Hildo Krop bruggenroute . . . .

Terug naar de vorige pagina <<

 

 

Hildo Krop bruggenroute
meer over Hildo Krop >>

Deze wandeling van ca. 2 uur geeft een goede indruk van de invloed van het werk van Hildo Krop op het vooroorlogse stadsbeeld van Amsterdam Zuid. Met name bij bruggen is werk van hem te bezichtigen.
De wandeling voert achtereenvolgens langs de volgende locaties: brug over het Noorder Amstelkanaal, Reinier Vinkeleskade, Gerrit van der Veenstraat, Lyceum brug, Hygieaplein, brug over het Zuider Amstelkanaal, brug van de Beethovenstraat, brug bij het Muzenplein, Apollolaan, brug naar de Hobbemakade en brug over de Boerenwetering. De onderstaande text is in principe voldoende om deze route te kunnen volgen. Het gebruik van een plattegrond is echter aan te bevelen.

interactieve routekaart; klik op punten op de kaart of de logootjes voor meer info


PRINT GEDETAILLEERDE ROUTEKAART

 

Achtergrond

De dienst Publieke Werken van de gemeente Amsterdam werd sinds 1907 voortvarend geleid door ir. A.W. Bos. Deze had bewondering voor het beleid van de stad Wenen waar door architect Otto Wagner moderne kunstenaars waren ingeschakeld bij de stadsontwikkeling. Bos probeerde zijn dienst eveneens met andere dan bouwkundige krachten te versterken. Een daarvan werd Hildo Krop. Hij werkte samen met architecten als M. de Klerk, N. Lansdorp, C.J. Blaauw en P. Kramer. Aan hun gezamenlijke inspanning heeft met name Amsterdam -Zuid zijn karakteristieke en homogene stadsbeeld te danken.

Vooral een groot aantal bruggen in Zuid zijn versierd met beelden van Krop. Zijn voorliefde voor symboliek, kennis van de anatomie van dieren en de invloed van zijn, vaak socialistische, tijdgenoten zijn er in terug te vinden.

Deze wandeling maakt dan ook een cirkel tussen het Noorder en het Zuider Amstelkanaal en zal behalve een groot aantal bruggen ook een aantal losstaande beelden van Krop en gevelversieringen in dit gebied aandoen.

1. Brug over het Noorder Amstelkanaal

Neem eigen vervoer of tramlijn 5 of 24 vanaf Centraal Station naar het beginpunt van de wandeling: de brug over het Noorder Amstelkanaal tussen de Beethovenstraat en J.M. Coenenstraat (1925): op de peilers van de brug bevinden zich twee granieten sculpturen van Krop; robbekoppen uitlopend in golven en Orpheus met een lier. Krops grote kennis van , vaak exotische, dieren en planten stamt uit de tijd dat hij woonde en werkte aan de Plantage Muidergracht (vanaf 1920) en vele wandelingen maakte naar het nabijgelegen Artis. De tekeningen die hij hier maakte vormde een inspiratiebron voor zowel zijn vrij werk als de sculptuur aan bruggen.

