OVER STRAATNAMEN
Soms komen mn verhaaltjes voor de website
Zuidelijke Wandelweg op een wonderlijke wijze tot stand. Dan speelt er al een tijdje een
flard van een gebeurtenis of een naam door mn hoofd die dan onverwacht concreter
wordt door iets wat ik hoor. Of zie.
Hé, denk ik dan. Dat doet me toch sterk denken aan
.. Heb ik daar niet ergens een
foto van, of een knipsel?
Zo is het dus ook met dit verhaal hoewel in dit geval de aanleiding maar zijdelings iets
met het onderwerp te maken heeft. Het is namelijk het Waterlooplein in een recent verhaal
waarin de schrijver het ondermeer over Moffie heeft.
Moffie was een van de vele handelaren die een plaats hadden op het Waterlooplein van na de
oorlog 40-45 in de periode voor de kaalslag ten behoeve van de Stopera toesloeg. Een
gebouw overigens waaraan ik maar niet kan wennen omdat ik het zo vind detoneren met
zn omgeving maar dat terzijde.
Moffie verkocht niet alleen horloges, scheermesjes en vulpennen maar voerde daar ook
altijd een act bij op die zorgvuldig werd opgebouwd. Met eerst een introductie, over de
aard van het artikel. Vervolgens ging hij over op de bijzondere eigenschappen van dat
product, al dan niet met een demonstratie om de ongelovigen onder zijn toehoorders over de
streep te trekken waarna ten slotte het ogenblik aanbrak dat hij zijn publiek met een
groot gebaar tot stilte dwong en de retorische vraag stelde: Koopman, wat kost
dat?

