Ingezonden door Do en Frans Zuurveen

Terug naar de vorige pagina <<

 

index ingezonden

Pagina van Do en Frans Zuurveen

Share |

Vijftig jaar later

We groeiden op in de Rivierenbuurt. Verlieten die toen we trouwden en dat is nu bijna een halve eeuw geleden. Deze week reisden we weer eens naar Amsterdam en fietsten met onze vouwfietsjes door het verleden. Dan ga je vergelijken, herinneringen ophalen, vertrouwde plekken herkennen, je over dingen verbazen die zijn veranderd, en je verheugen over dat wat nog precies hetzelfde is.

De Amstelkade, daar woonde ik. In het portiek nog steeds de gedenksteen met de woorden “eerste steen gelegd door Gerrit Fransen, oud negen jaar...” De deur is niet meer bruin met handgeschilderde houtnerven, maar lelijk paars.


Amstelkanaal
foto: Do en Frans Zuurveen

Zou die deur nog steeds van boven af met een touw worden opengetrokken? Aan het water een treurwilg, in de plaats gekomen van de wilg die in de oorlog in wonderkacheltjes verdween. In het water plezierbootjes, tekenen van de welvaart van dit millennium. Wat verder komt een meisje met een grote cello uit een benedenhuis. “Weet je dat in dit huis een Joodse familie heeft gewoond, die door de Duitsers is weggevoerd?” Ze kijkt me vreemd aan, schudt haar hoofd.
We fietsen de Schipbeekstraat in, dan de IJsselstraat. Kijk nou eens, die fietsenstalling is er nog! Daar heb ik als jongetje van vijftien jaar ’s avonds opgepast. Had de verantwoordelijkheid voor honderden kostbare fietsen. Plakte wel eens een bandje en verdiende dan een extra kwartje. Een maand lang je fiets stallen kostte toen een gulden en een kwartje, te betalen aan stallingbaas Mirani.
Verder de Oude IJsselstraat in. Geen Waalkerk meer, alleen lelijke flatgebouwen. De Van Lennepschool staat er nog, waar ik ooit mijn “loffelijk ontslag” kreeg. Het hoofd was de heer Van Dalen, een klein mannetje dat deed denken aan “Meneer Van Dalen Wacht Op Antwoord”, het ezelsbruggetje dat hielp bij het oplossen van moeilijke sommen.
Wat had onze oude buurt toch veel scholen! Ja, natuurlijk, het was daar toen heel kinderrijk, voor, tijdens en na de oorlog. Nu hebben die schoolgebouwen bijna allemaal een andere bestemming. Op de hoek van de Noorder Amstellaan, sorry Churchilllaan, is de speelgoedwinkel verdwenen maar daar tegenover is nog steeds een chocolaterie. Hoe bestaat het dat die nog bestaat!
We gaan aan het begin van de Waalstraat het Groene Bruggetje, zoals wij dat toen noemden, over. Het is inmiddels een wit bruggetje geworden. Wat zijn die gevels van die vroegere hbs’en en die huizen in de Pieter Lodewijk Takstraat opgeknapt.


Amstelkanaal brug 402
foto: Do en Frans Zuurveen

Schoongestraald zien ze er bijna nieuw uit. Wat een prachtige bouwkundige details op die gevels van de Amsterdamse School. Als we naar de bibliotheek in de Coöperatiehof liepen, hadden we daar geen oog voor. In die poortjes er naar toe zat aan iedere kant een schoenmaker. De Lutmastraat ziet er ook goed uit. De huizen die door te korte palen waren scheefgezakt en een vreemde kromme lijn vormden, zijn gesloopt. Keurig staan er nieuwe huizen, die prima passen bij de bouwstijl aan de rand van De Pijp.
Samen fietsen en wandelen we vanaf de Amstelkade naar de Dintelstraat, want daar woonde mijn vriendinnetje Do, dat mijn vrouw zou worden. Hoe vaak heb ik wel niet die route door het poortje naar het Jekerplein gelopen, en dan door de Maasstraat en de Geleenstraat. Kijk daar eens, De Oase is er nog, al is het nu geen ijssalon meer maar een snackbar. (Het woord “snack” kenden we toen nog niet).
En dáár in de Maasstraat was een Simon de Wit en op die hoek een De Gruyter. Daar haalde je het snoepje van de week voor een dubbeltje. Op de hoek van de Niersstraat was een Albert Heijn, toen geen supermarkt maar een gewoon winkeltje met een toonbank. De enige van de hiervoor genoemde kruidenierketens die in deze buurt nog bestaat, en hoe! Zowel in een vroegere garage in de Niersstraat als in een garage op het Europaplein zijn nu grote supermarkten van de bekende grootgrutter gevestigd.
Verder de Dintelstraat in. Op de hoek van de Niersstraat vinden we de Anne Frankschool (toen Montessorischool) met de teksten uit haar dagboek kleurrijk op de gevels geschilderd, heel ontroerend. Do zat er één jaar op de kleuterschool. De Dintelstraat ziet er veel aardiger uit dan vroeger, want hij is opgeleukt met groen tegen de gevels en zelfs een bankje!


Dintelstraat
foto: Do en Frans Zuurveen

Door naar de Uiterwaardenstraat met de Bugenhagenschool. “Mijn lagere school”, zegt Do. “Daar werd mij in de eerste klas lezen en schrijven bijgebracht, door juffrouw Wout. Strijkbout, zeiden we daar zachtjes achter en dat vonden we heel flink van onszelf!” Het Hoofd der School was de heer Kijlstra. Het gebouw, met de gebeeldhouwde kop van Johann Bugenhagen er nog op, staat weggedrukt in een hoek van de straat en nu is er het Luzac Lyceum gehuisvest. Het was destijds een openluchtschool, met harmonicaramen die helemaal opengeschoven konden worden. Progressief voor die tijd.