2. Reinier Vinkeleskade

Loop vervolgens langs het Fons Vitae Lyceum, langs het water de Reinier Vinkeleskade af tot nummer 62. Hier is de Joke Smit School gevestigd, vroeger het Gemeentelijk Lyceum voor meisjes (1925-1926, Architect N. Lansdorp). De ingang is versierd met twee beelden uit graniet, links `Arbeid' en rechts `Vrije tijd', verder zijn er diverse gevelsteentjes uit graniet met bloesem en takmotieven (kastanje). Met zijn beeldhouwkunst trachtte Krop via motief en materiaalkeuze steeds de identiteit van een gebouw te verduidelijken en de sculptuur te integreren met de architectuur en de omgeving van een gebouw. De toepassing van een symbolische beeldtaal leerde hij door zijn samenwerking met architecten van de Amsterdamse School bij de bouw van het Scheepvaarthuis aan de Prins Hendrikkade (vanaf 1913). In de architectuur van de Amsterdamse School speelde de beeldhouwkunst niet meer de ondergeschikte rol die haar door Berlage was toebedeeld. In de ideologie van deze expressionistische stroming behorende kunst toe aan het volk. De leden verlangden naar een hechte gemeenschap en zetten zich af tegen het individualisme van de Tachtigers. Beeldhouwkunst moest daarom prijken aan gebouwen, in plantsoenen, op pleinen en aan bruggen. Het tijdschrift Wendingen was hun spreekbuis. Naast Krop worden Hendrik van den Eijnden (hoofdbeeldhouwer naast Krop bij het Scheepvaarthuis), John Raedecker (leermeester van Krop), Johan Polet en Jan Bronner (klasgenoot aan de Rijksacademie) tot de belangrijkste beeldhouwers van de Amsterdamse School gerekend.
Aangezien ook in het onderwijs in deze tijd de algehele vorming van de mens centraal stond is de combinatie van arbeid en vrije tijd voor de hand liggend. Arbeid heeft bij Krop een positieve en lauterende betekenis. Hijzelf kwam uit een vrijzinnig democratisch milieu. Zijn vader Hein Krop, bakker en wethouder te Steenwijk, was niet bij een partij aangesloten maar bezocht met zijn zonen bijeenkomsten waar Troelstra en Domela Nieuwenhuis spraken. Als kok in Engeland kwam Krop met het socialisme van de Fabians in aanraking wat hem stimuleerde om van beroep te veranderen. Van 1908 tot 1918 was hij zelf lid van de SDAP. Ondanks zijn, sinds die tijd, politieke ongebondenheid bleef Krop hopen op een betere samenleving met meer gelijkheid en solidariteit.

3. Gerrit van der Veenstraat

Loop de Reinier Vinkeleskade verder af tot aan het einde. Sla linksaf de Breitnerstraat in. Loop deze uit, steek de Apollolaan over, en vervolg de weg via de Rubensstraat tot aan de Gerrit van der Veenstraat. Aan de linkerhand op nummer 99 bevindt zich de Gerrit van der Veen Scholengemeenschap, vroeger de Gemeentelijke MMS (1928-1939, architect N. Lansdorp). Bovenop de toren staan twee bronzen beelden: een man met sikkel en pikhaak en Amor. Aan de zijde van de Rubensstraat bevinden zich drie kleine beeldjes aan de bakstenen bogen , die de schilder Jan Sluyters en een opspringend hert voorstellen. Aan de achterzijde van de school bevindt zich aan de binnenplaats een gymzaal. Aan de lange zijde van de gymzaal zijn achtereenvolgens te zien: clown op een gymnastiektoestel, staand meisje met een tennisracket en een staand meisje met een roeispaan, allemaal uit gebakken aarde.

4. Lyceum brug

Loop de Gerrit van der Veenstraat in westelijke richting helemaal uit tot aan het Olympiaplein. Sla rechts af en loop door tot aan de Apollolaan. Sla links af. Aan uw rechterhand ligt het Amsterdams Lyceum. Bij de `Lyceumbrug' (ca. 1930) bevinden zich twee pijlerbekroningen uit Franse kalksteen: moeder en dochter, vader en zoon, verder twee paalversieringen uit Franse kalksteen: een meisje en een jongen.

5. Hygieaplein

Ga, maar nu aan de overzijde, het Olympiaplein weer op, en ga meteen bij de Herculesstraat naar rechts. Loop door tot de Maratonweg, sla naar links en loop verder tot het Hygieaplein. Aan uw rechterhand, op nummer 40, bevindt zich de Europaschool, vroeger de Voorbereidende Montessorischool (1924-1927, architect N. Lansdorp) Aan de onderzijde van het gebouw bevinden zich panelen met relieftegels van okerkleurig gebakken aarde met daarop voorstellingen van dieren en speelgoed. De tegels zijn vervaardigd door ESCAF (Eerste Steenwijker Kunst Aardewerk Fabriek, opgericht in 1919) op dat moment een van de interessantste aardewerkfabrieken in Nederland waar moderne kunstenaars met nieuwe industri‰le proc‚d‚s experimenteerden. Krop maakte voor deze fabriek in zijn geboorteplaats naast relieftegels ook veel ontwerpen voor sier- en gebruiksaardewerk, waaronder het prestigieuze `Scarabea-aardewerk' dat vervaardigd werd tot 1921. Het was van hoge kwaliteit, gesigneerd en gestempeld met een mestkever; het symbool voor de eeuwige vernieuwing. Krops veelzijdigheid beperkte zich trouwens niet alleen hiertoe: hij beheerste vele technieken en had een nieuwe werkwijze snel onder de knie. Voor particuliere opdrachtgevers ontwierp hij eveneens vitrines, kasten, meubels, vloerkleden, behang, ivoren sierobjecten en zilveren serviesgoed.

