ZOVEEL TE DOEN
part one
Zo lig je in het ziekenhuis, zo ben je weer
thuis.
Bijna twee weken na mn hartinfarct lig ik op de vroege zondagochtend wat in bed te
schrijven. Ook dat hoort bij het verdere herstel thuis, bij het geleidelijk weer oppakken
van de touwtjes waarmee ik tot nog toe mn leven bestuurde.
Of dat meevalt? Ja en nee. Ik ben gauw moe, beetje pijn in mn hoofd als bijwerking
van een van de medicijnen, dingen als autorijden zijn er nog even niet bij, in een rustig
tempo weer op gang komen luidt het voorschrift en soms speelt de angina pectoris daarbij
even op.
Zes verschillende medicijnen moeten me helpen, een schoenendoos vol voor 8 weken. Lia
heeft wat slimme pillendoosjes met een weekindeling voor me gekocht om te voorkomen dat ik
er een paar vergeet in te nemen.
Maar straks ga ik lekker mn wandelingetje maken en zo moet het geleidelijk beter
gaan want zoals ik al aan een paar mensen schreef, er is nog zoveel te doen. Eentje
stuurde me daarop als reactie een mailtje met als bijlage het nummer van de vroegere
popgroep Toontje Lager. Zoveel te doen, ik heb nog zoveel te doen
.enz. Lia heeft er
een stukje van gekopieerd, ik stuur het mee, kan je het ook even afdraaien op je computer.
Maar goed, de verrassingsaanval van bijna twee weken geleden heeft het nodige veranderd in
het dagelijkse bestaan van deze pensionado. Ik kijk anders aan tegen een aantal zaken. Het
verblijf in het ziekenhuis is daar een voorbeeld van. Dat kende ik tot die tijd alleen van
het bezoek aan andere mensen die ziek waren en dan zie je alleen maar een stukje
buitenkant. Een organisatie waarin niet veel leek te gebeuren. De werkelijkheid bleek
anders. Om een ziekenhuis te laten functioneren moeten er wel duizend en zaken geregeld
worden. Allerlei taken en werkzaamheden die erop gericht zijn om zorg te bieden aan de
patiënten die in bed op genezing wachten. Ik heb daar nog een paar verhalen over gemaakt,
ondermeer over een paar dametjes in de kamer naast me, maar die bewaar ik nog even.
In het ziekenhuis heb ik er trouwens een nieuwe vriend bij gekregen. Zittend op mn
schouder fluistert hij me regelmatig dingen in die ik helemaal niet horen wil. Niet weten
wil. Ik probeer hem dan weg te jagen, slaag er ook wel in maar het is een hardnekkig
baasje.
De bezoekuren zorgden gelukkig voor de nodige afleiding. Alles zag er dan weer beter uit.
Door het praten over thuis, of er nog post was, hoe het met iedereen ging, de plannen van
mn zwager en schoonzus om een huisje in Frankrijk te kopen. Ooit fantaseerden we met
ze over een huis waarin we met een hele groep zouden wonen waarbij ik als een soort
godfather onder de eikenboom mocht zitten met een glaasje rode wijn onder handbereik.
Die nieuwe vriend over wie ik net schreef, is wel met me mee gekomen naar huis. Als ik een
dipje heb tikt ie meteen op mn schouder. Ik jaag hem weg met de opmerking dat er wel
honderdduizend mensen in Nederland zijn die hetzelfde hebben gehad als ik. Dat die na hun
revalidatie weer prima functioneren.
Met een Schiet op, wegwezen jij veeg ik hem van mn schouder en mopperend
trekt ie zich dan terug. Mompelt nog zoiets van wacht maar maar ik negeer hem
verder. Dat is gewoon het beste.
Hoe laat is het eigenlijk? Kwart over acht al. Tijd om op te staan. Tijd om leuke dingen
te doen. En dat zitten onder die eikenboom komt ook, ooit.
Zoveel te doen, ik heb nog zoveel te doen
.
erJeetje
ZOVEEL TE DOEN
part two
Zo heb je niets, zo rijd je in een ambulance richting ziekenhuis, schreef ik bijna drie
weken weken geleden. Na een week was ik weer thuis met een baal medicijnen en de hoop dat
ik met een wat aangepaste manier van leven weer gewoon verder kon.
Dat viel echter tegen, m'n hart bleef zo nu en dan opspelen en op woensdagavond, 28 juni
om precies te zijn, reed ik voor de tweede keer richting ziekenhuis Amstelland en
omstreken, vanwege pijn achter m'n borstbeen die ondanks pilletjes en nitrospray niet te
verdrijven was.
Ik zal jullie verdere details besparen maar een ding was duidelijk. Verder onderzoek was
noodzakelijk en zo lag ik de vrijdagochtend daarna al op de cardiologieafdeling van het
OLVG in Amsterdam om gekatheteriseerd te worden. Drie kwartier later verliet ik die
afdeling met een zgn. stent in een van kransslagaders. Bij de katherisatie was namelijk
gebleken dat de betreffende ader op een plaats bijna dicht zat als gevolg van een
verstopping. Dotteren is dan een oplossing om die verstopping op te heffen en vervolgens
het plaatsen van een zgn. stent om ervoor te zorgen dat de betreffende plaats niet opnieuw
dichtslaat.
Wat een wonder van techniek is dat toch. Via de slagader wordt via de pols een dun buisje
ingevoerd en vervolgens naar je hart gevoerd. Nadat er een hoeveelheid contrasterende
vloeistof is ingevoerd wordt er vervolgens via Röntgenopnamen geïnspecteerd wat er aan
de hand is en of eventuele afwijkingen met dotteren verholpen kunnen worden.
Twee dagen later, op zondagmiddag dus, mocht ik weer naar huis. Beetje moe door de
spanning van de voorgaande weken maar zonder dat beklemde gevoel op de borst dat de
voorgaande weken zo nu en dan de kop opstak.
Schreef ik vorige keer dat het wennen was aan de nieuwe situatie waarin ik was verzeild?
Dat geldt nog steeds maar ik zie de komende jaren nu een stuk optimistischer tegemoet. In
ieder geval moet ik de komende weken weer rustig op gang komen. Beetje wandelen, wat
fietsen als het zwevende gevoel in m'n hoofd (gevolg van de medicijnen) verdwenen is.,'s
middags een uurtje plat, van die dingen.
Oh ja, die nieuwe vriend, die zich een paar weken geleden op m'n schouder had
geïnstalleerd, is voorlopig met stomheid geslagen. En wat mij betreft trekt ie voorgoed
aan z'n stutten. Want een ding is zeker, er is nog zoveel te doen.
"Zoveel te doen, er is nog zoveel te doen, ik wil gaan schrijven, reizen, schilderen,
bewegen, Zoveel te doen ....."
erJeetje
Ruud Jansen, 25 juni 2006 - e-mail: ruudenlia@wanadoo.nl
<< index Ruud
Jansen
Terug naar de vorige pagina << |