Zombies op Zorgvlied De foto is van de zesde klas Prof. Gunningschool, ik denk uit 1972. Ikzelf
ben die jongen met dat lange blonde haar die met zijn hand zijn hoofd ondersteund. Was
toen waarschijnlijk al lui aangelegd. De andere foto is van de toenmalige lerarenstaf van
de Prof. Gunningschool. Hoofdmeester Drupsteen was berucht bij ons en ik denk dat veel
mensen die op deze school hebben gezeten er nog wel een paar zullen herkennen.
Ik woonde in die tijd met mijn ouders in de Zomerdijkstraat
op nummer 1, recht tegenover de Maranathakerk. Mijn ouders waren bevriend met de koster en
zijn vrouw zodat ik geregeld in de kerk te vinden was. Jarenlang in de vakantie de
konijnen verzorgd van de kindercrèche, geholpen in de bibliotheek met boeken terugzetten
en oppassen op de kinderen van de koster. Wat mij verder als kind goed is bijgebleven van
die tijd is o.a.de Floriade bij de Rai, na schooltijd met ze allen erheen en over het hek
klimmen. Springen op het luchtkussen, glippen in de kabelbaan, alles was leuk zolang je
maar niet hoefde te betalen. 's Avonds met de fiets naar Zorgvlied, over het hek om appels
en pruimen te pikken bij een huis naast Zorgvlied. Op een avond in het donker hoorde we
voetstappen over het grindpad, en iemand riep "een zombie". Nooit waren we zo
snel over het hek gekomen als toen. Thuis in de Zomerdijkstraat kwam ik zelfs tot de
ontdekking dat mijn fiets nog bij Zorgvlied stond. Had ik de hele weg naar huis gerend.
Verder gingen we vrijdag met een groepje schoolvrienden
geregeld naar de kauwgomfabriek op het industriegebied over de Utrechtse brug. De
werknemers die naar huis gingen voor het weekend mochten uit een ton bij de uitgang een
behoorlijk grote zak kauwgom meenemen. Vaak gaven ze die aan ons. Geweldig grote bellen
kon je blazen van 25 stuks kauwgom, ademen ging wat moeilijker.
Ook heb ik eens samen met een vriend achter de rododendrons
van de Maranathakerk, onder een stenen trap, de buit gevonden van een inbraak. Elektrische
telmachines en schrijfmachines etc. Via de politie hoorde mijn vader dat de buit was
gestolen bij een school vlak bij de Apollolaan. Mijn vader heeft toen deze school gebeld
om door te geven dat wij, twee jongens van 12 jaar, zo keurig aangifte hadden gedaan, maar
niet eens een bedankje hadden gekregen. De directeur van de school vertelde dat de politie
had gezegd dat ze de zaak zelf hadden opgelost. Van deze school hebben wij toen een
uitnodiging ontvangen om langs te komen met onze ouders. Thee met gebak en als klapstuk
kregen we elk een mooie rubberboot met peddels. Vaak gingen we roeien en vissen op de
Amstel.
Tegenover ons in de atelierwoningen woonde toen Jan Wolkers.
(Ik weet niet zeker of het het huis van Gerrit van der Veen was, de verzetsheld. Nog moet
ik altijd aan hem denken tijdens de dodenherdenking). Wij moesten altijd erg lachen om de
vrouw van Jan die er voor toen erg "hip" uitzag met vaak twee verschillende
kleuren panty's, rood en groen bijvoorbeeld.
Amsterdam was mijn stad en Zuid mijn buurt, al mijn vrienden
woonde er behalve Bouke, die verhuisde naar Friesland. Helaas wilden mijn ouders ook graag
een tuintje en toen ik 15 jaar werd verhuisden mijn ouders naar Hoorn. Meer dan
verschrikkelijk vond ik het daar, maar één gracht, geen trams (moest ik fietsen met
harde wind) en ze praten ook een heel raar taaltje. Uiteindelijk toch nog goed gekomen, en
heb ik mijn vrouw daar gevonden (of zij mij natuurlijk). Nu woon ik in Koedijk, of all
places. Dicht bij Alkmaar en lekker snel in Amsterdam als ik zin heb. Maar, ooit kom ik
terug als het werk gedaan is. Dwalen door Amsterdam met zijn grachten is tenslotte toch
een van de mooiste dingen om te doen.
Groetjes
Rob Tromp, 28 juli 2004 - e-mail: tromprob@tiscali.nl
Terug naar de vorige pagina << |