Rozenoord . . . .

INDEX: Inleiding - Feiten - Voetnoten - Literatuur - Namenlijst - Printversie van artikel (PDF)

"omdat ik vind dat deze mensen een naam moeten hebben"

WIE ZIJN ER GEFUSILLEERD BIJ ROZENOORD?
Door Pauline Wesselink - foto's Pauline Wesselink

Langs de Amsteldijk in Amsterdam ligt Rozenoord, een herinneringsplaats voor de mannen die daar door de bezetter werden doodgeschoten. Een langslopende passant komt niet te weten, wie daar zijn gefusilleerd en waarom. Op een aan een ruwe steen bevestigde bronzen plaat staat slechts: Op deze plaats werden in de laatste maanden van de Tweede Wereldoorlog meer dan 100 Nederlanders door de Duitse bezetter gefusilleerd.

Jaarlijks worden op 4 mei bij Rozenoord de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog herdacht.1
Zou het niet eens tijd worden - 65 jaar na onze bevrijding - om de slachtoffers bij Rozenoord een naam te geven? Het Rozenoordpad, een zijpad van de Amsteldijk, is een geliefd wandel- en fietspad voor de bewoners uit de buurt.Het pad is genoemd naar een rozenkwekerij die daar omstreeks 1900 werd aangelegd. `Rozenoord´ werd vervolgens een attractie met een rozentuin waarin de bezoekers vooral op zondagen graag wandelden om vervolgens in het in Byzantijnse stijl uitgevoerde theepaviljoen een versnapering te gebruiken. Tijdens de economische crisis van de jaren dertig werd het attractiepark opgeheven en in 1941 verdween ook de kwekerij. De gemeente Nieuwer Amstel kocht het terrein ten behoeve van de uitbreiding van de begraafplaats Zorgvlied. Tijdens de hongerwinter van 1944/1945 onderschepte de onder Duits gezag staande Crisis Controle Dienst er soms de voedselaanvoer voor hongerig Amsterdam. In de laatste maanden van de oorlog gebruikten de Duitsers Rozenoord als fusilladeplaats. Er is een cirkelvormige ruimte met bankjes en die gedenkplaat, maar het is niet duidelijk wie de gefusilleerde personen waren en waarom ze werden doodgeschoten.
Er waren getuigen bij, die de gruwelijke gebeurtenissen van toen aanschouwd hebben. In de brochure Rozenoord Bloedoord Heldenoord van F. Hendrikx, directeur van het tennispark Amstelzicht, dat vlakbij Rozenoord lag, vermeldt hij dat hij getuige was van een aantal fusillades.

Het verkeer langs den weg was door een afzetting opgehouden en het wachten was nu slechts nog op de komst van de laatste overvalwagen. Tot op de plek van de executie reed deze voor waarna de slachtoffers twee aan twee geboeid werden uitgeladen en in het gelid werden opgesteld. Vanaf mijn niet al te ver verwijderde schuilplaats kon ik de verbeten bleeke gezichten waarnemen, zag ik de verwilderde haren van hun ontblootte hoofden, zag ik in helle angst hun schrikoogen turen in de verte naar……dierbaren en vrienden, naar alles wat hun lief en heilig was, ik voelde hun gedachten uitstralen over den lagen vochtigen grond naar mij, onzichtbare stille getuige, die hun opdracht ontving hun laatste boodschap aan de wereld over te brengen, hun laatste boodschap, dat zij als helden den dood in het gezicht zagen zooals zij als helden het gevaar van het verzet hadden getrotseerd. Na deze oogenblikken vertroebelde de blik van hun oogen en drukten de mysteriën van den dood zijn stempel op hun gelaat, keerden zij in zich zelf als een mensch in stervensnood. Ik kon mij indenken hoe gaarne deze nog jonge menschen waren blijven leven om mede met ons de vrijheid te aanschouwen, die wij nu mede door hun heldendood hebben verworven.
Het vuurpeleton was opgesteld en een tot barstens toe angstige spanning hield mij gevangen. De bevelvoerende commandant las hen in het Duitsch hun vonnis voor en eindigde de voorlezing met “Führers Befehl”. Na een korte stilte weerklonk een commando en volgde het salvovuur, waarna de eerste slachtoffers in elkaar zakten, en de aan hen geboeide kameraad mede neerhaalde, snel daarop volgde een tweede en meerdere salvo’s van machinepistolen en geweervuur. Een ijzige stilte trad in terwijl de kruitdamp langzaam met de wind wegtrok over het sombere land.