6. Brug over het Zuider Amstelkanaal

Terug naar de Marathonweg en volg deze verder tot het Olympiaplein/Stadionweg, Steek de weg over en vervolg de weg via de Parnassusweg. Loop door tot de brug over het Zuider Amstelkanaal (1941- 1942): hier bevinden zich twee brugbekroningen uit graniet; een zwevende muze en een beeld met Berlage, Roland Holst en Mendes da Costa. Deze drie laatsten waren tijdgenoten en geestverwanten van Krop. De combinatie is mogelijk gekozen omdat zij in 1926 de sluiting van de Haarlemse Kunstnijverheidsschool probeerden te voorkomen.

Foto J. Wiersema

7. Brug van de Beethovenstraat

Volg via de Stadionkade het Zuider Amstelkanaal in oostelijke richting en stop bij de kruising met de Beethovenstraat: aan weerszijde van de brug (1939-1940) bevinden zich granieten beelden op een sokkel. Allereerst `De handen van de schepper', een naakt mensenpaar gezeten tussen twee opgeheven handen. Aan de overkant van de weg `Nieuw leven', twee baby's die elkaar omhelzen omgeven door koolbladeren. Hier is een duidelijk verschil te zien met de brugbekroning aan de J.M. Coenenstraat die 15 jaar ouder is. De `brugbeelden' gaan in de loop der jaren steeds meer op vrije sculpturen lijken. Dat was in het algemeen een tendens in de beeldhouwkunst in Nederland in de jaren dertig. De Amsterdamse School raakte haar leidende positie in Nederland kwijt en moest plaats maken voor de Nieuwe Zakelijkheid. Door deze ontwikkeling veranderde de rol van de beeldhouwkunst van integraal onderdeel van de architectuur naar losstaande beelden, vaak met een klassieke inslag. Voor Krop betekende dit een ander type opdracht. Materiaalgebruik en maatvoering bleven wel in relatie staan tot de gebouwen. De beelden aan de Beethovenstraat tonen tevens elementen van Krops eigen gerichtheid in de jaren dertig op de `primitieve' kunst zoals de vroeg- Griekse en Romaanse. Met deze kunst deelde hij de opvatting dat leven een eeuwig worden, vergaan en opnieuw beginnen is. Het sociale element in Krops werk werd zo tot het kosmische verheven en kreeg een bijna sacraal karakter. Op deze plek wordt dat op een gelukkige wijze nog een keer benadrukt door de riante ligging van de beelden aan het water onder beschutting van bomen.

8. Brug bij het Muzenplein

Blijf het Zuider Amstelkanaal volgen via de Bernhard Zweerskade en loop helemaal door tot een t- splitsing, sla rechts af en loop via een brug naar het Muzenplein. De volgende brug (1929-1930) is gedecoreerd met twee beelden uit Beiers graniet: een jongen met konijnen en een meisje met eekhoorns.

Foto: J. Wiersema

Boven de pijlers van de brug staat een groot steigerend paard met een klein meisje tussen de voorbenen: `De onbevangenheid der mensen tegenover het leven' (1929-1932) eveneens uit Beiers graniet. In het plantsoen beneden langs de waterkant bevinden zich beeldjes van kinderen van de hand van onder meer Marinus Vreugde, Frits van Hall en Jaap Kaas. Het betrekken van meerdere beeldhouwers bij projecten in deze tijd, was het resultaat van kritiek binnen de Gemeenteraad op de monopoliepositie van Krop. De wethouder van Kunstzaken vond het resultaat vanuit artistiek oogpunt echter niet bevredigend; het werk van de diverse kunstenaars was te heterogeen om op zo korte afstand van elkaar geplaatst te worden. Bovendien wilde men bij Publieke werken geen verandering aanbrengen in de goede verstandhouding met Krop. Hij had dezelfde maatschappelijke opvattingen (socialistisch ge-inspireerd) en was een goed organisator die voor een soepele afwikkeling van zijn opdrachten zorgde.