Moffie op het Waterlooplein |

Waterlooplein zoals het was |
Op deze wijze verkocht hij veertiensteens
gelagerde ankerhorloges, scheermesjes die na een week scheren nog net zo scherp waren als
toen ze uit de verpakking kwamen, aanstekers die nooit bijgevuld behoefden te worden en
lucifers die zelfs in natte toestand nog ontbrandden.
En dan zult u natuurlijk zeggen, koopman, wat kost dat? Wat vraagt u voor een pakje
van deze Zwitserse precisiegeslepen scheermesjes? Dat ga ik u nu vertellen. Ik vraag u
één gulden maar daarvoor ontvangt u niet één pakje van deze bijzondere scheermesjes,
nee, ik geef u er twee. En daar doe ik er dan nog eentje bij en nog een. Vier pakjes van
deze Zwitserse precisiemesjes voor de prijs van een gulden. Wat zegt u? U vindt dat nog te
duur? U wilt dat Moffie vandaag gek gaat doen. Dat Moffie zn handel gaat
weggeven?
En vervolgens verhoogde hij de aanbieding tot vijf of zes pakjes, nog steeds voor die ene
gulden tot de eerste kopers naderbij kwamen om van dat buitenkansje gebruik te maken.
Prachtige voorstellingen waren het die altijd veel publiek trokken.
Moffie was dus wat je een standwerker noemt en een van hoog niveau.
Op dat Waterlooplein heb ik einde jaren vijftig een aantal fotos gemaakt en het leek
me gewoon leuk om die bij het artikel te plaatsen waarover ik hierboven schreef. Maar waar
bewaarde ik die ook alweer? Dat werd dus even zoeken maar uiteindelijk vond ik ze in de
verzameling waarin ik oude stadsgezichten bewaar.
Al bladerend door andere boeken en mappen viel mn oog toen ook op een serie
krantenknipsels die ik ooit heb verkregen op een wijze die ook al weer een toelichting
verdient.
Mn zwager kocht namelijk tien vijftien jaar geleden een oud huis in Hilversum. De
bewoonster, een weduwe, was overleden of naar een verzorgingshuis gegaan en de
nabestaanden wilden de woning kwijt.
Tijdens het helpen bij het leegruimen van de zolderverdieping, er was heel wat
achtergelaten, troffen we daar een gedeelte van het archief van de oorspronkelijke
eigenaar aan. De man was journalist of redacteur geweest bij de Gooi en Eemlander en had
kennelijk een hekel aan weggooien gehad. Vooral uit de periode 1940-1945 waren allerlei
dingen aanwezig waarvan ik het zonde vond om ze weg te gooien. Ingezonden brieven aan de
krant waar hij gewerkt had, bonkaarten, voor die tijd kenmerkende verpakkingsmaterialen,
ook krantenknipsels en nog veel meer.
Een van die knipsels had betrekking op de straatnamen in de hoofdstad. Onder het opschrift
Nederlandsche namen in de hoofdstad gevraagd werd daarin de Joodse herkomst
van veel straatnamen beschreven en de schrijver vond dat het tijd werd dat die door
Nederlandse namen vervangen werden. Een vunzig stuk journalistiek dat ik na enige
aarzeling toch aan dit stuk heb toegevoegd omdat het een rol speelt in het vervolg van dit
verhaal.
Toen mn oog bij het zoeken van de fotos van Moffie al bladerend op dat artikel
viel kwam namelijk in een flits de verbinding tot stand met de herinnering aan een flard
van een gebeurtenis zoals ik dat in het begin van dit stuk beschrijf.
Even tussendoor, ik geef toe dat ik me te buiten ga aan een lange inleiding en het wordt
nog ingewikkelder. Die herinnering was op zijn beurt bij me te voorschijn gekomen door de
wandeling die we een paar weken geleden in de Scheldestraat maakten om fotos te
maken en had te maken met de naam van de Jozef Israëlskade tijdens de oorlog. Uit een
afgelegen hoekje in mn geheugen kwamen toen wat vage beelden naar boven, een hidden
file om in computertermen te spreken, van een andere naam. Omdat de oorspronkelijke naam
in opdracht van de Duitsers of de NSB was veranderd. In iets met Toren of Toorop. Charlie
Toorop, Jan Toorop? Tooropkade?
Waar kan je zoiets nagaan? Misschien zat ik er wel helemaal naast. Of was de naam in iets
heel anders veranderd?
Ik vond de oplossing uiteindelijk na een zoektocht op Internet waarbij Google het nodige
werk voor me verrichtte.
In de site van het Verzetsmuseum Amsterdam is onder de verzamelnaam Propaganda namelijk
een verhandeling opgenomen over straatnamen in 1940-1945.
Die begint aldus: In 1942 werd in Amsterdam, per besluit van burgemeester E.J.
Voute, een aantal namen van straten en parken veranderd.
In het betreffende stuk wordt vervolgens beschreven wat er in die tijd is gebeurd. Bij dat
besluit werd ondermeer de naam van de Jozef Israëlskade veranderd in Tooropkade. De
schrijver van dat stuk riooljournalistiek had dus zijn zin gekregen.
De veranderingen golden ook voor namen die verwezen naar het Koninklijk Huis. De naam van
het prinses Beatrixpark werd bijvoorbeeld gewijzigd in Diepenbrockpark.
Het was dus inderdaad Tooropkade, een naam die na de oorlog weer snel werd hersteld in
Jozef Israëlskade. Die plaats brengt me overigens op een ander onderwerp. Op twee
eigenlijk. De Oude RAI en de kermis die werd gehouden op dat braakliggende stuk land dat
er naast lag.
Maar dat bewaar ik maar voor een volgende aflevering.
Als afsluiting het krantenknipsel uit de oorlog waaraan ik refereer. Zoals ik al schreef
had ik wat aarzeling om het op te nemen. Ten onrechte denk ik nu. t Is een stukje
geschiedenis om te bewaren. Als voortdurende waarschuwing.

Ruud Jansen, 25 mei 2006 - e-mail: ruudenlia@wanadoo.nl
<< index Ruud
Jansen
Terug naar de vorige pagina << |