Cest la vie (1) Vierenzeventig geworden en nog steeds verbaasd over de wereld om me heen.
Soms geef ik er de voorkeur aan om als een spin in een web alle gebeurtenissen op me af te
laten komen, andere keren vlieg ik er het liefst op uit om alles van dichtbij zelf te
kunnen bekijken.


Soms lijkt of de mooie plaatjes alleen ver weg
te vinden zijn, gisteren, op die mooie zondag, hoefde ik alleen maar rond te kijken in de
tuin. Wonderlijk.






Ruud Jansen
Email: ruudenlia@wanadoo.nl
Cest la vie (2)
Nooit te oud voor lego
Martin Bril vertelt in zn dagelijkse kolom in de Volkskrant regelmatig over de
belevenissen met zijn dochters. Hij heeft er twee die zon beetje in of tegen de
puberleeftijd aan zitten en dan liggen de verhalen voor het oppakken.
Het is een techniek die schrijvers vaak gebruiken. Als het dagelijkse stukje niet wil
lukken, vallen ze terug op een onderwerp dat houvast biedt. De kinderen, of de katten, de
kroeg, de kleinkinderen. Vooral de laatsten zijn een onderwerp waarmee je dank zij het
groeiende aantal opas en omas in Nederland gemakkelijk scoort. Kleinzonen en
kleindochters. Ik heb er zelf toevallig vier en zonder overdrijven mag ik beweren dat het
bijzondere exemplaren zijn. Die regelmatig naar opa en oma bellen om te kijken of het daar
wel goed gaat.
De oudste twee waren vier weken met vakantie. Kamperen, en met een busje waren ze via
Duitsland en Zwitserland naar Italië getrokken waar ze drie heerlijke maar wel warme
weken hebben doorgebracht. Daarna nog een weekje Frankrijk waarna Nederland weer klaar
stond met zn wispelturige klimaat.
Toen ze in Frankrijk zaten belde de kleindochter even om te vertellen dat ze op een andere
camping stonden. Een paar jaar geleden had ik nog moeite om haar door de telefoon te
verstaan opa wordt natuurlijk ook een beetje doof - maar de laatste tijd heeft ze
zich aangewend om zo duidelijk te articuleren dat ze bijna zonder telefoon al overkomt.
We zijn nog steeds in Frankrijk, opa, maar nu op een andere camping, was haar
opening. Een gemakkelijk begin waarop ik zonder nadenken mijn voor de hand liggende vraag
kon stellen.
En, is het daar ook leuk?
Dat was het want Erwin en Mariska (vrienden van de ouders) waren er ook met de baby en dat
bleek een bron van doorlopend vermaak.
Met is het nog steeds lekker weer probeerde ik wat variatie in het gesprek te
brengen.
Het gaat wel, opa. Het onweert een beetje maar het is niet meer zo warm als in
Italië. Gaan jullie ook met vakantie, opa?
Nee, wij blijven nog maar even thuis en gaan zo nu en dan ergens naar toe. Een
antwoord dat haar kennelijk niet helemaal tevreden stelde.
Waar gaan jullie dan naar toe, opa? Doen jullie dan leuke dingen?
Ja ach, van alles hè, probeerde ik maar zo gemakkelijk kwam ik er natuurlijk
niet van af.
En met haar volgende vraag zette ze me schaak en mat. Gaan jullie dan naar de
Efteling?
De laatste plaats waar ik heen wenste te gaan maar hoe leg je dat op een pedagogisch
verantwoorde manier uit aan je kleindochter. Gelukkig wachtte ze het antwoord niet af.
Ik geef je papa wel even, doei, en toen die vertelde dat ze aan de Drôme
zaten waar we zon kleine dertig jaar geleden met de zonen een paar vakanties
doorbrachten op de camping Camp de Base verjoeg een acute nostalgie het schrikbeeld van
een dagje Kaatsheuvel. De Drôme, met die kleine camping aan de rivier. Geweldig.
Wat ik dan tegen de Efteling heb? Oh, niets bijzonders eigenlijk, we zijn er ook ooit
geweest, met de jongens, maar op een gegeven leeftijd heb je dat soort pretparken wel
gehad. Al die herrie en dat gedoe met achtbanen en waterspektakels hoeft niet meer voor
me. Zoals dat jongetje van twaalf in de TGV tegen ons zei nadat zijn jongere zusje had
gevraagd of wij ook naar Disneyland gingen. Ik geloof niet dat dat nog iets is voor
jullie. Maar Legoland lijkt me echt geschikt.
Ruud Jansen
Email:
<< index Ruud
Jansen
Terug naar de vorige pagina << |