Pagina van
Lida Bierman-Hendrikse
Jeugd en oorlog in de Schipbeekstraat
In 1930 ben ik geboren in de Waverstraat en in 1933 zijn
we verhuisd naar de Schipbeekstraat 2 hoog.
Piet, mijn jongere broertje, en i k
hadden waterpokken en waren gehuld in dekens en werden voor
het zijraam gezet met uitzicht op de Churchill-laan,
toen nog de Noorder Amstellaan, waar zicht was op tram 25 in
beide richtingen. Op 4-jarige leeftijd ging ik eerst naar de
kleuterschool op het Jonas Daniel
Meijerplein en daarna naar de kleuterschool in de
Dongestraat.
Toen naar de ”grote” school, de Dongeschool, in de
Dintelstraat. Een mooie moderne school met centrale
verwarming, prachtige gymzaal, kleedkamers en 2
vakleerkrachten mejuffrouw van de Heuvel voor de meisjes en
meneer Stienstra voor de jongens. Er lagen meer scholen aan
het grote schoolplein, waarvan ik me alleen de naam
Vondelschool herinner. De eerste drie klassen had ik mevrouw
Valencia, de laatste drie klassen het hoofd van de school
meneer Zandvoort. Andere leerkrachten waren mevrouw Bakker,
meneer Kuilenburg, meneer Menzo (een Surinaamse onderwijzer)
en meneer Wijntroo was conciërge en had een dienstwoning op
het terrein. Er kwam een godsdienstleraar voor kinderen die
zich daar voor hadden opgegeven. Kortom een geweldige
school. Bij mij in de klas zat
Renate Rubinstein, bij mijn
jongere broertje haar broer en zus, Jan en Gerda. Renate
woonde in de Wielingenstraat.
Ik speelde af en toe bij haar. Haar vader was toen al
weggehaald en ik herinner me dat zij chocoladerepen voor hem
spaarde voor als hij terugkwam, wat helaas dus niet
gebeurde. Renate was een zeer goede leerling en op een vraag
van onze onderwijzer, meneer Zandvoort, aan de kinderen in
onze klas wat zij wilden worden, antwoordde Renate:
“journaliste”! Op onze afscheidsavond
van onze school na de 6e klas hadden we een leuke bonte
avond in de gymzaal voor de ouders en Renate was toen
conferencier. Ze had een mooie jurk aan, gemaakt door haar
moeder en een hoge hoed op haar 2 vlechtjes. Ook dat deed ze
uitstekend.
De Dongeschool, die ik bezocht van 1936 tot 1942, verloor
veel joodse leerlingen. Ook mijn beste vriendinnetje, Betty
Blom, die woonde in de
Biesboschstraat met haar familie. Haar vader had een bedrijf
in bloemen en hij werkte in Aalsmeer. Ze had ook nog een
broer en zusje. Dat was ook het geval met vele mensen uit
onze woonbuurt. Ik herinner me een paar namen uit onze
straat: de familie Blitz, familie van Santen met o.a. Hester
en Roosje, de familie Samson (fotograaf), allen joods.
Verder herinner ik me de Schipbeekstraat van voor de oorlog
als een heerlijke speelstraat voor ons kinderen met mooie
brede trottoirs, grote plantsoenen en veel kinderen, ook uit
de IJselstraat. Nog wat namen: Corrie Falkema, Harry en
Dicky van Voorst, Piet Blauw, Willemientje Kramer, Ben ten
Cate, Frits Tardy (of Tardie), Frits de Nijs, de familie van
Hal, met Loek, Trees, Tonnie, Mary en Hans en familie van
Groeningen.
Onze straat was een kleine zijstraat
van de Churchill-laan, maar een
heerlijke buurt om te wonen, met in de Maasstraat veel
winkels, het Noorder Amstelkanaal met het mooie, destijds
groene, bruggetje en in onze straat ook veel winkels: een
schoenmaker, slager, kruidenier van Kleef, drogist, een
groentewinkel, sigarenwinkel, melkzaak, een broodverkooppunt
en een houtwerkplaats. Verder kwamen er door de straat een
ijskar, een voddenman, verse waar voor hond en kat, de
Berliner Bolleman en muzikanten. We hebben veel op straat
gespeeld bijvoorbeeld hinkelen, hoepelen, krijgertjes,
verstoppertjes, slagbal, kastie, bokspringen en diefje met
verlos, heerlijk.
Na de lagere school ben ik naar de 4e 3-jarige HBS gegaan in
de PL Takstraat en ik herinner me dat in de
tegenoverliggende OHS (openbare handelsschool) in de oorlog
een noodhospitaal voor TBC-patiënten was gevestigd, ik meen
een dependance van het Binnengasthuis of
Wilhelminaziekenhuis.
Amsterdam Zuid was een prachtige buurt om te wonen, ook voor
kinderen. Helaas heeft de oorlog en het weghalen van zijn
joodse inwoners diepe sporen getrokken.
Wij kinderen waren lid van de speeltuin in de Gaaspstraat,
waar we ook wel eens een film gingen kijken en we waren lid
van de leesbibliotheek waarschijnlijk in de Reggestraat.
Verder huurden we vaak een step of een kinderfiets bij de
heer Mirani, die een fietsenstalling direct om de hoek in de
IJselstraat dreef. Ik meen me te herinneren een step of een
autoped, zoals we het ook noemden, voor een plak (2,5 cent)
voor een half uur en een stuiver voor een kinderfiets.
Hansje de Wolf was de enige dochter
van de man die een schildersbedrijfje had en die tevens de
eerste autobezitter van onze straat was.
Mijn moeder, van oorsprong Zeeuwse, kon heerlijk vis (schol)
bakken en zij haalde tassen vol van de Albert Cuypmarkt,
waar heerlijke verse vis voor spotprijzen op de kramen lag.
Toen ik wat ouder was ging ik vaak zaterdags met mijn moeder
naar de Albert Cuyp, een erg gezellige markt en daarna nog
even naar de Hema in de Ferdinand Bol.
In mijn herinnering leeft de straat voort als een leuke
straat in een mooie buurt. De Noorder Amstellaan goed
onderhouden grasvelden met mooie bloemenperken
met, ik denk, rozen.
De Amstelkade en aan de overkant de Jozef
Israelskade met voorbijvarende boten en vuilnisschuiten. En
mijn broertje die al jong aan het vissen was en dan de
straat op zondagmorgen in de zomer, zonovergoten, stil met
de kerkklokken van waarschijnlijk de Thomas van Aquino in de
Rijnstraat en ’s winters in de namiddag het zachte licht van
de straatlantaarns op de sneeuw, de geluiden gedempt.
Aan de ijskoude Hongerwinter ben ik ontkomen doordat een
vriendinnetje, Thea de Vente, naar een adres in Friesland
zou gaan en ik ben op de bonnefooi meegegaan. We konden een
plaats op de Lemmerboot bespreken en voor een pakje shag
konden we misschien mee. Op de avond van de 17e december
1944 meldden we ons achter het
centraal station en in het pikdonker zijn we met een volle
boot naar Lemmer gevaren. Er is onlangs een boekje
verschenen over de tochten van de Lemmerboot. Op 14 april
1945 zijn we in Friesland bevrijd en voor ik terugging naar
Amsterdam in mei, hoorde ik dat mijn vader aan
hongeroedeem/dysenterie was overleden. Dat was een wrange
terugkeer in feestend Amsterdam.
Lida Bierman-Hendrikse
22 oktober 2011
|
|