Uiterwaardenstraat met de Bugenhagenschool
foto: Do en Frans Zuurveen

Over de Churchilllaan fietsen we richting Rijksverzekeringsbank. Hé, de zonnewijzer aan het eind van de Churchilllaan is weg, vervangen door een foeilelijk modern kunstwerk. Maar de paarden van Hildo Krop staan er nog levensgroot op de brug. We slaan linksaf bij de Stadionkade, volgen de route die ik als twaalfjarige naar die enge grote school fietste, het Hervormd Lyceum. “O kijk”, zegt Do, als we door de Verdistraat rijden, “de tandartspraktijk waar ik assistente was, is er nog steeds. Nooit zoveel gelachen als toen met mijn collegaatjes!”


Brahmsstraat 7 - Hervormd Lyceum
foto: Do en Frans Zuurveen

Het HL lijkt onveranderd. Nog steeds prijken de letters Hervormd Lyceum boven de oude deuren. Hervormd bestaat eigenlijk niet meer sinds de bijbehorende kerk is opgegaan in de PKN, de Protestantse Kerk in Nederland. Zou er in die school nog steeds iedere morgen uit de Bijbel worden gelezen, zoals toen door de strenge, rechtvaardige maar toch heel aardige rector Verboom met zijn eeuwige pijp? Waarschijnlijk niet, maar in de kopse gevel prijkt nog steeds een reliëf met het hoofd van Willem van Oranje.
De Beethovenstraat. Gezellig druk en met trams die doorrijden naar Amstelveen. Dat is blijkbaar vastgegroeid aan Amsterdam, waarbij de Zuidelijke Wandelweg is overwoekerd door beton. Wat wij het Heuveltjesland noemden aan de andere kant van de Stadionkade, is volgebouwd. We proberen in de Diepenbrockstraat te komen, maar raken bijna verdwaald in de wegenwarboel, totdat we in het Beatrixpark belanden. Wat een prachtig park is dat geworden, bijna niet te herkennen als je je de kale gravelpaadjes van eertijds herinnert met de armetierige struikjes. Dan toch de Diepenbrockstraat, links de Haringvlietstraat waar onze huisdokter woonde en dan de Wielingenstraat. Waar is het Weeshuis? Verdwenen, maar de Sieberggarage is er nog wel, nu omgetoverd in bankgebouw en supermarkt, dus met een milieuvriendelijker bestemming.
We komen in de buurt van het verlaten De Miranda-bad, dat lang geleden het Amstelparkbad heette. Links daarachter vinden we zelfs nog een stukje Zuidelijke Wandelweg. Dat was in onze tijd nog landelijk natuurgebied, waar we heel vaak samen wandelden, hand-in-hand of ingewikkeld verstrengeld. Als verliefd stel fantaseerden we over de toekomst, onze toekomst. Niet die van de onafgemaakte Ringdijk, waarop uiteindelijk de metro zou gaan rijden.
Dan toch maar weer terug op de fiets naar het Centraal Station, via het Kabouterhuis, waar Do “tante” was. De oude villa is weg, vervangen door een modern ogend gebouw. We komen net op tijd om te zien hoe de laatste resten van wat indertijd de “nieuwbouw” heette, worden opgeruimd. “Jammer”, zucht Do, “het gebouw was toen zéér modern en ook hier heb ik met veel plezier gewerkt.” Nu, vijftig jaar later, zal het moderne er wel af zijn en komt er vast iets beters voor in de plaats. Gelukkig is de zorg voor kinderen gebleven. Goed zo!
Dan langs de Vrijheidslaan de Rijnstraat in. Veel winkels en gezellige cafeetjes. De avondwinkel aan het begin van de Van Woustraat is er nog. Daar haalden we ’s avonds nog wel eens iets lekkers, bijvoorbeeld zure panharing. Zou dat nog te krijgen zijn? Ook in de Van Wou gezellige tentjes. We strijken neer in een leuk koffiezaakje op de hoek van de Pieter Aertzstraat. “Is dat politiebureau er nog”, vraag ik het meisje. Ze kijkt me verbaasd aan, maakt heerlijke koffie, weet dat natuurlijk niet, hoeft het ook niet te weten.
Ondanks het lang weg zijn uit de stad, voelen we ons vandaag toch weer echte Amsterdammers, feilloos fietsend, dwars over de tramrails, sluipweggetjes vindend en soms een onvertogen woord uitend tegen medefietsers. Maar toch, supernostalgisch, zo’n fietstocht door je jeugd. De straten lijken smaller dan ze in je herinnering waren. Het verkeersbeeld is opmerkelijk beheerst, want de stad heeft veel voor fietsers gedaan. En dan die trams, ze maken nog hetzelfde piepende geluid in de bochten. Lijn 4 en lijn 25 zijn er nog, maar waar ga je heen met lijn 12? Toen kostte een rit zeven en een halve cent voor een kind onder de tien jaar. Of twaalf jaar? Nu rij je met je OV-chipkaart de hele stad door. Is dat vooruitgang of achteruitgang? Wie het weet, mag het zeggen.

Do en Frans Zuurveen - 28 oktober 2010
E-mail:
fransz.tekstadviezen (at) hetnet.nl

omhoog

Terug naar de vorige pagina <<