door
Ruud Jansen

DE BEVRIJDING
2 mei staat op de kalender, over een paar dagen
vieren we voor de 61e keer de bevrijding en ik kan de verleiding niet weerstaan om even te
bladeren in de verhalen over die gebeurtenis in de Zuidelijke Wandelweg.
Het zijn er bijna honderd, tekst met fotos, veel tekst en bij het lezen komen de
herinneringen aan die tijd bijna vanzelf bovendrijven. Heb ik er zelf eigenlijk al iets
over verteld of blijft het bij de afleveringen die ik tot nog toe heb gemaakt?
Is dit alles, zing ik zachtjes voor me heen. Is dit alles, wat er is?
Genoeg, jongen, spreek ik mezelf vermanend toe. Er is nog zoveel meer. De bevrijding komt
eraan, het tempo moet omhoog. This is 2006, man, die mensen van nu hebben helemaal geen
tijd voor jouw gemijmer. Als je vindt dat er nog meer te vertellen is doe dat dan. Je doet
net de radio aan. Hoe zat het daar bijvoorbeeld mee in 1944? Of met de TV? Verschenen er
nog kranten? Is de situatie van toen te vergelijken met die van nu? Met onze radio,
televisie met nieuws en muziek, nog meer nieuws en nog meer muziek. Over vijf, zes, tien
zenders. Waarbij iedere gebeurtenis van enig gewicht in de wereld nog dezelfde dag in
woord en beeld bij je wordt thuisgebracht?
Kortom, aan de slag.
Nieuwsvoorziening
Was er nog een vorm van nieuwsvoorziening in die laatste maanden van de oorlog? Ik moet
het antwoord op die vraag schuldig blijven, weet het niet meer maar in de boeken met
fotos uit die tijd kan je zien dat er nog steeds kranten uitkwamen, zij het op
miniformaat. Maar het bezit van een radio was in ieder geval al drie of vier jaar verboden
en TV bestond nog niet. Over de draadomroep, een fenomeen dat al veertig jaar geleden is
opgeheven, twijfel ik. Als die nog werkte kon je daar in ieder geval uitsluitend de door
de Duitsers aangestuurde zenders Hilversum 1 en 2 op beluisteren.
Maar er waren nog meer nieuwsbronnen. Geregeld werden door de illegaliteit krantjes met
het laatste nieuws verspreid. Verder waren er ook nog mensen die in het geheim naar de
Engelse zenders en Radio Oranje luisterden op een verborgen radio. Op die wijze drong het
nieuws uiteindelijk wel tot alle hoeken door.
Thuis waren we aardig op de hoogte van de voortgang van de strijd tegen de Duitsers. Om
het overzicht niet kwijt te raken had mn broer een grote landkaart aan een muur in
de hal opgehangen. Daarop hield hij met vlaggetjes en gekleurd lint de situatie aan de
diverse oorlogsfronten bij.

Of dat nou alles was schreef ik in de inleiding
van deze bijdrage. Nee, natuurlijk was dat niet alles. Wat bijvoorbeeld nauwelijks
voorkomt in de meeste verhalen en ook niet gemakkelijk onder woorden valt te brengen was
de onzekerheid over de afloop van de oorlog. Niet in het minst door de altijd aanwezige
geruchten. Dat het bijna afgelopen was, dat het nog jaren ging duren en alle variaties
tussen die twee. En in het dagelijkse leven van die tijd duurde en duurde die oorlog maar
voort en knaagde steeds weer andere stukjes van het moreel af. Dat werd nog eens versterkt
door de geleidelijk slechter wordende levensomstandigheden.
Ook zoiets was de vrees om opgepakt te worden bij een razzia. Links en rechts werden dan
mannen opgepakt die in Duitsland moesten werken of er werden mensen opgepakt als
represaillemaatregel tegen acties van de illegaliteit.
Ik kan me nog goed herinneren dat mn broer in de Scheldestraat een
vluchtplaats had gemaakt tussen de vloer en het plafond van het huis beneden ons. In wat
oudere huizen, van voor 1940 bedoel ik, bestond die mogelijkheid omdat er een open ruimte
van zo'n 30 à 40cm tussen zat. Via een luik in de vloer, dat verborgen zat onder het
vloerkleed, kon hij op die manier verdwijnen als dat nodig mocht zijn.
Eén keer heeft het er echt naar uitgezien dat deze vluchtplaats echt gebruikt moest
worden. Een stuk of twintig Duitse soldaten arriveerden onder veel lawaai en geschiet met
overvalwagens in de Scheldestraat. De groep stopte in het midden van de straat en maakte
aanstalten om bij een paar woningen naar binnen te gaan. Maar zo ver kwam het niet want na
een commando stapten ze allemaal weer in en vertrokken weer na een paar schoten in de
lucht te hebben gelost. Zo liep deze gebeurtenis met een sisser af.
De laatste loodjes
In april werd duidelijk dat de bevrijding een kwestie van weken werd. De Russen stonden
voor Berlijn en de Amerikanen en Engelsen trokken in snel tempo door Duitsland zonder veel
tegenstand te ontmoeten. Ook niet van de bevolking daar. De voortdurende bombardementen op
de grote Duitse steden hadden het moreel van de burgers dusdanig aangetast dat er ook van
die zijde geen tegenstand werd geboden.

