Ingezonden bijdrage van Uri (Flip) Speelman

Terug naar de vorige pagina <<

index ingezonden

Israel

Pagina van Uri (Flip) Speelman

E-mail: flip3@012.net.il
 
 

Fotobijschriften:

  1. Met mijn moeder in, volgens mij, de Kinderdijkstraat - 1940.
  2. Schoolfoto Dongeschool - 1949.

download nieuwe inzending (ENG) (6 mei 2010)

' Ondergedoken jeugd '

1

Vergroot

2

Vergroot

Beelden uit mijn kinderjaren, Rivierenbuurt - Tweede Wereldoorlog:
De genealogie van mijn familie in Amsterdam, zover ik dat kan nagaan (De Duitsers hebben een groot deel van de documentatie van de Joodse Gemeente vernietigd) gaat terug naar de 18e eeuw.
Ik ben geboren in 1936, in het CIZ (Centraal Israëlitisch Ziekenhuis) in de Jacob Obrechtstraat.
Mijn ouders woonden in de Kinderdijkstraat 17hs. Mijn grootouders Speelman in de Roerstraat. Moeder haar broer woonde na de oorlog in de Rooseveltlaan. Mijn tante voor de oorlog in de Slingerbeekstraat, maar zij heeft de deportatie niet overleefd.

Tot 1940, kan ik me het volgende herinneren.
Mijn vader huurde een fietsje in de fietsenstalling in de Lekstraat en rende achter mij aan om mij te leren fietsen. Ik kreeg ook een tweedehands opgeverfde autoped op mijn verjaardag cadeau. (zie foto 1)
Ik zat op de Montessori kleuterschool in de Niersstraat (nu de Anne Frankschool).

Herinnering:
Ieder kind kreeg een flesje melk uitgedeeld, behalve ik, dus ik kreeg een flesje mee van thuis, waarom weet ik niet meer. Wel was ik daar een goede leerling, leerde lezen en schrijven, wat later te pas kwam.

 


Uit het familieboekje

 

Straatnaam veranderingen.
Rooseveltlaan was nog Zuider Amstellaan, Churchillaan was de Noorder-Amstellaan en Vrijheidslaan heette Amstellaan en tijdelijk Stalinlaan.

Begin van de sancties.
Ineens mochten Joodse kinderen daar niet meer op school blijven, dus verhuisde ik naar een school in op het Daniel Willinkplein.
Maar lang kon ik daarvan niet genieten, aangezien wij moesten onderduiken.
We moesten al een ster dragen. Ik niet, want ik was nog te klein, maar was jaloers, dus kreeg ik er ook een . . . .
Ongeveer eind 1940 begin 1941 dook ik onder in Apeldoorn bij een lerares, die mij ook hielp met mijn studie.

Heimwee.
Mijn ouders hadden al hun papieren vervalst en hun haren rood geverfd. Ze waren ondergedoken in Amsterdam in de Uiterwaardenstraat bij Wim en Toos Brandon, maar moesten verder; naar Amsterdam West in de Jan Evertsenstraat.

Herinnering.
Die familie had een klein zoontje, die de hele dag in plat Amsterdams eiste : “Geef me GVD een tomaatje”. Maar die waren schaars. Als gevolg van het heimwee van mijn ouders, dook ik onder bij de familie Kooij in de Hofwijckstraat, wat niet zover van mijn ouders was. Zo konden zij mij af en toe zien.

Nieuw onderduikadres.
Daar mocht ik na een poos niet meer blijven en ik werd doorgestuurd naar Deventer en dat was de laatste keer, dat ik mijn ouders zag. (1942)
Ik kwam bij een notaris via de ondergrondse beweging, maar het bleek, dat de buurman een NSB-er was, dus werd ik na een week doorgestuurd naar Holwerd (Fr).
Ineens was ik enig kind af en had ik 8 broers en zusters.


Mijn onderduikadres in Holwerd bij de fam. van der Hoop

Ik ging elke zondag naar de kerk met familie Van Der Hoop. Heit (vader in het Fries) was loodgieter en verdiende goed zijn brood, dus we hebben nooit honger geleden. Mijn ouders hadden mij gezegd, dat ik niet mocht zeggen wat mijn echte naam was en ook niet dat ik uit Amsterdam kwam. Dus ik was Flip Kooij uit Rotterdam, (dat gebombardeerd werd), naast het postkantoor op de Coolsingel wat ik uit het Monopolyspel haalde.


De kerk van Holwerd (Fr)

School.
Ik mocht met mijn zesde jaar wel op de kleuterschool, maar niet op de grote school, omdat bleek dat de bovenmeester, zo heette die in Friesland, bang was een Joods kind op school te nemen.
Ik was de beste leerling op de kleuterschool en kampioen vlechten en plakplaatjes op mijn achtste jaar.
Uiteindelijk mocht ik toch naar de eerste klas, dus ik liep 2 jaar achter. Maar tot mijn geluk zei de lerares na 6 weken, dat ik gepromoveerd was naar de tweede klas, omdat ik lezen en schrijven kon, dus 1 jaar ingehaald.