Op 22 juli 1945 heeft Jos Helsen op tennispark Amstelzicht een herdenkingsrede uitgesproken. Deze is ook in de brochure opgenomen met een foto erbij van Evert Blanken, lid van de tennisclub, één van de gefusilleerden van Rozenoord. Met Evert Blanken werden alle andere slachtoffers van die plek herdacht. In de brochure wordt gesproken over 140 mannen die bij Rozenoord werden vermoord.
Al kort na de oorlog, op 6 maart 1948, stond in Het Parool een artikel onder de kop: Tientallen Nederlanders stierven de heldendood op “Rozenoord”. Het artikel eindigt met de zin:

Namens de Stichting Het Parool is vanochtend bij deze eenzame fusilladeplaats een krans gelegd. Het I.C.A. heeft thans het initiatief genomen om op Rozenhof, een eenvoudige gedenksteen, die de namen der gefusilleerden vermeldt, te plaatsen.3

Het initiatief was vijftien jaar later nog niet uitgevoerd. E.J. Zeegers schreef in Het Parool van 6 december 1963:

Zou het Nederland niet passen een waardigere herdenking te presteren voor de in de winter van 1945 bij Zorgvlied gefusilleerden dan een gedenksteen “te zijner tijd” in de brug van de Ringspoorbaan? Die brug moet nog gebouwd worden, vandaar dat t.z.t. en intussen zal de kale vlaggestok, die daar nu al 18 jaar temidden van wat rododendron staat, de herdenking zeker wel verzorgen!

Men heeft zich boos gemaakt toen onlangs vlak er naast vuilnis gestort was. Maar die vlaggestok staat zo maar in de grond en draagt niet de geringste aanduiding, namen, datum noch waarom van wie daar hun leven lieten.

De gefusilleerden waren mensen van diverse pluimage. Er waren arbeiders, ambtenaren,  artsen, mariniers en studenten bij onder wie Theo van Gogh, de oom van de in 2004 vermoorde Theo van Gogh. De meeste slachtoffers van de fusillades bij Rozenoord werden omgebracht als represaille voor door leden van het verzet verrichte aanslagen tegen het Duitse gezag. Velen van de gefusilleerden waren zelf actief geweest in de illegaliteit. Enkelen werden tijdelijk in de duinen begraven, in de buurt van waar nu de Eerebegraafplaats in Bloemendaal is. In het meer dan duizend pagina’s tellende boek De Eerebegraafplaats te Bloemendaal zijn de namen van honderd fusilladeslachtoffers bij Rozenoord opgenomen die op die begraafplaats ter aarde zijn besteld. 
Op acht verschillende dagen tussen 18 januari en 14 april zijn groepen mannen naar Rozenoord gebracht en daar door een vuurpeloton om het leven gebracht. In het hierna volgende worden de omstandigheden op grond waarvan de terechtstellingen plaatsvonden chronologisch weergegeven. Aan het eind van dit artikel volgen op datum de namen van de tot zover bekende namen van de terechtgestelden.

Omhoog  FEITEN

18 JANUARI 1945    Op vrijdag 5 januari 1945 was de registratie van arbeidskrachten begonnen in het kader van de `Liese-Aktion´, de Duitse wervingsactie voor de Arbeidsinzet, genoemd naar partijfunctionaris H. Liese. Het verzet in Amsterdam had besloten die registratie tegen te werken. In de vroege avond van die dag werd in een gezamenlijke actie van de Knokploeg, de Raad van Verzet en de Ordedienst een aanslag gepleegd op negen werkwillige, 'foute' medewerkers van het Gewestelijk Arbeidsbureau, het GAB. Zes van hen overleden en drie raakten ernstig gewond. Kort erna op dezelfde dag stak het verzet de Spieghelschool in de Marnixstraat in brand waar de registratie plaatsvond. De bezetter antwoordde op zaterdag 6 januari met een represaille voor het in brand steken van de school. Vijf Todeskandidaten uit het Huis van Bewaring aan de Weteringschans werden doodgeschoten voor het uitgebrande schoolgebouw.Diezelfde dag werd ook bepaald dat de registratie van arbeidskrachten in het vervolg zou plaatsvinden in de Koningin Emmaschool aan de Passeerdersgracht 23.
Als represaille voor de aanslag op de negen medewerkers van het GAB werden op 18 januari aan de Amsteldijk bij Rozenoord elf GAB-collega´s gefusilleerd.

30 JANUARI 1945    De Knokploeg-Amsterdam vernielde op 25 januari hoogspanningsgebouwen aan de Grasweg en de Asterweg, twee dagen later op het Kattenburgerplein, in de Oostenburgerdwarsstraat en op het Cornelis Troostplein en op de 28ste aan de Cruquiusweg. Vijf man werden op 30 januari door geweervuur ter dood gebracht aan de Amsteldijk, mogelijk als vergelding voor deze sabotagedaden van de Amsterdamse knokploeg.

