index columns
Jan Arends, 37 jaar na z'n
val
Cultura, die
soms interessante digitale TVzender, vindt dat er een hele week
aandacht moet worden besteed aan Gedichtendag 2011. Zo zien we
nog eens herhalingen van oude documentaire films. Je kunt er nog
eens naar kijken. Je kunt er niet naar kijken. Ik keek naar een
film: (Stil,)
Jan Arends moet schrijven, gemaakt als eindexamenopdracht
van de Filmacademie – waarbij Olga Madsen, die nu al jaren aan
GTST werkt, haar medeverantwoordelijkheid (als docente aan
genoemde academie?) op de aftiteling toont.
Er zaten fragmenten docu in uit Het Gat van Nederland, zodat we
Jan Arends ook nog zagen: vooral in z’n Roelof Hartse
appartement t’Amsterdam, de laatste woning van z’n leven. In
1974 stierf hij aan een val uit het raam, precies toen z’n
Lunchpauzegedichten bij De Bezige Bij waren verschenen. Hij werd
gecremeerd en volgens een respectvolle crematoriumman werd de as
van de heer Arends uitgestrooid op een asveld in West.
Behalve de fragmenten van Het Gat van de VPRO zaghoorde ik
alleen maar meningen over Jan. en wat van zijn werk.
Ik had diverse malen de oorspronkelijke film al gezien, en toen
al – en nu nog – werd ik er doodziek van. Hoe mensen zo bijna
kinderlijk egocentrisch kunnen ouwehoeren, vooral richting
negatief. Die acteursechtgenote bijvoorbeeld, en die Haagse
kunstenaar, en die meneer van o-zo correct.
Zo vervals je de geschiedenis. Ik zeg wel eens: eerst zijn er de
feiten, daarna maakt men er geschiedenis mee.
Jan Arends werd in 1925 als ‘onecht’ kind geboren in een arm
deel van Den Haag. Wie weet wie de vader was? Hij moet een man
zijn geweest, die z’n verantwoordelijkheid nam. Want hoe kon Jan
anders op de Vrije School van Steiner gaan aan de andere kant
van de stad: wie betaalde z’n vervoer van elke schooldag, wie de
school, wie z’n kleding? Op ’n schoolfoto is hij een keurig,
bedeesd jongetje. En later, toen hij begin volwas werd, was hij
weliswaar op een school door paters opgeleid tot
schoenmakersgezel, omdat hij niet aan sport deed, maar hoe kan
het dat hij piano kon spelen, zingen en bovendien als dichter
begon? Terwijl hij omging met mensen als Hein Donner, later
schaakgrootmeester, en Inez van Dullemen, auteur. en dochter van
een Amsterdamse Officier van Justite en een niet onbekende
schrijfster? Jan had een goeie opleiding gekregen binnen het
lage sociale niveau, waarin hij z’n jeugd doorbracht. Z’n moeder
was (ongeschoold) arbeidster, z’n stiefvader probeerde z’n
werkloosheid met een handkar weg te voeren..
Toen ik Jan tegenkwam op het Amsterdamse Leidseplein, hoorde ik
van hem dat hij op de toneelschool had gezeten en hoe hij
zangles had. Hij kon ook redelijk schaken (ik schatte hem eerste
klas).
Daarna heb ik hem tot in 1968 vaak meegemaakt, in het café,
thuis, of elders. Hij had een afwisselend bestaan. Dan weer
meldde hij zich voor psychiatrische behandeling, dan weer was
hij stripschrijver bij Marten Toonder, dan weer huisknecht die
na een tijdje onderdanigheid aan ‘mevrouw’ ineens uit haar
bestaan verdween, en dan weer een uitstekend copywriter. Hij
werkte ook eens op een bekende fabriek met tafelzuren.
In genoemde film kwamen heel eenzijdig mensen voor, die niet tot
z’n directe vrienden behoorden. Mensen die dan ook van alles
hadden op te merken. Het waren deels de ‘mijne heren’ zoals ik
hen gelief te noemen, er was ook een welvarende mevrouw die heel
goed, zei ze, met hem als kok/huisbediende kon opschieten, vond
ze (ze was trots op haar socialistische opvoeding en wij allen
weten hoeveel welvaart daarachter kan staan), maar ineens liet
hij haar in de steek. Jan moest die mensen niet zozeer, hij kon
ze wel een tijdje verteren, maar dan was het genoeg. Tsja, met
zo’n verleden word je wel een beetje labiel. Van moeder naar
(onbekende?) vader en v.v.
Voor z’n vrienden, en godbetere, geen enkele in de film. was hij
– en dan praat ik vanuit m’n eigen kring toentertijd – een lieve
man. Met veel empathie. En met veel humor.
Ik heb nog wat manuscripten van Jan liggen uit 1948. Eén ervan,
een gedicht, staat in de Verzamelde werken, door Thijs Wierema
bezorgd. Ook hielp ik Nico Keuning bij z’n biografie over Jan
(ik sta daar veel te veel in geciteeerd, vind ik). Wat mij in
dit boek echter wel een beetje ergerde, was de geromantiseerde
manier waarop Nico de dood van Jan reconstrueerde en beschreef.
Ook de berichters in genoemde film melden allen dat Jan om
suicidale redenen het raam uit sprong van het Roelof Hartse
flatgebouw.
Hoe komen ze allemaal zo pertinent aan dat idee? ’t Is
natuurlijk het mooiste wat er voor literatuurders is: de dood
van een dichter (en dan nog wel zelfmoord). De VPRO en wat late
kijkers smullen ervan in de wekelijkse Dode Dichters Almanak.
’n Aantal jaren voorbij 1974 hoorde ik dat Jan na die val uit
het raam op de grond lag en nog leefde. Ik dacht: iemand die
zelfmoord pleegt, zal toch wel met z’n hoofd zo eerst mogelijk
in de diepte duiken. Dood moet dood zijn. Jan dus niet. Ik
dacht: ik zou meer willen weten over het appartement, waar Jan
woonde.
De medisch specialist, waar ik nu en dan kom, vertelde me dat
hij de conciërge van Jan uit die tijd als patiënt had. Ik vroeg
hem contact te regelen. maar het kwam er niet van.
En vandaag zag ik de film. En ik zag die conciërge. Maar even
later had ik hem niet meer nodig. Want ik ontwaarde waar het me
om ging. Ik zag de ramen van Jan z’n woning. De vensterbanken
waren griezelig laag, en er stond voor elk raam een nog lagere
radiator. Met mijn hoogtevrees zou ik er niet willen wonen.
Eventueel wat alcohol op en je struikelt, je verliest je
evenwicht over de radiator en dan de zowat kniehoge vensterbank.
Ach Jan…
Ik zeg niet dat het zo gebeurd is. Maar ik durf wel te stellen:
wie in de zelfmoord gelooft, mist objectiviteit. En als je
alleen nietvrienden van Jan (behalve dan Inez van Dullemen) laat
optreden in je film, dan zou dat alles een niet al te
welvoeglijke aanslag kunnen worden en wel op de objectiviteit
die je toch zou mogen verwachten van de literatuurgeschiedenis.
Jan schreef:
Ik ben een arme man
en alle leven doet mij zeer.
Ik vind dat bedoelde film Jan Arends moet schrijven al teveel
door Cultura is uitgezonden. Dat Cultura ermee stopt!
Heet van de naald op internet gezet door
Karel N.L. Grazell - 1 februari 2011
Amsterdams stadsdichter uit Zuid
|