Kampioen vlechten en plakplaatjes op mijn achtste jaar

Bevrijding.
In april 1945 rolden Canadese tanks Holwerd binnen. Van louter emotie kon niemand eten, behalve ik. Dus at ik ook voor de rest van de familie.


Holwerd 1945

Terugkeer van mijn moeder uit het kamp.
Mijn moeder, die voor de oorlog 80 kilo woog, kwam terug uit Auschwitz en woog nog maar 38 kilo.
Ze wist niet waar ik was, maar in Amsterdam werd een bureau geopend . . . . OPK (oorlogspleegkinderen), waar ze naar toe ging om mij te zoeken. Ze wist alleen dat ik in Friesland moest zijn, maar waar, nee, dat wist ze niet.
Er was daar een dominee Colijn, die geloofde dat ik in Blija was (5 km van Holwerd). Dus mijn moeder nam de Lemmerboot naar Friesland, want bussen en treinen reden nog niet.
Op de boot ontmoette zij ene mijnheer De Hond en ze vertelde haar verhaal, en dat zij nu haar zoontje zocht.
Hij zei: “Vanavond kunt U Blija niet meer bereiken. Ik woon in Leeuwarden en mijn dochter woont in Holwerd, waar ze ondergedoken was. Misschien kent zij uw zoon in Blija. Blijft U vanavond bij ons overnachten dan ik bel haar wel”.
Ja”, zei zijn dochter, ze kende wel een jongetje die Flip heet, maar in Holwerd. Daarna belden zij v/d Hoop.

Concentratie kamp moeder
Een lijstje van verblijfplaatsen tijdens de deportatie van mijn wijlen moeder
in haar handschrift en een deel door haar getypt.

Wederontmoeting met mijn moeder.
Ik zat ‘s ochtends buiten aardappelen te schillen toen ik door het raam van de werkplaats een BS’er (Binnenlandse Strijdkrachten) zag binnenkomen. Hij kreeg een jerrycan met benzine van mijn pleegvader en reed met zijn motorfiets weg.
‘s Middags na het eten wou ik terug naar school, maar dat mocht niet. Ik moest in het etalageraam gaan zitten en de straat op kijken.
Langzamerhand stond de hele familie om mij heen. Ik begreep er niets van.
Plotseling kwam dezelfde soldaat op zijn motorfiets voorrijden met achter op een donkere magere dame (In Friesland was iedereen lichtblond). Mijn pleegmoeder vroeg: “Wie is dat dan??” Ik zei in het Fries : “Ik weet het niet”. Toen zei ze: “Kijk maar goed” en toen schreeuwde ik in het Fries: “Dat is mijn moeder !!
Iedereen was ontroerd. Ze bleef nog 14 dagen in Holwerd en toen gingen we boven op een melkauto terug naar Amsterdam.
We woonden tijdelijk bij een ex-buurvrouw van de Kinderdijkstraat, die op de O.Z. Achterburgwal woonde.
Ik ging dagelijks naar de gaarkeuken op de Recht Boomsloot een portie extra voeding halen voor mijn moeder, om bij te komen.
Op brood aten we reuzel i.p.v boter of margarine, want dat was er gewoon niet en alles was op de bon.
Fietsbanden werden uit Engeland gesmokkeld, want ook die waren er niet.

Terugkeer naar de Rivierenbuurt.
Tante Jo Monnikendam (de ex-buurvrouw) kreeg een woning toegewezen in de Kinderdijkstraat, vlak bij de synagoge in de Lekstraat.
Na een korte periode kreeg mijn moeder hooglopende ruzie met haar en nadat wij tijdelijk bij een goede vriendin van mijn moeder aan het Sarphatipark verbleven, belandden wij in de Winterdijkstraat 32hs.

School.
Derde klas naar de Vondelschool in de Jekerstraat.
Aangezien mijn moeder moest werken (mijn vader kwam niet terug uit het kamp. Volgens de Rode Kruis papieren kwam hij om in 1943) kreeg zij een baan in het Joodse weeshuis aan de Amstel en ik moest naar de Joodse school in de Van Ostadestraat, dus dat was de vierde klas.
De 5e en 6e zat ik op de Dongeschool in de Dintelstraat. (zie foto 2.)
Daarna weer terug naar de van Ostadestraat naar het VHS (Handelsschool met 4-jarige cursus, tegenwoordig op het Roelof Hartplein), die ik maar afliep t/m de derde klas, aangezien mijn moeder een nieuw leven wou beginnen in een nieuw land, omdat zij te veel nare herinneringen had in Amsterdam.


Rapportomslag Handelsschool 1949

Emigratie.
In 1952 zijn we naar Israël vertrokken, wat een verhaal op zich zelf is en wat niets met de Rivierenbuurt heeft te maken.
Maar als ik in Amsterdam ben, ga ik altijd even langs de mij zo bekende buurt.
Vroeger was daar de boekenwinkel van Blankevoort op de hoek van de Rooseveltlaan, Chocolaterie De Munk, het postkantoor in de Waalstraat, de Vana en melkboer Jonker.
Op de hoek van de Rijnstraat en de Lekstraat kocht mijn moeder vis, die ingepakt werd in kranten.
Ik bracht hun oude kranten en kreeg geld voor elke kilo.
Het aller bangst was ik voor de schillenboer, een lelijke man, die bij ons aanbelde en schreeuwde: “Schillen voor de koetjes”. Ik deed nooit open.
Op de hoek van de Kinderdijkstraat en de Uiterwaardenstraat was onze groentemanen op de hoek van de Waalstraat en de Uiterwaardenstraat de broodbakker.