31 JANUARI 1945     Twee Amsterdamse politierechercheurs hielden op 22 december 1944 zes man aan voor verschillende roofovervallen en sloten ze in op het bureau Elandsgracht. Vervolgens werden zij naar het huis van bewaring aan de Weteringschans overgebracht. Zij hadden de overvallen ten eigen bate uitgevoerd, verkleed in een Duits uniform. Eén van hen was een gedeserteerde Duitser, Ernst Ludwig Wagner, die tekenaar en Obergefreiter bij de Duitse Wehrmacht was geweest en zich van de schuilnaam Johannes Frank bediende. De zes man werden aan de Amsteldijk op 31 januari doodgeschoten.

7 FEBRUARI 1945     Op vrijdag 2 februari 1945 werd op de hoek van de Jacob Obrechtstraat en de Johannes Verhulststraat een aanslag gepleegd op de procureur-generaal bij het Amsterdamse Gerechtshof, de NSB’er J. Feitsma. Als vergelding voor zijn dood werden vijf dagen later enkele niet onbelangrijke Amsterdammers aan de Amsteldijk ter dood gebracht. Boekhouder J. Bak was lid van Bataljon The Three Castles van de Raad van Verzet/Binnenlandse Strijdkrachten, mr. W.J.H. Dons was vice-president van de Arrondissementsrechtbank en openlijk anti-nazi, en mr. H.J. Hülsmann raadsheer. De arts C.W. Ittmann was lid van de Knokploeg-Amsterdam/Binnenlandse Strijdkrachten en J. Smuling was directeur van een Amsterdams scheepsbedrijf, lid van de verboden Orde van Vrijmetselaars en steunverlener aan het verzet.

27 FEBRUARI 1945     Op 17 februari werd een aanslag gepleegd op Zollsekretär Willy F.E. Fischer bij Midwoud. De aanleiding voor de aanslag op Fischer was dat hij inwoners van Oostwoud zeer ruw behandeld had bij ondervraging naar de verblijfplaats van vliegenier K. Belton. Fischer raakte bij die aanslag ernstig gewond. Vanwege een tekort aan transportmiddelen zijn de vijf man als represaille voor die aanslag gefusilleerd aan de Amsteldijk en niet zoals gebruikelijk op de plaats van de aanslag.

8 MAART 1945     In de nacht van 6 op 7 maart werd een aanslag gepleegd bij herberg De Woeste Hoeve tussen Arnhem en Apeldoorn op Hanns Albin Rauter, hoofd van alle SS-afdelingen en de hoogste politiechef. Zijn adjudant en zijn chauffeur kwamen bij die aanslag om het leven, Rauter raakte zwaar gewond.

Zes mannen van de Apeldoornse Binnenlandse Strijdkrachten, de Nederlanders Geert Gosens, Henk de Weert, Karel Pruis en Wim Kok en twee gedeserteerde Oostenrijkse SS’ers Sepp Köttinger en Herman Kempfer, wilden een vrachtwagen bemachtigen waarin drie ton varkensvlees voor het Duitse leger zou zitten. Het verzet kon dit vlees goed gebruiken voor de vele hongerige vluchtelingen. In uniformen van de Waffen-SS, alleen Wim Kok droeg zijn marechaussee-uniform, gingen zij op de fiets naar De Woeste Hoeve. Rond middernacht hielden zij per ongeluk de auto van Rauter aan, een BMW-personenauto, die met zijn zwaar brommend geluid op dat van een vrachtwagen leek en op weg was van het hoofdkwartier in Didam naar Apeldoorn. Toen Rauter en de andere Duitsers naar hun wapens grepen, merkte één van de verzetsmannen de vergissing. Hij sprong op de motorkap en schoot op Rauter. Ook de andere BS’ers vuurden met hun stenguns tientallen kogels af. Rauter hield zich dood, maar leefde nog. Drie kogels waren door de vingers van zijn rechterhand gegaan, een door zijn dijbeen en twee door zijn borst. Na de beschieting gingen de verzetsstrijders er vandoor. Pas vijf uur later werd Rauter gevonden en naar het ziekenhuis gebracht. Als represaille hebben de Duitsers de volgende dag 263 personen doodgeschoten. Behalve de 53 man bij Rozenoord werden na deze aanslag bij De Woeste Hoeve op de plaats zelf 117 mannen gefusilleerd, bij Fort De Bilt bij Utrecht zes mannen, op de Waalsdorpervlakte bij Scheveningen 38 en in Kamp Amersfoort 49 man. In Amsterdam kreeg hoofd van de Sicherheitsdienst W.P.F. Lages opdracht 75 gevangenen te laten fusilleren. Toen bleek dat er in Amsterdam slechts 53 Todeskandidaten aanwezig waren, werd met dit aantal genoegen genomen.
Rauter zou in Duitsland van zijn verwondingen herstellen en pas na de oorlog weer naar Nederland terugkeren voor zijn proces. Hij werd ter dood veroordeeld en op 25 maart 1949 op de Waalsdorpervlakte gefusilleerd. K.G.E. Schöngarth, Befehlshaber der Sicherheitspolizei und des SD, die eindverantwoordelijk werd gehouden voor de represailles, werd al eerder ter dood veroordeeld door een Britse militaire rechtbank, omdat hij in november 1944 in Twente opdracht had gegeven een bemanningslid van een Brits vliegtuig dood te schieten. Hij is in mei 1946 in Duitsland opgehangen. Twee leden van de overvallers bij De Woeste Hoeve overleefden de oorlog niet. Een week na de aanslag werden Pruis en Kempfer bij een razzia in de bossen tussen Eerbeek en Arnhem opgepakt. Karel Pruis kwam bij het daaropvolgende vuurgevecht om het leven. Aangenomen wordt dat Herman Kempfer ook is omgekomen bij dat vuurgevecht, maar zijn lichaam is nooit gevonden. In 1992 is bij De Woeste Hoeve een monument geplaatst ter nagedachtenis aan de geëxecuteerden. Het monument is ontworpen door Tirza Verrips.
Een van de slachtoffers was Kees (C.H.) de Groot. Hij was redacteur en topman bij het illegale blad Het Parool. Op de SD-lijst stond hij onder zijn schuilnaam Chris den Goevers. Negen dagen na de represaille voor deze onbedoelde aanslag op Rauter werd er een speciale uitgave van Het Parool gepubliceerd naar aanleiding van de Duitse SD-terreur:

De gangsters van den Sicherheitsdienst hebben een schrikbewind ontketend, waarbij niemand meer zeker van zijn leven is. Wie het ongeluk heeft voor een ernstige zaak, voor een kleinigheid of door een ongelukkig toeval in handen van den Duitscher te vallen, kan er zeker van zijn een paar dagen later ergens op een vuilnisbelt of tegen een muur in het openbaar met een groot aantal lotgenooten doodgeschoten te worden. Argelooze wandelaars, die naar een huis kijken, waar de schavuiten van den S.D. toevallig bezig zijn een huiszoeking te verrichten, worden gearresteerd of nageschoten, zelfs op meisjes en vrouwen wordt op straat gevuurd. Bij Rozenoord en op het Weteringplantsoen in Amsterdam, waar vele tientallen Nederlanders in het openbaar neergeschoten en met een schot in den nek afgemaakt werden, heeft men de voorbijgangers met den kolf van het geweer gedwongen getuige van dit bloedige schouwspel te zijn (...)

Van de slachtoffers waren er meer betrokken geweest bij Het Parool: Johan (J.G.) Schippers, hoofd van de expeditie in Amsterdam, stimuleerde en coördineerde het uitkomen van plaatselijke Parool-bulletins in oost Nederland. Cornelis Goudriaan typte exemplaren over van Het Parool. Antonius (A.H.) Frankenmolen, op 18 januari gefusilleerd, hielp bij het verspreiden van de kranten. Theo van Gogh verleende enkele maanden huisvesting aan Het Parool in het kantoor van zijn vader aan de Herengracht 209. Elk jaar leggen vertegenwoordigers van Het Parool op 4 mei een krans bij Rozenoord ter herinnering aan hun oud-collega’s en aan de andere slachtoffers.

31 MAART 1945     Bij een schietpartij op 21 maart ter hoogte van Stompetoren door de Knokploeg-Ursem raakten één of meerdere Duitsers gewond. De poging van de KP’ers om een aantal jongemannen te bevrijden, die wegens illegaal omzagen van bomen waren opgepakt, lukte. Dit gebeurde in de buurt van de boerderij van Mattheus J. Koning. Kort voor de overval hadden de KP’ers hun fietsen daar geparkeerd, wat direct na de overval als verdacht opviel. Op 24 maart deed de Sicherheitspolizei (Sipo)-Alkmaar huiszoeking in Konings boerderij, die sedert september 1944 diende als plaatselijk hoofdkwartier van de Binnenlandse Strijdkrachten. Een kist met onderdelen van een geallieerd vliegtuig en Amerikaanse olie (om schietwapens te smeren) werden daar aangetroffen en ook Duitse stafkaarten van Noord-Holland die aan de Wehrmacht hadden toebehoord, waarop militaire versterkingen waren aangegeven. De Sipo stak de boerderij in brand. Op 6 april werd Mattheus’ zoon Piet Koning, onder wiens bed de kaarten waren gevonden, in Limmen gefusilleerd. Schöngarth besliste dat er in Amsterdam een tweede represaille voor de schietpartij zou komen. Vijf man werden op 31 maart uit het Huis van Bewaring gehaald door leden van de Sipo-Wachzug en als vergelding op Rozenoord gefusilleerd. 