Bevrijd
En toen was daar dan toch nog plotseling het nieuws dat de oorlog afgelopen was.
Na een aantal valse meldingen eind april verspreidde het bericht zich razendsnel. De
juiste datum ben ik kwijt. Het was in ieder geval ergens in de avond van 3 of 4 mei.
Overigens hoorde ik het pas de ochtend daarna omdat ik al in bed lag en sliep. Die eerste
bevrijdingsdag liet zich overigens niet van z'n beste zijde zien. Het was somber weer,
geen zon, met een grauwe wolkenhemel en er was ook niets te merken van een feestelijke
stemming. Ik denk omdat er nog voldoende zekerheid was of het allemaal wel echt waar was.
Ik ben om een uur of elf nog naar de stad gelopen als ik me goed herinner, maar ook daar
was nog weinig feestgedruis. Hier en daar een aarzelende vlag, mannen van de BS
(Binnenlandse Strijdkrachten), die in blauwe overalls met gewichtige gezichten rondliepen
of rondreden. Bij het Weteringplantsoen waar een paar maanden tevoren een groep mannen als
represaille was gefusilleerd, was het wat drukker en hadden de mensen bloemen neergelegd.
Omdat er in de richting van de Munt ook geen activiteiten te bespeuren waren ben ik weer
naar huis teruggewandeld. Zo was iedereen in gespannen afwachting van de komst van de
bevrijders.

Wachten op de bevrijders
Wanneer komen ze nou?
Ze zeggen morgen maar ik moet het eerst nog zien.
Ik hoorde dat het Canadezen zijn.
Canadezen? Hebben die dan ook meegevochten?
En zo steeg de spanning. Morgen komen ze.
De Canadezen komen eraan.
Pas toen de Canadezen een paar dagen later binnenkwamen barstte het feest los. Tsja, hoe
moet je zoiets beschrijven, zoveel blijdschap, ontroering, vreugde.
Het was een prachtige zonnige dag en onze bevrijders kwamen met al hun rijdend materiaal,
vrachtwagens, jeeps, rupscarriers, tanks, motorfietsen uit de richting Hilversum binnen
via Duivendrecht, over de Berlagebrug, de Amstellaan en de Noorder Amstellaan en daarna
verder de stad in. Het begon 's ochtends om een uur of tien en die grandioze intocht
duurde verder de hele dag. Alle straten en pleinen, waarlangs ze binnenkwamen, waren
omzoomd met hagen van juichende Amsterdammers, die probeerden om een stukje mee te rijden
op één van de voertuigen. Op een gegeven moment wilden we ze met bloemen overladen en in
een paar minuten waren de net bloeiende rododendrons op de Noorder Amstellaan kaalgeplukt.
s Jonge, jonge, jonge, wat een onvergetelijke gebeurtenis. Samen met een groep
andere jongens ben ik 's middags tot Duivendrecht gelopen om ook een keertje mee te kunnen
rijden. Wat een dag! Met al die honderdduizenden enthousiaste mensen, die niet moe werden
om de bevrijders toe te juichen.
En ook de dag daarna ging dat nog door.
We waren bevrijd. Nu zou alles beter worden.

Beter worden
Die verbetering had veel meer voeten in aarde dan iedereen had gehoopt. Er was zoveel
vernield, er moest zoveel weer worden opgebouwd.
Het distributiesysteem met bonnen voor tal van artikelen bleef bijvoorbeeld nog jaren
gehandhaafd. Het geld werd gesaneerd. Door het tekort aan woningen werden mensen met een
groot huis verplicht om inwoners te nemen en zo waren er nog veel meer zaken die
tegenvielen.
We waren dan wel bevrijd maar het heeft uiteindelijk vijf jaar geduurd voor het
welvaartsniveau van voor de oorlog weer was bereikt.
Ruud Jansen
3 mei 2006
e-mail: ruudenlia@wanadoo.nl

|