Ingezonden bijdragen van Ruud Jansen

Terug naar de vorige pagina <<

 

index Ruud Jansen
 

OVER HET VERZET

‘Zwijgzaam en zonder protest’ noemt Max van der Glas zijn bijdragen aan het grote artikel in ZWW, dat het verzet in de Rivierenbuurt beschrijft. Hij vertelt daarin hoe het overgrote deel van de Nederlandse bevolking zich afzijdig hield en dat slechts een fractie heeft deelgenomen aan welke vorm van verzet dan ook.
Ik was bijna 7 jaar toen de Duitsers ons land binnenvielen, had door de mobilisatie waarbij in m’n school tijdelijk soldaten werden ondergebracht en nog wat andere dingen al gemerkt dat er iets aan de hand was maar die onverwachte overval op de tiende mei kwam als een volkomen verrassing voor me. En voor de meeste Nederlanders denk ik.
Ons land had een periode van tien jaar achter de rug die gekenmerkt werd door de gevolgen van de Beurscrisis op Wallstreet in 1930. De massale werkeloosheid had diepe wonden geslagen en economisch gezien begon men net weer een beetje op te krabbelen.
Was er in die jaren sprake van één kenmerkende Nederlandse identiteit? Het antwoord is dat er tien miljoen Nederlanders bestonden die over een aantal zuilen waren verdeeld. Godsdienstige zuilen, politieke zuilen, omroepzuilen, onderwijszuilen en waarschijnlijk vergeet ik er nog een aantal. Ik wil niet zeggen dat de leden van die groeperingen elkaar naar het leven stonden maar als het even kon gingen ze niet met elkaar om. Of zoals een van de inzenders van ZWW schreef, er waren twee melkboeren bij ons in de straat maar het was uitgesloten dat wij als RK onze boodschappen bij de protestantse melkboer zouden doen. Als katholiek voetbalde je in de katholieke voetbalbond (pas na 1945 opgegaan in de KNVB), als christelijk gooide je in de christelijke korfbalbond de bal door het mandje. En zo deed ieder zijn ding bij zijn eigen soort mensen.
Toen de Duitsers begonnen met de registratie van de joodse Nederlanders werd er door niemand geprotesteerd schrijft Max en het duurde tot februari 1941 voor eindelijk de Februaristaking plaatsvond. Eigenlijk kwam het er op neer dat Nederland met uitzondering van een handvol echte helden geen poot voor zijn Joden heeft uitgestoken. En daartoe gedurende de vijf oorlogsjaren ook niet werd geïnspireerd door de regering in Londen. Een groepje heren dat meteen na het uitbreken van de oorlog als een haas naar Engeland was uitgeweken.
Kortom, overwegend onverschilligheid wat het lot van de joodse Nederlander betreft. Hoewel je dat niet hardop mag zeggen, misschien gedeeltelijk een gevolg van een latente vorm van antisemitisme.

Het verzet tegen de Duitsers kwam dus maar moeizaam op gang. Wie waren de initiatiefnemers, en wat was hun doel? Leidde het eindelijk eens een beetje tot één Nederlandse identiteit? Een ding lijkt me voor de hand liggend, de tien jaar misère tussen 1930 en 1940 en de verzuiling waren geen factoren om het als één man tegen de vijand optreden te bevorderen.

Het verzet in Nederland. Na afloop van de oorlog leek het een paar maanden alsof half Nederland in het verzet had gezeten. Waren we met z’n allen trots op onze grote verzetshelden?
Er was in ieder geval meteen na afloop van de oorlog behoefte om de vaandeldragers van het verzetsgebeuren te eren. En dat gebeurde met de instelling van het Verzetskruis. Niet dat dat zonder slag of stoot tot stand kwam maar uiteindelijk kwam dat Verzetskruis 1940-1945 er toch en werden uit alle groepen die in het verzet actief waren geweest, een aantal mensen met dit kruis geëerd.
C.M.Schulten beschrijft in zijn boek “Zeg mij wie ik toebehoor” hoe dit allemaal is gebeurd.
Het verzetskruis werd aan 95 personen uitgereikt, in alle gevallen postuum en in een geval, aan de onbekende joodse soldaat uit het getto van Warschau, naamloos.
En daarna viel er een groot zwijgen over het verzet. Pas 35 jaar na afloop van de oorlog kwam men op het idee om al die naamloze helden waarover Max schrijft ook een lintje te geven. Oftewel werd met Koninklijk Besluit van 29 december 1980 nr. 104 besloten tot de instelling van een herinneringsteken, het Verzetsherdenkingskruis. Dit kruis werd aan ca. 15500 mensen uitgereikt.

Met jaarlijkse herdenkingen had men na de oorlog wat minder moeite. Jammer genoeg werd de herdenking van de Februaristaking de inzet van een smakeloze strijd tussen enerzijds de Communistische partij die het alleenrecht op deze staking claimde en de overige partijen in Amsterdam. Wie daar meer over wil weten moet het uitstekende boek van Annet de Mooy aanschaffen. In dit in 2006 verschenen werk, genaamd “De strijd om de Februaristaking”, beschrijft zij hoe de jaarlijkse herdenking op het Jonas Daniel Meijerplein uitgroeide tot een klein koud oorlogje.

Ja, die oorlog 1940-1945, daarover raken degenen die het hebben meegemaakt, voorlopig nog niet uitgesproken en uitgeschreven.

Februari 2008
Ruud Jansen

Email: ruudenlia@wanadoo.nl

<< index Ruud Jansen

 

Terug naar de vorige pagina <<