14 APRIL 1945     Voor welke verzetsdaad op die dag de tien Todeskandidaten uit het Huis van Bewaring aan de Weteringschans werden gehaald, per vrachtwagen door de nog stille stad naar de Amsteldijk werden gebracht en daar omstreeks negen uur bij Rozenoord werden gefusilleerd is niet geheel duidelijk. Mogelijk was het een represaille voor het neerschieten van twee Landwachters in Noord-Holland. Er waren geen transportmiddelen meer om de represaille op de plaats van de aanslag uit te voeren, aldus Kriminalsekretär F.C.F. Viermann bijgenaamd ‘De snelrechter’ en ‘Fusilianus’ op 1 februari 1949.  Het is meer waarschijnlijk dat het ging om een vergelding voor het met dynamiet opblazen van enkele Wehrmacht-stellingen op dinsdag 10 april door het verzet.

In de laatste maanden van de Tweede Wereldoorlog zijn mogelijk meer dan honderd man bij Rozenoord doodgeschoten, zoals L. de Jong suggereert in zijn Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog. Hij vermeldt dat bij Rozenoord “in werkelijkheid vermoedelijk honderdveertig personen gefusilleerd zijn”, zich waarschijnlijk baserend op de hiervoor genoemde brochure.5  Helaas zijn niet alle namen te achterhalen, maar de honderd hierna te vermelden personen verdienen in elk geval een aanduiding op het kleine hofje aan het Rozenoordpad waar zij hun leven lieten in de laatste maanden van de Tweede Wereldoorlog.

Pauline Wesselink is freelance redacteur. Ze publiceerde twee boeken over de Tweede Wereldoorlog ‘Ik was een tijdje een ander’ (1998) en samen met Do du Preez-Verleun ‘Soldaat in verzet (2004); ze vertaalde en redigeerde ‘De laatste huzaar’ door Tonny van Renterghem (2010), alle drie uitgaven van Conserve.

Omhoog  VOETNOTEN

1 De fusillades werden iets ten zuiden van de huidige herdenkingsplaats voltrokken. In 1973 werd de vlaggenmast op de fusilladeplek vervangen door een natuurstenen monument met de tekst ‘Voorjaar 1945’. Na de aanleg van de Rozenoordbrug in 1981 is het naar het noorden verplaatst en kwam de huidige gedenkplaat erop. Bron: Heere en Vernooij, p. 961.

2 Bij de fusilladeplaats gaat het Rozenoordpad als fietspad verder naar de Europaboulevard en splitst zich een wandelpad af richting Kop Rivierenbuurt, het Cesar Willem Ittmannpad, genoemd naar een van de gefusilleerden.

3 I.C.A., Initiatief Comité Amsterdam, opgericht in 1932 om initiatieven te ontwikkelen ter verlevendiging van de hoofdstad.

4 Todeskandidaten. Als de Duitsers de daders van een tegen hen gerichte aanslag niet te pakken konden krijgen, werd als wraak een aantal Nederlanders doodgeschoten. Dit konden gevangenen zijn, vaak verzetstrijders of lieden die een anti-Duitse houding hadden getoond, gijzelaars die vastzaten of mannen die voor roofovervallen of kleine vergrijpen (soms onschuldig) vastzaten. Soms werden mensen die in dezelfde beroepsgroep werkten als degenen die de aanslag hadden gepleegd, uit hun huizen gehaald om als Todeskandidaten te dienen. Ook wie zich in de buurt bevond van de plek van een aanslag, liep de kans bij een vergeldingsmaatregel te worden omgebracht.

5 De Jong, dl 10b, p. 392. Heere en Vernooij verwijzen hiernaar op p. 646, n. 24 en schrijven ‘Volgens onze gegevens werden op acht verschillende data exact 100 mannen gefusilleerd bij Rozenoord.’ 

Omhoog  LITERATUUR

Heere, Peter H. en Arnold Th. Vernooij, De Eerebegraafplaats te Bloemendaal,
Sdu Uitgevers Den Haag 2005, p. 639-665, 666-668, 686-695, 785-797, 823-852, 895-902, 951-965.

F. Hendrikx, Rozenoord Bloedoord Heldenoord, Uitgeverij Fix Amsterdam [1945], p. 6-8  (NIOD Ned 12.71 Roz).

L. de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, Den Haag, ’s-Gravenhage/Martinus Nijhoff 1981, dl 10b, p. 392-394.

René Kok en Erik Somers (redactie en samenstelling), Nederland en de Tweede Wereldoorlog II, Uitgeverij Waanders Zwolle 2005, p. 497 en 504.

Johan Oostlander, ‘Rozenoord aan de Amstel - De bewogen geschiedenis van een kwekerij’, Ons Amsterdam nr. 4, april 1999, p. 136-139.

