspiratiebron voor de gelijknamige roman. De weg begon bij
de Amsteldijk en eindigde bij de Amstelveenseweg en was meer dan drie kilometer lang.
Momenteel is er nog maar een klein, herkenbaar, gedeelte van overgebleven. De rest is
opgeslokt door de ringweg van Amsterdam. |
Vergroot |
Boerenwetering Landelijk was de Stichtstraat ook destijds, je zat er aan de rand
van de stad. Tussen de Betuwestraat en de Boerenwetering strekten zich weilanden uit, met
koeien en kikkers die je op zomeravonden uit je slaap hielden.
Altijd al had dit water iets duisters en geheimzinnigs.
Tegenwoordig weet ik ook waarom. Het is de Styx van Zuid, aan de andere kant ligt half
verscholen achter hoge populieren de Tartarus van Amsterdam: Zorgvlied.
Op dit water heb ik leren schaatsen, ik ben er een keer
door het ijs gezakt en hetzelfde ijs heeft me een keer na een valpartij met botte ijzers
een gat in mijn kop bezorgd.
" We liepen verder, richting Zuidelijke Wandelweg
en Zorgvlied. Ik wees wat plekken aan. Daar had ik leren schaatsen. En daar was ik een
keer door het ijs gezakt. In de hoek bij de kademuur. Smaragdgroen lag de Boeren Wetering
aan onze voeten. Met paardebloempluisjes. En speldeprikken zonlicht. Mijn vriendin
knipperde met haar ogen.
Ik snoof de geur van herinneringen die ik niet meer heb. Misschien nooit heb gehad.
Waarvoor in ieder geval de woorden zijn vervluchtigd. "
Uit: Zuidelijke Wandelweg |
Vergroot
Vergroot
Vergroot
Vergroot
|
De Mirandabad " Warme schaduw, de Waalstraat stil als een verlaten
bergdorp. Aan het eind ervan het Mirandabad, vol kinderstemmen. Het ruikt er naar
bloeiende liguster en vers gemaaid gras.
De fietsenstalling, de ijscoman (ome Jan!) met zijn beige kar voor de ingang, het front
dat lijkt op een rijtje boerenhuisjes, ergens onder aan een dijk. "
Uit: Zuidelijke Wandelweg |
Vergroot |
Ringdijk - Amstel " De Dijk - een spoortalud uit vooroorlogse crisisjaren
waarover nooit rails hebben gelegen. Wel een door wandelaars uitgesleten paadje waarlangs
een paar ligusterhagen stonden te verwilderen. "
Uit: Zuidelijke Wandelweg
Overigens schrijft Jan Wolkers in Turks fruit ook heel weemoedig over de Dijk.
Inmiddels is het oude talud opgeslokt door de A10 om Amsterdam. |
Vergroot
|
Amstel en Amstelkanaal Vanaf de Amstel kon je daar zo de Rivierenbuurt in varen. Ik zie mijn vader
op een nevelige ochtend onderweg naar Werkspoor van zijn fiets stappen en zijn
onafscheidelijke Leica op dit beeld richten. Rechts de Jozef Israëlskade, waar De avonden van Gerard Reve zich afspeelt, en links
de Amstelkade, waar Jeroen Krabbé is opgegroeid. Ja, er gebeurt meer dan je denkt in
mistig Amsterdam. |
Vergroot
|
Weesperzijde - toren van
de Sint Willibrorduskerk Dit stadsgezicht
staat voor een Amsterdam waar ik voornamelijk over fantaseerde. Mijn vader fietste er
dikwijls langs op weg naar Werkspoor en een enkele keer zat ik bij hem voorop, op een
kinderzadeltje. Later, later als ik groot was zou ik deze stad gaan veroveren. Maar ik ben
aan Zuid blijven hangen.
Altijd ondanks allerlei omzwervingen een kind van de Rivierenbuurt gebleven. |
Vergroot
|
Utrechtsebrug Op een dag was de Utrechtsebrug klaar, waardoor ik als jongen van
zes zeven jaar het idee kreeg dat je de Amstel maar hoefde over te steken of je zat in
Utrecht. Ja, Amsterdam was groot en Nederland klein. Maar de brug drukte me wel met mijn
neus op het feit dat elders in het land ook kinderen woonden, speelden en naar school
gingen. Een hele ontdekking.
In de winter van 1963 was zelfs de Amstel niet meer tegen de vorst bestand. IJsbrekers
brachten er om de dag een vaargeul in aan, die de volgende morgen alweer dicht lag en waar
je 's middags op kon schaatsen.
