DE COLLECTIEVE
DIEFSTAL
Ik schrok me rot. “Het land”
zwart van mensen die planken roofden. Brave burgers die zich
aan het eigendom van anderen vergrepen. Had ik niet voor
mogelijk gehouden. Het waren de mensen die al op de ramen
tikten als wij op straat nog overlegden wat we uit zouden
halen. Een menigte stroomde tussen een opening in het hek
van het zwembad en de Rivierenlaan.
Het leek op het verkeer van een mierenkolonie in omgekeerde
richting. Richting zwembad zonder stokjes, richting
Rivierenlaan met stokjes.
Ik schrok omdat iets danig uit de hand liep.
illustratie
van de diefstal uit het Amstelparkbad door Jan van Ommen
Wij, mijn
tweeling broer
en ik, waren zeven jaar oud en regelmatig op
studietochten. We leerden op school maar ook veel van onze
omgeving. We onderzochten de gasfabriek, de pont over de
Amstel, de schepen aan de Amstel, de tramremise
in de lekstraat. We observeerden de boeren op de
weide, de scharensliep, de
vuilnisafvoer. De Wehrmacht was ook deel van onze
waarneming. Duitsers oefenden op “het land”. Wij leerden
van de commando’s en de gang van
zaken, genoeg om de oefeningen in eigen regie en met eigen
uitrusting na te doen als “het land” weer vrijgegeven was.
Bij het komen en gaan van de soldaten marcheerden we mee en
zongen met hun “Hariejom, Hariejom, volkorenjas (een, twee,
drie), Hariejom, Hariejom, volkorenjas.
Het moet een speciale compagnie zijn geweest, ik heb
het al bij veteranen nagevraagd;
niemand herkent deze mars.
“Het zwembad”, toen Amstelparkbad nu
het De Mirandabad, lag in het gebied
van onze dagelijkse waarnemingen. Het ontging ons niet dat
hier in de zomer van 1944 iets gaande was. De Wehrmacht was
op het dameszonneveld bezig. Er werd gegraven, gehakt,
gezaagd en getimmerd. Ik zie nog hoe een soldaat met blote
borst een paal in de hand hield en er met een bijl een punt
aanspitste. Na enige tijd nam het project vorm aan als een
schuilplaats voor 'Wehrmachtsfahrzeuge'.
Ik neem aan dat het zwembad gesloten was.
illustratie
van o.a. de
schuilplaats voor 'Wehrmachtsfahrzeuge'
door Jan van Ommen
Aan het eind van de zomer
hield het graven en hameren op. De planken lagen er nog maar
de Duitsers kwamen niet meer. Als zich al enige dagen niets
meer bewoog, besloten we tot een nadere inspectie. We hadden
wat ervaring in het overwinnen van hindernissen. Ik weet
niet meer of we de klompen buiten lieten staan of ze eerst
over het hek gooiden. Dan lagen er planken, veel planken.
We wilden er vier mee nemen dat merkt
toch niemand. Nu, het vervolg is bekend!
De consequenties bleven echter uit,
waarom weet ik niet. Misschien waren er bij nader inzien
niet meer genoeg auto’s om onder te
verstoppen. Mijn buurman mijnheer V. toverde uit zijn
planken een prachtige tafel met een geraffineerd hoekprofiel
voor de tafelpoten, ook uit de planken.
Ik kan niet garanderen dat dit verhaal helemaal waar is,
mijn broer meent dat wij onze planken pakten
toen er al grotere jongens aan het
jatten waren. De collectieve diefstal moet eind september
1944 plaats gevonden hebben. Mijn vader die een dagboek
bijhield in de tijd dat mijn moeder in het concentratie kamp
zat, schrijft onder de 27ste september: “de vorige week
kwamen ze elk met twee lange planken thuis, er lag bij het
zwembad een hele stapel”. Let wel: “Er lag bij het
zwembad een hele stapel”; diefstal met inbraak paste niet in
het dagboek.
Jan van Ommen
- 13 februari 2008
e-mail:
jan (ad) vanommen.de
(vervang (ad)
door @)
|