E.J. Zeegers, ‘Herdenking’, Het Parool, 6 december 1963.

‘De slachtoffers van het bloedbad van den 8sten maart’, Het Parool Amsterdamsch Nieuwsbulletin no. 159, 20 maart 1945.

‘Tientallen Nederlanders stierven de heldendood op “Rozenoord”’, Het Parool, 6 maart 1948.

‘Rozenoord executies’, Archief NIOD, KB II 1030.

www.eerebegraafplaatsbloemendaal.eu

www.monument.apeldoorn-onderwijs.nl

www.go2war2.nl/artikel/1473

Met dank aan: Hubert Berkhout en Jeroen Kemperman, NIOD

 

Omhoog  DE NAMENLIJST*

18 januari
Abbink, Hendrik (geb. 1.12.1911), bankbediende bij de Hollandsche Bank-Unie NV; schrijver bij het Gewestelijk Arbeidsbureau (GAB) te Amsterdam
Blanken, Evert (geb. 30.9.1917),  kantoorbediende bij Ruijs & Co en bij het GAB te Amsterdam
Eeltjes, Hendrik Jacob (geb. 6.6.1919), kantoorbediende bij de KNSM en het GAB te Amsterdam
Frankenmolen, Antonius Henricus (geb. 29.7.1915), verkoper bij Vroom & Dreesmann en ambtenaar bij het GAB te Amsterdam; romancier
Hoffman, Gerrit (geb. 6.11.1921), kantoorbediende bij het GAB te Amsterdam
Lotz, Anton (geb. 23.9.1911), chef administratie/expeditie parfumeriezaak te Amsterdam en kantoorbediende bij het GAB te Amstelveen
Meedendorp, Willem Teunis (geb. 14.3.1922), magazijnbediende bij Simon de Wit en schrijver bij de Gemeentewaterleidingen en het GAB te Amsterdam
Pieroen, Marinus Jacobus (geb. 6.1.1911), commies bij het Ministerie van Sociale Zaken te ’s-Gravenhage en het GAB te Amsterdam
Rooth, Adam Petrus (geb. 4.6.1903), commies bij de Gemeentelijke Arbeidsbeurs/het GAB te Amsterdam
Trap, Pieter Jelle (geb. 14.1.1918), kassier bij de Gemeentelijke Arbeidsbeurs/het GAB te Amsterdam
Venema, Willem (geb. 31.10.1916), kantoorbediende bij het GAB te Amsterdam 

Alle elf liggen begraven op de Eerebegraafplaats te Bloemendaal

30 januari 
Hartog, Pieter (geb. 9.10.1920), vertegenwoordiger/administrateur te Haarlem
Kloos, Jan (geb. 7.5.1919), student biologie te Leiden en Utrecht/assistent-ornitholoog te Wageningen
Nijendaal, Jantjen Jan van (geb. 13.6.1926), scholier te Wijk bij Duurstede
Reidsma, Leendert (geb. 5.5.1919), student te Delft; calculator scheepswerf te Dordrecht
Treffers, Thomas (geb. 17.8.1916), tandtechniker te Haarlem

Alle vijf liggen begraven op de Eerebegraafplaats te Bloemendaal

31 januari
Jonkhart, Gerrit (geb. 11.7.1914), metaalbewerker
Krop, Karel Jacobus (geb. 19.4.1920), los werkman; timmerman
Siem, Antonius Gustaaf Hendrikus (geb. 20.4.1912), expeditie-chauffeur
Spel, Pieter (geb. 18.1.1925), fabrieksarbeider
Wagner, Ernst Ludwig (geb. 10.5.1920), tekenaar en Obergefreiter bij de Duitse Wehrmacht, gedeserteerd, met de schuilnaam Johannes Frank
Werst, Arnoldus Hermanus Johannes (geb. 1.8.1914), timmerman

Jonkhart en Siem liggen begraven op het Nederlands Ereveld te Loenen

7 februari
Bak, Jacques (geb. 2.4.1922), kantoorbediende/boekhouder te Amsterdam
Dons, Willem Jan Hendrik (geb. 23.5.1884), vice-president van de Arrondissementsrechtbank te Amsterdam
Hülsmann, Hermann Julius (geb. 25.6.1884), raadsheer bij het Gerechtshof te Amsterdam
Ittmann, Cesar Willem (geb. 25.7.1914), chirurg-assistent bij het Binnengasthuis te Amsterdam
Smuling, Jacob (geb. 25.3.1885), expediteur te Amsterdam