Dit vertel ik ook in mijn boek Zuidelijke Wandelweg, en volgens Telegraafjournaliste Ingrid Hoogervorst kan dat
helemaal niet, kun je niet schaatsen op ijsschotsen. Nee, Ingrid dat kan ook niet, maar
tussen de schotsen kan het water ook bevroren zijn, zeker als het hard vriest - en toen
kon je dus tussen de schotsen door slalommen op je doorlopers.
Hoogervorstje heeft trouwens ook een boek geschreven over A'dam in de jaren vijftig,
zestig, dus het zal wel broodnijd zijn.
|
Vergroot
Vergroot
|
Biesboschstraat Vergis je niet in die rustige Biesboschstraat! Hij ligt pal op een
belangrijke as van Zuid, zoals ooit door Berlage gedroomd. Je ziet het aan de
Wolkenkrabber die daar waardig in het verschiet verrijst en nog steeds de architectonische
trots van de buurt is. |
Vergroot
|
Churchill-laan In de jaren vijftig, zestig gleed je op deze andere grote boulevard
van Zuid uit over het hondenvuil, iedere zonderlinge mevrouw had wel een hondje dat hielp
tegen eenzaamheid en oorlogstrauma's.
Tegenwoordig valt dat wel mee: de hondjes en hun mevrouwen zijn bijna allemaal verdwenen
en vervangen door jonge gezinnen - al ligt er nog wel veel rotzooi in de plantsoens en op
de stoepen. |
Vergroot |
Van Woustraat -
Draaiorgel Net als taxichauffeurs waren
orgeldraaiers in vroeger dagen heren, trots op hun werk, trots op hun accent - en terecht:
ze waren de ziel van de stad. Let op het hagelwitte overhemd van de man en op de lieve
kinderen in de zelfgemaakte kleren die zo kenmerkend waren voor de wederopbouwjaren.
Tegenwoordig is die plek wat exotischer - maar is Amsterdam niet altijd al een
kosmopolitische stad geweest? |
Vergroot |
Paalwoning Deze woning op palen even voorbij de Rijnstraat en het eindpunt van
lijn 25 op de Rivierenlaan sterkt mij in de gedachte dat in bouwkundige zin altijd alles
kon in Plan-Zuid.
De Wolkenkrabber, die eruit ziet als een op zijn kant gezette buizenradio, Jugendstil en
Mondriaan in de J.M. Coenenstraat of op de Reinier Vinkeleskade, de Oostenrijks-Hongaarse
sjiek van het Minervaplein. En hier dus dit bizarre ruimteschip op poten. |
Vergroot |
Muzenplein Op het punt waar het Amstelkanaal uiteenvloeit tot Noorder- en
Zuider Amstelkanaal steigert een paard. Een paar vleugels erbij, en Amsterdam heeft zijn
eigen Pegasus.
Hier dobbert Leonard uit Zuidelijke Wandelweg aan boord van het in de
Haringvlietstraat gestolen roeibootje onder de brug door.
Je ziet dat het paard hem wil waarschuwen, tegenhouden. Maar Leonard zal dat, door de
schemer om hem heen en in zijn hoofd, wel niet gezien hebben. |
Vergroot
Vergroot |
Rivierenlaan / President
Kennedylaan De grintstenen enclave achter de
flats op de Kennedylaan (vroeger Rivierenlaan) is eigenlijk atypisch voor Plan-Zuid. Het
echte Zuid bestaat uit de Rivierenbuurt, de Apollobuurt en de Stadionbuurt.
Op de hoek van de Maasstraat en de Rivierenlaan begint mijn
herinnering. Ik weet nog hoe intens ik in gesprek kon gaan met de drie stenen poppen boven
mij. Toen praatten ze terug. Nu niet meer -al heb ik nog altijd het gevoel dat ze mij
herkennen. |
Vergroot
Vergroot
Vergroot
|
Rooseveltlaan De Rooseveltlaan is een van de redenen waarom Amsterdam kan
wedijveren met Parijs of Wenen. Een grote boulevard waarover de tramrails langs een
liniaal getrokken lijken. Statige woonblokken aan weerszijden. Rijen populieren tussen de
Maasstraat en de Waalstraat. Het is een van de mooiste locaties in Zuid. Het Minervaplein
heeft een enkele keer hetzelfde effect op mij, maar de Stadionweg is nauwelijks een
boulevard, zodat de Rooseveltlaan het altijd weer wint.
