Het verhaal
van de werkeloze tuinman
Er was eens 'n . . . .
Ja, zo beginnen bijna alle verhalen en mijn verhaal maakt daar geen uitzondering op.
Jaren geleden hadden wij een buurman die tuinman was en nog wel een zeer goede en
fantasierijke bovendien. 's Morgens vroeg ging hij al op de fiets naar zijn klanten toe en
de nodige werkatributen waren met touw aan frame en bagagedrager gebonden.
Pet op en gestoken in overall pakte hij zijn fiets uit de schuur achter in zijn tuin, door
de keuken en het smalle gangetje dat naar de voordeur leidde, wat moeilijk manouvrerend
met al zijn werkatributen er op en er aan gebonden, maar uiteindelijk stond hij dan in vol
ornaat buiten en riep nog even achterom kijkend, "tot later Wil"
Dit was 'n dagelijks ritueel en nadat hij zijn lange benen over het zadel had getild en
weg reed, hobbelde de nog al wat gezette eega naar binnen om zich op het dagelijkse
schoonmaken van het huis te concentreren.
Ondertussen fietste Henk, waarvan z'n bijnaam "Lange Henk" was, naar zijn werk,
in en om de Rivierenbuurt.
Jarenlang heeft hij dat gedaan en zijn enige afleiding was zijn eigen tuin en op zondag
vissen in de Boerenwetering en later in de Amstel. In zijn tuin zaaide hij, minutieus
getrouw, het wapen van Nederland. Een ongelooflijk kunststuk, waar wij, met de mond open,
naar keken vanaf onze veranda op 1 hoog. Een vakman van de eerste orde !!
Kort geleden kwam ik hem na vele jaren weer eens tegen. Heeee "Ome Henk" riep
ik, dat is lang geleden, hoe gaat het er mee en met "tante Wil"? Hij keek mij
aan met wat troost zoekende ogen en zei; "goed en met jou"? Ja, antwoorde ik,
blij hem te zien na zo'n lange tijd, ik mag niet klagen, maar hoe staan de tuinen er bij
in de buurt ? DIT had ik niet moeten vragen !!
Hij staarde mij dan ook aan met 'n blik van, wat moet ik daar nu op antwoorden, maar
uiteindelijk overwon hij zijn schaamte en sprak met 'n wat toonloze stem,
"slecht" en toen ik hem vroeg, hoe zo, slecht, zei hij, ik ben werkeloos, mensen
doen hun tuin zelf, dat is goedkoper, maar ze bakken er niets tot weinig van. Van de eens
zo fiere "Lange Henk" was weinig meer over, ik kreeg opeens zelfs medelijden met
hem.
Net boven de pensioengerechtigde leeftijd, maar totaal uitgeblust. Zijn werk, wat ook zijn
hobby was geweest was hem ontnomen door de tijd en dat kon hij moeilijk verkroppen. Na
enige tijd, na diep nagedacht te hebben, sprak hij, meer voor zichzelf uit, dan
tegen mij, "ach wat heeft het leven nu nog voor zin?" Kinderen het huis uit, Wil
moeilijk ter been en vrienden en kennissen vallen steeds meer weg, hobbies heb ik niet
meer, want zelfs de vissen in het vervuilde water willen niet meer bijten.
Waarom gaat U niet met vakantie, lekker naar de zon, Spanje bijvoorbeeld?
Als door 'n adder gebeten sprak hij, "ik naar het buitenland, dat haalt je de
koekoek, mensen spreken daar geen woord Hollands en van de zon krijg je alleen maar
uitslag"
Nee, ging hij verder, het enige wat mij nog 'n beetje plezier brengt is het wandelen hier
door mijn oude vertrouwde Rivierenbuurtje, waar ik geboren en getogen ben. En ging hij
onverdroten verder als of hij in trans was, hier ben ik thuis en hier wil ik sterven als
het mijn tijd is. Ik pakte hem bij de schouders want ik vermoedde dat hij 'n instorting
nabij was en zei, ach kom, zover is het nog lang niet en over enige tijd ziet u het
misschien wat optimistischer in, weet je wat, laten we hier op de hoek 'n kop koffie gaan
drinken en nog wat over vroeger kletsen. Hij veerde op, rechte zijn rug en zei, ja, laten
we dat doen en zo liepen wij gezamenlijk naar de hoek van de Vrijheidslaan en Vechtstraat,
om daar nog wat over "die goeie ouwe tijd" te praten.
Max.C.van.der.Glas.
|