Alle vijf liggen begraven op de Eerebegraafplaats te Bloemendaal

27 februari
Besterveld, Zeger (geb. 15.4.1919), matroos 3e klasse bij de Koninklijke Marine (KM); brandwacht bij de Rijkswerf Willemsoord te Den Helder
Bosch, Leonardus (geb. 25.8.1914), matroos 2e klasse bij de KM; melkslijter te Den Helder
Heijden, Dirk van der (geb. 7.12.1917), plaatbankwerker
Heijden, Jakobus Friedrich van der (geb. 20.5.1914) machinebankwerker/constructiemonteur (geboorteplaats Hemer, Duitsland)
Roman, Jacobus Antonius (geb. 7.3.1913), kwartiermeester bij de KM en verpleger bij de Gemeentelijke Luchtbeschermingsdienst te Den Helder 

Besterveld, Bosch en Roman liggen begraven op de Eerebegraafplaats te Bloemendaal

8 maart
Akkerman, Nicolaas (geb. 25.4.1905), hoofdonderwijzer te Wervershoof (B)
Appel, Nicolaas (geb. 11.10.1920), chauffeur, Spanbroek
Bais, Johan (geb. 6.5.1921), student economie te Amsterdam, Leiden (B)
Bettonville, Hendrik (geb. 10.12.1917), metaalbewerker, Amsterdam
Beukman, Franciscus (geb. 23.11.1921), student medicijnen te Amsterdam (B)
Beunders, Johan Willem (geb. 7.7.1920), zonder beroep, Amsterdam
Bosse, Antonius Maria (geb. 20.4.1922), winkelbediende/vertegenwoordiger te Haarlem, Spanbroek (B)
Brink, Willem van den (geb. 28.1.1917), chauffeur, Purmerend
Conijn, Johannes Hendrikus (geb. 19.12.1916), carrosseriebouwer, Purmerend
Conijn, Paulus (geb. 6.7.1926), machinebankwerker, Purmerend
Doets, Elias (geb. 20.1.1918), timmerman, Beemster
Eijffinger, Augustinus Aloysius (geb. 10.3.1925), hotelknecht/schrijver bij de belastingen in Den Haag (B)
Frederiks, Albertus Ignatius (geb. 4.11.1907), bankwerker, Purmerend
Friederich, Johannes Thomas Fransiskus (geb. 12.10.1907), meubelmaker/restaurateur te Amsterdam (B)
Gogh, Theodoor van (geb. 5.11.1920), student economie te Amsterdam, Laren (B)
Gorter, Gijsbert Johan (geb. 7.11.1920), student theologie te Amsterdam (B)
Gorter, Pieter (geb. 17.3.1907), telefonist bij de Gemeentelijke Luchtbeschermingsdienst te Amsterdam (B)
Goudriaan, Cornelis (geb. 17.2.1923), kantoorbediende/facturist bij Mercedes-Benz te Amsterdam (B)
Groot, Jacob (geb. 16.4.1916), veehouder, Purmer
Groot, Cornelis Hendrikus de (geb. 13.10.1913), jurist, ambtenaar te ’s-Gravenhage (B)
Gulikers, Pieter Joseph Hubert (geb. 13.3.1893), bankemployé te Haarlem, Santpoort (B)
Hijden, Johannes Anthonius van der (geb. 27.8.1905), tuinder, Santpoort
Hoek, Johannes Hermanus (geb. 20.11.1918), landarbeider, Spanbroek
Huijbrecht, Petrus Johannes (geb. 28.12.1909), binnenvaartschipper, laatst te Groningen (B)
Jonge, Cornelis de (geb. 16.2.1920), kapper/melkmonsternemer, Purmerend
Kramer, Petrus Antonius (geb. 17.9.1901), veehouder, Purmerend
Kroon, Gerrit (geb. 11.4.1919), visser, Jisp
Langedijk, Johannes (geb. 7.5.1902), verzekeringsagent te Wervershoof (B)
Leegwater, Gerard (geb. 30.11.1919), los werkman, Purmerend**
Leeuwen, Jacobus Albertus van (geb. 4.1.1908), distributieambtenaar te IJmuiden-Oost (B)
Lodder, Johannes (geb. 27.3.1918), wachtmeester der marechaussee te Wervershoof (B)
Loos, Cornelis (geb. 22.4.1909), grondwerker, Spanbroek
Meijer, Fokko (geb. 18.4.1914), stoker/elektricien/los werkman te Medemblik, Leiden (B)
Meijer, Herman (geb. 13.11.1906), los arbeider, Purmerend
Molenaar, Nicolaas (geb. 26.7.1910), metaalbewerker; uitvoerder te Santpoort, Beverwijk (B)
Naarstig, Aloijsius Christiaan (geb. 15.2.1895), schoenenwinkelier te Amsterdam (B)
Nierop, Frederik Salvador van (geb. 21.6.1910), directeur bijkantoor Amsterdamsche Bank NV te Amsterdam (B)
Rijswijk, Dirk Jan van (geb. 28.10.1904), gemeenteambtenaar te Velsen, Santpoort (B)
Ris, Jan Ferdinand (geb. 15.6.1918), radiotelegrafist bij de PTT te Amsterdam, Nieuwersloot (B)
Schagen, Johannes Antonius (geb. 6.4.1909), coiffeur, Wognum
Schippers, Johan Godefridus (geb. 13.2.1923), na zijn eindexamen hbs in 1940 werkte hij uitsluitend in de illegaliteit, Amsterdam (B)
Schrijver, Hendricus (geb. 7.2.1914), schoenmaker, Amsterdam
Slooten, Pieter (geb. 14.4.1918), automonteur, Wijde Wormer
Smitt, Johannes Gesinus (geb. 4.7.1910), scheikundig ingenieur bij de BPM te Amsterdam, Santpoort (B)
Stam, Jan Florentinus (geb. 1.4.1915), landbouwer, Spanbroek
Stokhof, Petrus Antonius (geb. 15.4.1908), onderofficier bij het Korps Mariniers; brugwachter te Groningen (B)
Stokmans, Johann Arnold Christoph (geb. 5.4.1900), handelaar in rotanartikelen te Haarlem; onderhopman Nederlandse Arbeidsdienst (NAD), Velsen (B)
Temme, Hendrik Elbert (geb. 4.7.1905), freelance (foto)journalist te Amsterdam (B)
Terwiel, Hendrik (geb. 27.1.1917), schoenmaker, Amsterdam
Velden, Willem Bastiaan van der (geb. 22.11.1916), arts, Amsterdam
Vries, Cornelis Johannes de (geb. 17.6.1912), kantoorbediende/boekhouder, Den Haag (B)
Weerdenburg, Jacobus Ludovicus van (geb. 5.5.1923), kantoorbediende te Amsterdam (B)
Welij, Johannes Christiaan Lodewijk Karel van (geb. 21.7.1907), landbouwkundig ingenieur; arbeidsleider NAD, Leiden (B)