9. * Villa Muzenplein

Aan het Muzenplein bevindt zich aan de villa op nummer 1 een grote gevelsteen van de hand van Krop. Het is een steen uit Franse kalksteen voorstellende twee handen met daarboven een landschap met zon en wolken. De eigenaar van de villa woonde voorheen aan de Amstel. De voorstelling verwijst naar het licht boven de rivier dat hij op deze plek miste.

* Als bewoner van de villa op Muzenplein 1 viel mijn oog op uw beschrijving van de gevelsteen van Hildo Krop. Ik ken de door u gegeven uitleg, hij is hardnekkig vanwege het feit dat hij in de biografie van Hildo Krop voorkomt. Ik heb het huis in 1982 gekocht van de zoon van de bouwer en kan u daarom uit de eerste hand het volgende vertellen. De voorstelling geeft duidelijk de bocht in de Prinsengracht bij de Westertoren weer (de Westertoren is ook duidelijk herkenbaar en volledig afgebeeld). Daarboven bevinden zich donkere wolken en een zon die daar doorheen breekt. Onderaan vangen twee handen het zonlicht (dankbaar?) op. Het is een verwijzing naar de nieuwe hoop na afloop van de crisis van de 20-er en 30-er jaren. De bouwer (Krijn) was effectenhandelaar in Amsterdam en woonde inderdaad aan de Amstel, op de Amsteldijk, voordat hij dit huis bouwde. Hij had een moeilijke tijd achter de rug waar hij redelijk goed was uit gekomen. Het verhaal over missend licht slaat natuurlijk nergens op. Het huis aan het Muzenplein is op het zuiden gebouwd met drie terrassen, uitkijkend op het water van de Boerenwetering. Zoveel licht is er op de Amstel echt niet te vinden.
 
Gerard Bottcher - gbottcher@planet.nl

10. Apollolaan

Maak een draai terug van 180 graden en loop langs de Apollohal nog een stukje de Apollolaan in. Op nummer 1, een villa uit 1928 van de architect F.A. den Tex, bevinden zich veertien gevelstenen met dier en plantmotieven. Te zien zijn een harmonika spelende faun met tekkel, een dansende vrouw met bloem, een wezel en een boogschutter. De vorm van de stenen is ge‹nspireerd op de bewerkte kubussen die de architect in Indi‰ had gezien. De tekkel verwijst naar den Tex, de wezel naar de opzichter van Wezel. De steen is door Krop zelf in zogenaamde `taille directe' gehakken. Hij behoorde tot de internationale stroming van kunstenaars die er begin van deze eeuw weer toe overgingen zelf hun materiaal te bewerken. In Nederland waren hiervan John Raedecker en Johan Polet de pioniers geweest. In Engeland Henry Moore, in Frankrijk Bourdelle en Zadkine.

Doorlopend in de Apollolaan naar nummer 15 bevind zich daar de Voormalige Rijksverzekeringsbank (1940, architect D. Roosenburg). Voor de ingang bevinden zich twee nissen met meer dan levensgrote beelden. Krop maakte de allegorische mannenfiguur; `De beschermer en handhaver van de sociale wetgeving'. Dit beeld is duidelijk uit een latere periode dan de overige beelden op deze route. De vloeiende lijn die aansloot bij de typische stijl van de Amsterdamse School maakte bij Krop geleidelijk aan plaats voor een klassiekere vormgeving. In de loop van de jaren dertig werd Krops stijl strenger en strakker. hij liet zich inspireren door vroege Griekse beeldhouwkunst en de Italiaanse Romaanse kunst. De mannenfiguur heeft in zijn rechterhand een vrouwenfiguurtje die de sociale wetgeving symboliseert.
Frits van hall ontwierp het model voor de vrouwenfiguur in de tweede nis: `De beschermster van de Sociale Zorg en Gerechtigheid'. Tijdens de oorlog kwam Frits van Hall om en ging het model verloren. Na de oorlog is het beeld door Han Wezelaar opnieuw gemaakt. Beide beelden werden onthuld in 1954.