Er zit een mooi ritme in de Rooseveltlaan , een golf die
van het Victorieplein naar de RAI trekt en terug. Dat komt door de boogvormige opstapjes
voor de trapportalen aan de zuidkant, die je ook ziet op het Merwedeplein. |
Vergroot
Vergroot
|
Wielingenstraat, brug
over de Boerenwetering Een meneer die na een
wandeling in het Beatrixpark moe was en
behoefte had aan wat rust. Zijn vrouw heeft het er helemaal van genomen en ligt daar
languit op de bank. Aan haar schoenen zie je dat het geen man is en geen zwerver. Een
onschuldig beeld uit onschuldige dagen. De houten bank zit er nog steeds, maar er slaapt
nooit meer iemand. |
Vergroot
|
Tweede van der
Helststraat Chocolaatje was de bijnaam van
de chauffeur op de foto, die mijn vader genomen heeft ergens in de vroege jaren vijftig,
in de Tweede van der Helststraat, Oud-Zuid. Taxichauffeurs waren heren in die dagen en
sommige auto's toen al museumstukken, maar altijd goed in de lak en de was, zoals deze
Opel uit
?.
De huizenrij waarvoor Chocolaatje met zoveel toewijding zijn werk staat te doen is
onmiskenbaar Amsterdamse School. Je ziet de invloed van de Stijl en Mondriaan, en ook nog
een tikje asymetrische Jugendstil. |
Vergroot
|
Apollolaan - Hilton hotel Een hotel met een geschiedenis die bij ons thuis begint. 'Denk je
soms dat het hier het Hilton is?' zei mijn moeder als ik het bad voor driekwart liet
vollopen of om ranja vroeg in plaats van melk. Dat dacht ik niet, maar het maakte me wel
nieuwsgierig. Haar woorden deden vermoeden dat het in het Hilton leuker was dan thuis, in
de Stichtstraat.
In 1969 hielden John Lennon en Yoko Ono hier hun bed-in. Ik
woonde toen in Enschede en knarste met mijn tanden, omdat ik er niet bij was in Amsterdam.
Ik moest het al een paar jaar doen met de tv. Ziek van heimwee keek ik naar series als Treffer (naar de boeken van Marten Treffer, de
voorloper van Appie Baantjer),en Eerste man (met
Rien van Nunen als Amsterdamse taxichauffeur van de oude stempel) en oude films als Rififi in Amsterdam of de eerste versie van Ciske de Rat. Verder verslond ik de boeken van
taxichauffeur Harry Boting: Wie geeft me jatmous?
en Nog meer jatmous. Op een dag zou ik
teruggaan en in het Hilton logeren.
Van logeren in het Hilton is het nooit gekomen, en het zal
er, denk ik, ook niet gauw van komen. De clientèle is er met de jaren lichtelijk
veranderd. De een wordt voor het casino met kogels doorzeefd, de ander duikt van het dak,
en je hebt nog dagen een zee van verlepte supermarktrozen in de zon, weer een ander - een
volkszanger - sluit zich een paar dagen in een suite op wanneer hij ruzie heeft met zijn
vrouw, die toch in hem 'ge-looft'... Ik ben bang dat ik er geen gelijkgestemde zielen
tegenkom, 's avonds in de bar.
En - moet ik bekennen - ik heb er ook de middelen niet voor. |
Vergroot
Vergroot
Vergroot
|
Victorieplein Literair mag je de Wolkenkrabber gerust ook noemen. Hij komt voor in
De kelner en de levenden van Simon Vestdijk, De tranen der acacia's van W.F. Hermans en Turks fruit van Jan Wolkers. Hij is enige tijd
geleden opgepoetst en staat er weer als nieuw bij - een beetje onwerkelijk na een grauwe
aanblik van jaren.
Maar daarom niet minder imposant.
Soms hoop ik dat uit een mistbank zo'n oud model tram
tevoorschijn komt, een blauwe lijn 4 of lijn 25. Of dat ik in de mist verdwaal en ineens
in een andere tijd terechtkom, bijvoorbeeld in 1957 of 58, op het Victorieplein, die delta
van asfalt waar de Rivierenbuurt begint. Of moet ik zeggen: ontspringt? |
Vergroot
Vergroot |
Roerstraat " mijn oude lagere school staat in de Roerstraat. Een rode
bakstenen voorgevel, met ramen onderverdeeld in kleine ruitjes.
Rechts de Theodorusschool, waar Leonard en ik naartoe gingen. Links de Mariaschool,
voor meisjes. Van elkaar gescheiden door klapdeuren waartegen verduisteringspapier was
geplakt. "
Uit: Zuidelijke Wandelweg |
Vergroot |
Terug naar de vorige pagina << |
|