Foto kort voor mijn emigratie naar Israel van Johan de Bie & Wimpie v.d. Rijst 24 juni 1952 - Sportveld Olympiaplein


Olympiaplein bijna 60 jaar later
Google Streetview

Ik heb natuurlijk veel treurige herinneringen, maar ook heel veel prettige.
Het feit ligt er, dat er buiten de slechte Nederlanders ook veel brave, goede Nederlanders waren, die hun eigen leven op het spel gezet hebben, want ze hebben toch veel onderduikers gered.
Ik ben de familie van der Hoop in Friesland erg dankbaar. De ouders leven niet meer, maar de grootste (oudste) zoon is nu 83 en ik heb nog steeds contact met hem. Stoere Friezen.

Anti-semitisch liedje 
Liedje wat mijn pleegvader op de dag van de bevrijding (april 1945) zong, toen wij aan tafel zaten en ik de hele familie mocht vertellen, wie ik werkelijk ben en dat ik joods was. Hij had een paar onaangename opmerkingen, zoals:" Je vader staat op het Waterlooplein en verkoopt alles voor een dubbeltje" en zong dat liedje, wat hier door mij gezongen wordt. Ik heb me er ook nooit kwaad over gemaakt, maar in 1952 voordat wij naar Israel emigreerden, kocht mijn moeder hun een mooi fotoboek over Israel, Toen zei hij: Als de joden geen geld kunnen maken in Israel, komen ze weer terug. Mijn moeder was erg beledigd en sindsdien hadden wij geen contact met hun tot 1963. Ik was 27 jaar en bewust, dat zij mijn leven hadden gered, hun eigen leven in gevaar was...dus besliste ik met hun te gaan corresponderen.
Zoals bekend heb ik ze vaak vanuit Israel bezocht en elk jaar sinaasappelen als symbool gestuurd, d.w.z. de opmerkingen geëxcuseerd. Zelfs mijn moeder was een paar keer vanuit Israel in Holwerd.

"1-2-3 de jood in de pot"

BELUISTER
te beluisteren met Windows Media Player

Documenten 

* Het Utrechts Kindercomité en de Amsterdamse Studentengroep
In de zomer van 1942 zetten de Utrechtse studenten Jan Meulenbelt en Rut Matthijsen een organisatie op om joodse kinderen te laten onderduiken: het Utrechts Kindercomité. Onderduikadressen zoeken ze via hun kennissenkring in Utrecht. De kinderen komen uit Amsterdam omdat daar de meeste joden wonen.
Een vriend van Meulenbelt, Jur Haak, is student in Amsterdam. Hij betrekt zijn zuster Tineke en zijn medestudenten Piet Meerburg en Wouter van Zeytveld bij het plan. Dit viertal vormt de basis van de Amsterdamse Studentengroep. Contactpersoon tussen beide verzetsgroepen is rechtenstudente Gisela Söhnlein. Zij stemt het aanbod van kinderen uit Amsterdam af op het aantal adressen dat de Utrechtse groep kan leveren. (bron: Verzetsmuseum Amsterdam)

 

Een boom voor Akke, Cornelis en Willem van der Hoop

In 1976 heb ik in Jad Veshem in de naam van het gezin van der Hoop een boom geplant. In januari 2010 was de laatste overlevende dochter Sjoukje in Israel en we hebben na dertig jaar in Jad Veshem foto's genomen.


Theadora Zigzaag, de dochter van Sjoukje Smit-v.d.Hoop (die zelf in he verzet zat) bezocht de boom, die ik samen met Willem v.d. Hoop in 1976 heb geplant.


de boom na 36 jaar

Radio-interview pleegzuster en Uri Speelman

Mijn pleegzuster, Sjouk Smit- v.d. Hoop, oorspronkelijk uit Holwerd (Fr) en nu in Chatam, Ontario woont werd samen met mij geïnterviewd voor de Canadese radio.

 

Uri (Flip) Speelman, 21 september 2004 - update 12 augustus 2005 - 7 oktober 2010

Digitale gedenksteen is ter nagedachtenis aan mijn
grootouders van beide kanten, vader, tante en nicht

Gegevensbron: www.joodsmonument.nl

Philip Speelman
Roerstraat 119 II, Amsterdam
Duifje Speelman-van Praag
Roerstraat 119 II, Amsterdam
Henricus Philippus Speelman
Kinderdijkstraat 17 huis
   
Catharina Abram-Speelman
Helena Abram
Zacharias Brandeis
Nieuwe Kerkstraat 23 huis
Saartje Brandeis-Tierlier
Nieuwe Kerkstraat 23 huis

Overzicht digitale gedenkstenen in de Rivierenbuurt

omhoog

Terug naar de vorige pagina <<