11. Brug naar de Hobbemakade

Sla nu rechtsaf en volg de Stadionweg tot aan de brug naar de Hobbemakade over het Noorder Amstelkanaal (1926-1927). De brug is versierd met vier beelden uit graniet: een bol met stermotief, een zeeslang met een grote kop en een faun met een mandoline. Bij het identieke beeld bespeeld de faun een harmonika. Aan de andere kant staat voor een pyloon een man wijdbeens met zijn handpalmen naast zijn schouders, omringt door een roofvogel en slang. Bij het identieke beeld is de figuur een vrouw.
Vanag 1917 tot begin jaren dertig kwamen in Krops werk naast dier en plantmotieven ook fabeldieren, fauntjes, saters en de Griekse god Pan veelvuldig voor. Dit is terug te voeren op het boek `Pan' van Herman Gorter uit 1912, een belangrijke inspiratiebron voor Krop en zijn socialistische tijdgenoten. zij zagen de wereld in een groot kosmisch verband en voelden zich deel van het heelal. Protest tegen de onderwerping van de natuur door de mens paste hierbij. In `Pan' komt via het verleden en het heden van de arbeiders de omwenteling naar de toekomst tot stand, wanneer de `Eenheid van de Geest der Menscheid met het heelal' zal zijn bereikt. Pan is de god van het heelal, de faun is zinnebeeld van het onbewuste, de ongerepte natuur. De verbondenheid tussen mensen onderling en mens en dier was een hoofdmotief in Krops werk.

12. Brug over de Boerenwetering

Neem vervolgens de eerste afslag rechts aan de Hobbemakade: de brug over de Boerenwetering naar de van Hillegaertstraat (1927). Aan beide zijden van de brug bevinden zich pijlerbekroningen uit graniet in de vorm van een mannenfiguur met geheven hand met naast hem trapsgewijs drie kleinere figuren. Ook hier kan Gorter weer een inspiratiebron geweest zijn gezien het motief van de trap: "O, Arbeiders, ik ben niets dan de trap, waarlangs uw Schoonheid naar de Toekomst stijgt". Naast die van Gorter was ook de poëzie van andere socialistische literatoren een inspiratiebron voor Krop, met name C.S. Adama van Scheltema, Henriette Roland Holst en A. van Collem. Een gedicht van van Collem `De kunstenaar die de mensen de weg naar de hemel wijst" lag eveneens ten grondslag aan de voorstellingen op de twee brugpijlers. Krop probeerde zijn sculptueren een teken te laten worden. Een onderdeel van gemeenschapskunst die de richting aangaf naar een betere samenleving. Hij besefte dat zijn symbolisch idealisme wel eens tijdelijk zou kunnen zijn en moeilijk te begrijpen voor de van zijn wortels losgeraakte twintigste eeuwse mens. Hij bleef echter geloven in `ge-engageerde kunst'. Bij de opening van een tentoonstelling over zijn werk in 1960 in Groningen verwoordde hij het zelf zo: "Voor mij is de enige rede van bestaan van de kunstenaar dat er in de gemeenschap...geestelijke krachten leven die maken dat de mens niet leven kan van brood alleen en dat de mensen hun verlangens en idealen in vorm of klank of kleur willen zien of horen. Zolang die geestelijke krachten aanwezig zijn heeft de kunstenaar reden van bestaan. Zodra je je een toestand indenkt waarin die geestelijke krachten ontbreken, verliest de kunst elke zin".

Het eindpunt van de wandeling is nu bereikt. Als de Hillegaertstraat wordt uitgelopen komt men uit bij de Ferdinand Bolstraat waar men tramlijn 25 kan nemen naar Centraal Station. Een andere mogelijkheid is om terug te lopen naar het beginpunt: ga terug naar het begin van de Hobbemakade, sla rechts de Reinier Vinkeleskade in en loop door tot de J.M. Coenenstraat waar het beginpunt lag.

bron en samenstelling: Marion Schrooten.

meer over Hildo Krop >>

Omhoog

Terug naar de vorige pagina <<