31 van de 53 liggen begraven op de Eerebegraafplaats te Bloemendaal, achter hun naam staat (B)
Schagen ligt begraven op het Nederlands Ereveld te Loenen

31 maart
Brand, Jan (geb. 30.5.1918), fabrieksarbeider essencefabriek
Koning, Andries de (geb. 23.7.1917), landarbeider te Kapelle
Koning, Gerard de (geb. 23.3.1899), bewaker PND, winkelier in snoepwaren, eigenaar koffiehuis, nachtwaker in Amsterdam
Schwitters, Sjoert Christianus Pieter (geb. 13.5.1912), journalist te Amsterdam
Swenger, Jan Antonius (geb. 8.8. 1920), broodbakker, enkele maanden in Duitsland te werk gesteld, daar weggelopen en opgepakt

Koning, Koning en Schwitters liggen begraven op de Eerebegraafplaats te Bloemendaal
Swenger ligt begraven op het Nederlands Ereveld te Loenen

14 april
Broekhuijsen, Henricus Gerardus van (geb. 4.12.1919), typist te IJmuiden; hulp-commies te Nispen
Dobbinga, Christiaan Wilhelmus (geb. 2.10.1898), sergeant-telegrafist Koninklijke Marine
Heijboer, Johannes Pieter (8.3.1912), elektrotechnisch ingenieur
Hulsman, Dirk (geb. 14.10.1920), matroos 2e klasse Koninklijke Marine
Kuster, Sebastianus Gerardus (24.8.1901), monteur Koninklijke Marine
Lauwerens, Leendert (geb. 24.7.1903), sergeant-telegrafist Koninklijke Marine
Melle, Job Daniël van (geb. 26.5.1897), boekhouder bij een groothandel in chocolade
Romp, Hendrik Arnold (geb. 20.10.1897), bedrijfsingenieur te Amsterdam
Schamp, Theodorus Johannes (geb. 30.6.1904), sergeant-majoor-telegrafist Koninklijke Marine; controleur PTT
Vester, Frederik Hendrik (3.9.1901), ingenieur

Acht zijn begraven op de Eerebegraafplaats te Bloemendaal, Kuster en Vester liggen er niet begraven

* De namen en beroepsgegevens zijn overgenomen uit De Eerebegraafplaats en gecheckt bij het Stadsarchief van de Gemeente Amsterdam, waar op enkelen na de namen van de gefusilleerden te vinden zijn. Van een aantal mannen van 8 maart staat de woonplaats achteraan als die anders is dan de plaats waar zij werkten, bron: ‘De slachtoffers van het bloedbad van den 8sten maart’, Het Parool Amsterdamsch Nieuwsbulletin no. 159, 20 maart 1945.

** Heere en Vernooij schrijven per ongeluk een maal Leeghwater. Op de archiefkaart/persoonskaart van het Stadsarchief staat Leegwater.

Omhoog

Terug naar de vorige pagina <<